Startpagina Melkvee

Melkrobots op de wei

In het Duitse Eifelgebied zien de 125 koeien van Markus Legge hun stal helemaal niet van half april tot half oktober. Hun melk raken ze kwijt bij twee melkrobots in containers op de weide. Daar krijgen ze ook krachtvoer. “Ik voeder niet, ik mest geen stallen uit, mijn tractor blijft binnen... Het enige wat ik in de zomer nodig heb, is mijn hond”, lacht Markus.

Leestijd : 3 min

Vroeger leidde Markus Legge, een Duitse melkveehouder van 55, zijn dieren in de zomer dagelijks naar het weiland, en weer terug naar de stal. Dat betekende tweemaal daags een tocht van één km door het schilderachtige dorpje Monschau, een toeristische trekpleister in het Eifelgebergte. Bewoners en toeristen maakten het de veehouder niet makkelijk. Het resultaat: een groot verlies aan tijd en mankracht.

In 2009 kocht Markus twee Lely Astronaut melkrobots aan, op aanraden van Zwitserse collega’s. Die plaatste hij elk op een goed gekozen plaats in het weiland in een container, toegankelijk vanuit verschillende weiden. De koeien hoeven zich maar zo’n 600 m te verplaatsen om zich te laten melken.

Installatiekosten

Per melkrobot betaalde Markus € 150.000. De installatie in de container dikte dat bedrag aan tot € 200.000. De melkveehouder sloot een lening af over 15 jaar, die dus afloopt in 2024, “want dan is het tijd voor een nieuwe”, vindt hij. In de containers bevinden zich nog een melkopslagtank, een klein bureau en een krachtvoerautomaat, ernaast een krachtvoersilo.

“Ik voeder niet, ik mest geen stallen uit, mijn tractor blijft binnen... Het enige wat ik in de zomer nodig heb is mijn hond”, lacht melkveehouder Markus  Legge.
“Ik voeder niet, ik mest geen stallen uit, mijn tractor blijft binnen... Het enige wat ik in de zomer nodig heb is mijn hond”, lacht melkveehouder Markus Legge. - DC

“Om de drie dagen wordt de melk uit de tanks opgehaald”, vertelt Markus. “De koeien gaan actief naar de melkrobot, gemiddeld ruim 2,5 keer per dag. Het duurde iets langer dan bij stalrobots voor ze eraan gewend waren, maar omdat vers water enkel aan de containers te krijgen is, kreeg ik ze toch gemotiveerd”, beschrijft hij.

Elk van de containers is gelinkt aan een blok weideland van 20 ha. Markus splitst zijn kudde van 125 melkkoeien in twee. Rotatie gebeurt dagelijks: er is een dagblok, een nachtblok en een wachtblok. De containers zijn mobiel: op het einde van het seizoen haalt Markus ze op, om ze bij het begin van het nieuwe weideseizoen weer op de wei te plaatsen.

Tijd besparen

Door het melken te automatiseren en de verplaatsing overbodig te maken, spaart Markus een behoorlijk aantal manuren uit. In totaal gebeurt al het werk door net geen twee voltijdse equivalenten: Markus voltijds, zijn vrouw en een tijdelijke kracht deeltijds. Met die bezetting kon hij zijn kudde intussen uitbreiden met 21 melkkoeien. Bovendien slaagt hij erin bijna al zijn voeder zelf te produceren.

Dat is tegelijk handig en niet vanzelfsprekend omdat Markus biologisch werkt. Om te anticiperen op de afschaffing van het melkquotum in 2015 en zich te verzekeren van een goede melkprijs maakte hij een aantal jaren voordien al de overstap. Op zich was dat geen al te grote verandering. “We pasten al weinig pesticiden toe, en het gras is hier van goede kwaliteit”, weidt hij uit.

Subsidie voor bio

Dankzij de omschakeling ontvangt Markus € 170 / ha aan subsidies. Hij is als één van de vier Duitse producenten aangesloten bij de Nederlandse coöperatie EKO-Holland, die in totaal een 130 leden heeft. Door de jaren bleef de prijs die de coöperatie uitbetaalde steeds hoger dan die voor gangbare melk, met een verschil van wel € 0,26 in de zomer van 2016.

Markus Legge heeft een melkveebedrijf in het Duitse Eifelgebied.
Markus Legge heeft een melkveebedrijf in het Duitse Eifelgebied. - DC

Omdat biologisch krachtvoer duur is geeft Markus zijn koeien er minder van. Dat leidde tot een daling van de melkproductie. “Van 10.000 liter in 2000 naar 7.500 liter nu”, schat Markus.

Hij benadrukt toch de goede kwaliteit van het gras in de regio. “In het Eifelgebied wordt typisch veel gegraasd. Het klimaat is er geschikt voor, al is het koud en nat.” Dat speelt de koeien weleens parten tijdens frisse lentes. “Door de wind en de koude groeien ze niet”, beaamt Markus.

Vierwegskruising

Naast het weidegras in de zomer krijgen de koeien krachtvoer bij wanneer ze zich laten melken, tussen de 120 en 150 g per kg melk, aangegeven door de sensor in hun halsband. In de winter schakelen ze over op graskuil, het energierijke maïsproduct CCM, resten van fruit, alfalfa, stro en een eigen mengeling van rogge, grasmeelpellets, lijnzaadkoek en eiwitmix. Daarbij komt nog een krachtvoergift van 200 tot 250 g per kg melk.

Markus kruist zijn Holsteinrunderen met Brown Swiss, Scandinavisch Rotvieh en Montbéliarde. Simmental en Belgisch Witblauw worden gebruikt om stevigere vleeskalveren te bekomen.

DC

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken