Startpagina Archief

Tiense Suikerraffinaderij licht voorstel tot nieuwe contractvoorwaarden toe

De toekomst voor de suikerbietentelers gaat drastisch wijzigen in 2017, ten gevolge van het afschaffen van de productiequota’s. De veranderingen roepen heel wat vragen en onzekerheden op, maar ook emotie. Dit was de voorbije weken al te merken. Vorige week deed de Tiense Suikerraffinaderij ons haar verhaal.

Leestijd : 8 min

Dit gebeurde bij monde van Guy Paternoster, lid van het Uitvoerend Comité, en Erwin Boonen directeur ‘grondstoffen’. “We leven nu in de suikersector met het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid al meer dan veertig jaar met het systeem van productiebeheersing (suikerquota), dat zijn invloed heeft op de bietenproductie. Dit systeem is in de loop der jaren verder uitgegroeid, verfijnd en gestabiliseerd. Heel veel zaken werden op Europees niveau geregeld zoals een minimum bietenprijs, het omgaan met de bieten, bijproducten enz. verder”, schetst Erwin Boonen, kort de geschiedenis.

In 2013 heeft de Europese Commissie beslist dit systeem te stoppen vanaf 1 oktober 2017. Gezien de teeltplannen nu opgemaakt gaan worden, is het belangrijk om ook naar buiten te komen met de contractvoorwaarden. Deze die we vandaag hebben kaderen binnen het GMO en vallen niet zomaar om te zetten naar morgen. Er zijn veel zaken die wegvallen. Hierom moeten er veel wijzigingen gebeuren en zijn er al talrijke gesprekken geweest met de vertegenwoordigers van de suikerbietenplanters. Deze gesprekken verlopen niet altijd makkelijk. Wat begrijpelijk is gezien de grote sector en de grote belangen voor planters en fabrikanten. We gaan naar een onzekerdere toekomst. De markt is immers door Europa minder afgeschermd en er is een zekere volatiliteit op de wereldmarkt.

Hier heeft de Tiense Suikerraffinaderij zich al voor gewapend, de grootste hervorming was deze van 2007-2008. Gans Europa kende toen immers een grote hervorming; ook binnen de Groep Südzucker waar de Tiense Suikerraffinaderij deel van uitmaakt. In ieder land waar de groep actief is, zijn veranderingen doorgevoerd. Ook in België, waardoor we met een zeer performant industrieel apparaat zitten, met krachtige telers. Ondanks dit moeten we ons aanpassen aan de wereld van morgen.

Meer volatiliteit

Guy Paternoster geeft aan dat in de toekomst de bietenprijs meer dan nu afhankelijk zal zijn van de suikerprijs. Nu is er een vaste minimumprijs, in de toekomst niet meer! En de markt(prijs) zal volatieler zijn dan in het verleden doordat de markt niet meer geregeld wordt door quota. Bijkomend wordt 1/3de van de suikerconsumptie nu in Europa gedekt door import van suiker waarvan de prijs onderhevig is aan deze op de wereldmarkt. Twee jaar geleden zagen we een grote daling van de suikerprijs met bijna 40% (van 700 euro/ton richting 425 euro). Dit door de invloed van de suikerprijzen op de wereldmarkt. De grootste daling van de prijs zullen we dus al wel meegemaakt hebben.

Erwin Boonen pikt hier verder op in door te bemerken dat de klanten die suiker kopen bij de Tiense Suikerraffinaderij ook zagen dat de marktprijs van suiker daalde. De grote ‘suikerkopers’ zetten dus druk op hun leverancier(s) om de prijs omlaag te krijgen, waardoor we in een negatieve prijsspiraal kwamen. Sinds eind 2014 zien we op de Europese markt zo’n bodemprijs van 425 euro/ton suiker.

Basisprijs

“Wat belangrijk is bij de verandering die we nu gaan kennen, is dat de ‘minimumprijs’ wordt vervangen door een ‘basisprijs’ die afhankelijk is van de suikerprijs”, aldus Erwin Boonen. Maar hij geeft de opmerking mee dat het voor de boer de omzet per hectare is die telt. Deze omzet wordt gemaakt door de suikerprijs te vermenigvuldigen met de hoeveelheid bieten die wordt uitbetaald. “Het kan inderdaad zijn dat de suikerprijs lager is dan de huidige minimumprijs, maar dit is maar één aspect van de hervorming die we nu gaan kennen”, bemerkt Boonen. Een tweede aspect is de hoeveelheid bieten die wordt uitbetaald. Nu is het zo - volgens het interprofessioneel kader waarbinnen gewerkt wordt - dat de bieten worden ontkopt op het veld én er een nakopping is in de fabriek.

Volgens het systeem dat ‘morgen’ wordt opgezet gaat de Tiense Suikerraffinaderij de hele bieten betalen die binnen komen. Er zal geen tarrering meer zijn van koptarra in de fabriek. Aan de landbouwer wordt ook gevraagd om de bieten op het veld niet meer te ontkoppen. Zo wordt de maximale suikerhoeveelheid die op het veld wordt geproduceerd naar de fabriek gebracht.

Erwin Boonen bemerkt dat enerzijds de suikerprijs lager kan zijn in de toekomst, anderzijds zullen we een ‘bietenproductie’ hebben die zeker hoger zal zijn (er wordt immers minder ontkopt). Het vermoeden is dat afhankelijk van het jaar, de productie rond de tien procent hoger kan liggen. “De combinatie van een hoger productie (door lager tarrapercentage) en een volatielere suikerprijs, kan weerspiegelen dat vanaf een suikerprijs van 450 euro per ton, we het huidige omzetniveau vinden van vandaag. Bij lagere suikerprijzen, kan dit effectief lager zijn”, aldus de toelichting van Erwin.

Prijssupplement

In de nieuwe contractvoorwaarden is het mogelijk om een prijssupplement te krijgen naast de basisprijs. Het prijssupplement kan jaarlijks onderhandeld worden tussen de Tiense Suikerraffinaderij en de vertegenwoordigers van de bietenplanters. “Eigenlijk kennen we dit systeem al een beetje want momenteel noemt dit de meerprijs”, legt Boonen uit. Tot op heden was dit afhankelijk van de suikerprijs. In de toekomst niet meer, en hangt het prijssupplement af van heel wat andere factoren. Dit kan o.a. zijn ‘hoe evolueert de bietenteelt’, ‘wat is het resultaat van de fabriek’, ‘hoe is de campagne verlopen voor beide partijen’. Erwin geeft aan dat dit parameters zijn die minder ‘mathematisch’ zijn, maar die ze wel in rekening willen brengen én die ook belangrijk zijn voor de sector. “Tevens geeft het de Tiense Suikerraffinaderij de mogelijkheid breder te kijken naar wat nodig is voor de sector”, aldus Boonen.

Hij maakt zich sterk dat de combinatie van drie factoren, namelijk het hoge bietenvolume dat in rekening wordt gebracht, met de basisprijs die afhankelijk is van de suikerprijs én het prijssupplement, ze op middellange termijn een duurzame bietenteelt voor België kunnen blijven garanderen.

Guy Paternoster vult aan dat duurzaamheid in de genen zit van de Tiense Suikerraffinaderij. Dit jaar bestaan ze immers 180 jaar: “zonder duurzaam handelen was dit niet mogelijk”. Erwin Boonen geeft toe dat bijna alles veranderd wordt: hoeveelheid, prijssysteem, …, waardoor de verandering gigantisch lijkt. Dit roept vragen op bij telers, maar ook weerstand uit emotionele reactie. De Tiense Suikerraffinaderij probeert hierom met zijn landbouwkundige medewerkers de planters te begeleiden om voorbij het emotionele te kijken en zicht te hebben op de impact volgens de individuele situatie van de boer. “Wat belangrijk is, is dat het voorstel van de Tiense Suikerraffinaderij er één is van de Südzucker Groep”, bemerkt de heer Paternoster. “Deze groep doet hetzelfde voorstel in Duitsland, Frankrijk, Polen en België. In grote lijnen is dit hetzelfde, details kunnen verschillen”. Als we de bietenprijs, de premies en de waarde van de bijproducten optellen, zitten we nagenoeg op éénzelfde prijsniveau als andere Europese suikergroepen buiten Südzucker. “Het is verbazend dat iedereen op dezelfde ranking zit”, aldus Guy.

Twee contracten

Het suikerregime zoals het nu bestaat wordt door Europa afgeschaft, samen met de productierechten (quota). De Tiense Suikerraffinaderij vangt de veranderingen op door twee types contracten. Allereerst is dit een basiscontract. Voor de planters van de Tiense ligt dit 18% hoger dan nu. Dit is echter voor zover de planter geparticipeerd heeft in de coöperatie SOPABE-T. Deze planter hebben prioriteit (geen exclusiviteit) voor een basiscontract. Zo heeft de planter garanties, die op zijn beurt bieten moet leveren.

Naast het basiscontract kan iedereen een bijkomend contract krijgen, waarbij de hoeveelheid kan aangepast worden aan de bedrijfssituatie. Dit schept de mogelijkheid om de geteelde oppervlakte aan te passen aan de rotatie en het teeltplan. Het basiscontract is stabiel, de planter heeft zekerheid, en de suikerraffinaderij betaalt het transport.

Voor het bijkomend contract, gaat de bietenprijs omhoog en wordt het transport op een gemeenschappelijke, solidaire manier verrekend. Hierom wordt er gekeken naar de totale transportkost die gedeeld gaat worden door het aantal ton opgehaalde bieten. Deze kostprijs wordt van iedere bietenleverancier afgetrokken of die nu dichtbij of veraf woont. Doel is om de gemiddelde transportkost niet hoger te laten uitvallen dan de verhoogde bietenprijs die dit bijkomend contract kent.

Nog kleine veranderingen

Erwin Boonen geeft aan dat er nog andere, kleinere veranderingen zijn. Voor de bietenpulp gaat de Tiense Suikerraffinaderij een minimumwaarde garanderen van 4 euro per ton bieten. De verwachting is immers dat de pulpmarkt (nat product) veel heviger kan reageren dan de markt van een droog product (suiker). De Tiense Suikerraffinaderij wil dit stuk risico opvangen, zelfs bij een lagere pulpprijs. Dit is een kleine verandering, maar voor de planters wel een belangrijke en emotionele, ziet Boonen.

Tevens gaat het grondtarrasysteem veranderen, dit stimuleert een lage tarra. De landbouwer betaalt hier het transport van de tarra en een deel van de verwerking. Wie dus weinig tarra levert, dient dus minder te betalen.

Een ander aspect dat gaat wijzigen is de campagneduur. Voor de periode 2007-2008 had men een campagneduur van negentig dagen. Dit evolueerde ondertussen naar een langere campagne van zo’n 115 à 120 dagen. In de toekomst zal hier waarschijnlijk nog een tiental dagen bij komen. De leveringen gaan ook nog meer gespreid worden in de campagneduur. De suikerfabriek wijst er in dit kader op dat de technieken om de bietenoogst te beschermen sterk verbeterd zijn de laatste jaren. Denk zo in de eerste plaats aan de geotextieldoeken om de bietenhopen af te dekken en te beschermen tegen nefaste weersomstandigheden.

Partnerschap

Bij monde van Erwin Boonen en Guy Paternoster vraagt de Tiense Suikerfabriek aan de planters om de gecontracteerde hoeveelheid bieten na te komen. “De contracten zullen modaliteiten voorzien om dit te verzekeren”. Onze gesprekspartners geven aan dat de fabriek bieten nodig heeft: “zonder bieten geen fabriek, maar zonder fabriek ook geen bieten”, klinkt het.

Guy en Erwin bemerken dat ze een jarenlang partnerschap hebben met de suikerbietplanters, en willen niet breken wat is opgebouwd. Ze geven toe dat de onderhandelingen over de interprofessionele akkoorden niet eenvoudig zijn en erkennen dat de veranderingen voor onzekerheid zorgen. Dit laatste is natuurlijk ook ingegeven door Europa en de (wereld)suikermarkt.

“Mis de nieuwe trein niet, die nu vertrekt”, stelt Guy Paternoster duidelijk. “Er komen zeker nog mooie jaren”. Hij staaft dit ook met het feit dat de aandeelhouders van de Tiense Suikerraffinaderij de laatste jaren tientallen miljoenen hebben geïnvesteerd in de fabrieken van Tienen en Wanze. “Zij geloven dus degelijk in een toekomst voor de bietenteelt in België.

Guy en Erwin geven nog aan dat de onderhandelingen voor de interprofessionele akkoorden momenteel in een soort ‘stilstand’ zitten. “We hebben hevige discussiemomenten gehad, zijn eerst met ons verhaal naar de planters gestapt, en informeren nu de vakpers”. (Landbouwleven was het eerste gecontacteerde blad). “We moeten het hoofd koel houden en vooruit kijken. Oké de veranderingen zijn intens, zekerheden vallen weg, maar de beslissingen worden nu wel stilaan genomen”, geven Guy en Erwin nog aan.

T.D.

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen