Startpagina Actueel

Schauvliege “niet vrolijk” van landbouwbudget EU

Vlaams landbouwminister Joke Schauvliege is teleurgesteld dat de Europese Commissie een duidelijk lager budget voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) heeft voorgesteld. De besprekingen tussen de lidstaten over het budget beloven volgens de CD&V-politica “niet evident” te worden. Schauvliege pleit niet alleen voor meer geld maar zegt ook kritisch te staan tegenover de overdracht van landbouwgelden van de ene naar de andere lidstaat.

Leestijd : 5 min

Op 3 mei stelde de Europese Commissie haar plan voor de Europese meerjarenbegroting voor. Die loopt van 2021 tot 2027. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, per 30 maart 2019, slaat een financieel gat in de begroting. Daarnaast stelt de EU nieuwe prioriteiten op het gebied van veiligheid, migratie en de digitale economie. De Commissie – niet de beslissende maar de uitvoerende arm van de EU - stelt voor het GLB-budget met 5% te verminderen.

In totaal wordt in de periode dat de meerjarenbegroting loopt €365 miljard aan landbouwdoeleinden toegewezen. Daarmee zal het GLB-budget 30% uitmaken van het totale budget, tegen 38% van de huidige lopende periode. De plannen moeten nog worden besproken door de lidstaten en het Europees Parlement. Vlaams Parlementslid Sofie Joosen (N-VA) vroeg recent in een commissievergadering aan landbouwminister Joke Schauvliege naar haar mening over de plannen.

“Uiteraard word ik als minister van Landbouw niet vrolijk van de mededelingen van de Commissie, en ik denk dat geen enkele van mijn collega-landbouwministers daar blij mee is”, antwoordde Schauvliege. “Ik ga ervan uit dat ook niemand in deze commissie daar blij mee is. Ik denk dus dat de besprekingen niet evident zullen worden. Ik zal er zeker voor ijveren om het landbouwbudget voldoende af te stemmen op de doelstellingen van het GLB.”

Op een aanvullende vraag van Joosen in te gaan op de wijze waarop de Commissie van plan is het budget te verdelen, waarschuwt Schauvliege dat er eigenlijk nog geen officieel Europees standpunt is. In de teksten wordt onder meer gewag gemaakt van het beter beperken van de directe betalingen tot actieve boeren, met bovendien een maximum per bedrijf. Schauvliege is er alvast voor dat geld bij boeren meer dan grootgrondbezitters terechtkomt.

“Het lijkt me heel belangrijk er goed over te waken dat de compenserende GLB-betalingen bij de échte voedselproducenten terechtkomen, want het zijn de echte boeren die ervoor zorgen dat de vijf centrale doelstellingen van het GLB dag in, dag uit worden gerealiseerd en dat er ook bij ons goed, veilig voedsel wordt geproduceerd, onder goede milieuomstandigheden en volgens hoogstaande criteria. Dat is waarover we moeten waken.”

Geldontwaarding verscherpt daling

Schauvliege voegde hieraan toe dat de 5% daling van het budget nog geen rekening houdt met de inflatie. Als de verwachte geldontwaarding wordt meegenomen in de berekening, bedraagt de daling 16%. “Om de potentiële impact voor de lidstaat België te kunnen doorrekenen, wacht Schauvliege op bijkomende informatie. “In ieder geval ziet het er sterk naar uit dat de enveloppe die aan België zal worden toegewezen, kleiner zal zijn dan in de vorige periode.”

Er wordt wel verwacht dat de Commissie zal vragen om de plattelandsmaatregelen in grotere mate te co-financieren met nationale of regionale budgetten, aldus Schauvliege. Op die manier kunnen lidstaten de teruglopende Europese inbreng enigszins compenseren. “Daar zullen we wellicht in de tweede helft van 2019 meer duidelijkheid over hebben”, denkt Schauvliege.

Ze bedankte Joosen voor haar zorg en steun voor bijkomende Europese middelen voor de landbouw en voor het feit dat, als de EU vraagt meer bij te leggen, er ook die steun is om dat in Vlaanderen te doen. De N-VA van Joosen zit met het CD&V van Schauvliege en de liberale OpenVld in de Vlaamse regering.

‘Teveel geld naar de EU’

Joosen zei in antwoord dat het belangrijk is dat politici zich niet blindstaren op de cijfers. “Zelfs met de 38% van dat landbouwbudget sukkelen we nog steeds van de ene crisis in de andere, en zijn we blijkbaar nog steeds niet in staat om onze landbouwers een correcte prijs te geven voor hun producten. 80% van de steun gaat naar 20% van de landbouwers.”

Joosen stelt bovendien de omvang van de Belgische nettobijdrage aan de EU in vraag. “Onze belastingbetalers dragen veel meer bij aan het Europese landbouwbudget dan onze eigen landbouwers daar in totaal voor terugkrijgen. Ondertussen loopt dat verschil al op tot €700 miljoen per jaar, geld dat vandaag niet bij onze landbouwers terechtkomt.”

Joosen somde maatregelen om de landbouw te ondersteunen op. “Moeten we mensen aanmoedigen om meer producten uit eigen streek te kopen? Natuurlijk. Moeten we kiezen voor een kortere keten? Absoluut. Is het nodig om fraudeurs aan te pakken? Heel evident. Moeten we consumenten erop wijzen dat een prijzenslag ook zijn limieten kent? Uiteraard. Ik denk echter dat we elkaar ook geen blaasjes mogen wijsmaken: dat zal absoluut onvoldoende zijn voor de toekomst.”

Volgens Joosen is een structuuromslag wat het landbouwbedrijf bittere noodzaak. De prangende budgettaire situatie kan volgens haar wellicht de context bieden om over de inhoud van beleid na te denken.

‘Inkomenssteun terug naar lidstaten’

Joosen wil dat meer geld in de lidstaten blijft. “Er is een kleine oefening gemaakt: als we de Europese financiering van inkomenssteun met 30% opnieuw naar de lidstaten zouden verschuiven, dan zou de Belgische bijdrage aan het komende Europese budget met maar liefst €2,9 miljard euro kunnen dalen. Met dat bedrag kunnen we dan niet alleen wat onze landbouwers verliezen, compenseren, meer zelfs, we kunnen hen veel sterker steunen dan vandaag het geval is.”

Solidariteit met landbouwers in Oost- en Zuid-Europese landen is volgens haar niet gerechtvaardigd, onder meer omdat deze landen een hoger economisch groeicijfer kunnen voorleggen.

Parlementslid Bart Caron van Groen pikte hierop in door de mening van Joosen te karakteriseren als ‘anti-Europees’. “Het basismodel van Europa is natuurlijk dat de sterksten de zwaksten wat ondersteunen. Op die manier komen we tot een betere, gedeelde markt, tot meer vrede en tot meer welvaart en welzijn voor elke Europeaan. Dat is dan de prijs die je betaalt als je wat beter gesteld bent dan andere Europese landen.”

Caron voegde daar aan toe dat hij de minister zeker steunt in haar voornemen dat de landbouwmiddelen niet bij de landbouwers zelf terecht moet komen. De landbouw moet wel meer in harmonie met milieu en natuur gebracht worden. “Een ander economisch model met misschien wat meer regionale beleidsruimte is nodig. Dat hoeft niet te betekenen dat er meer regionaal beleidsgeld moet zijn, maar wel bewegingsruimte om bepaalde accenten te kunnen leggen”, aldus Caron.

Schauvliege zei in antwoord op Joosen blij te zijn dat zij tegen een overdracht binnen het landbouwbudget, van de ene lidstaat naar de andere, is. “We moeten dat samen goed bewaken, dat is ook mijn standpunt.”

JCB

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken