Naar minder administratie voor landbouwers
Nadat dit enkele maanden geleden al was aangekondigd heeft de Europese Raad voor Landbouw en Visserij eind januari nogmaals benadrukt om de administratieve lasten voor landbouwers te verminderen. Nog in de eerste helft van dit jaar wordt een voorstel verwacht om de jaarlijkse goedkeuring van het prestatieverslag GLB Strategisch Plan te schrappen.

In dat plan wordt een overzicht gegeven van de uitgaven, aangevuld met de gerealiseerde outputs en resultaten.
In de Landbouwcommissie van het Vlaams Parlement van 12 februari kaartte commisielid Eva Ryde (N-VA) aan dat de Vlaamse regering al eerder de land- en tuinbouwsector als strategische sector benoemde in haar regeerakkoord. Nu heeft ook de federale regering dat gedaan. Dit bevat voornamelijk positieve punten voor de landbouw maar Ryde stipte ook aan dat enkele aspecten op Vlaamse niveau verder moeten worden opgevolgd. Ze verwees naar het thema ‘EU-leiderschap op strategische thema’s’. Daarin is een passage opgenomen waarin er wordt gevraagd naar een betere parlementaire controle op het budget dat door de Commissie wordt beheerd.
De interpellante polste Vlaams landbouwminister Jo Brouns (cd&v) naar zijn visie op het schrappen van de jaarlijkse prestatiegoedkeuring. Ze vroeg zich ook af hoe Vlaanderen scoort in vergelijking met andere Europese landen op het vlak van kwalitatieve rapportering over de GBL-middelen.
Prestatiegoedkeuring
Brouns repliceerde met de verduidelijking dat het voorstel dat de Europese Commissie nu bekijkt, gaat over de prestatiegoedkeuring als onderdeel van de jaarlijkse prestatierapportering.
Het jaarlijks rapporteren over de voortgang in uitbetalingen en indicatoren zou behouden blijven. Dat is voor minister Brouns ook belangrijk. Wat alle lidstaten willen schrappen, omdat de administratieve last niet in verhouding staat tot de meerwaarde, is het onderdeel waarin gerapporteerd wordt hoeveel er per eenheid werd uitbetaald in het kader van het Strategisch Plan in het afgelopen Europees financieel jaar.
Brouns is het er mee eens dat de beschikbare budgetten goed moeten worden gemonitord, zodat het totaal beschikbare budget niet wordt overschreden. Deze monitoring maakt deel uit van de jaarlijkse prestatierapportering, het onderdeel dat behouden blijft.
Benchmark
Een benchmark over de kwalitatieve vergelijking is volgens Brouns vandaag moeilijk, aangezien dit pas het tweede jaar is waarin een jaarlijks prestatierapport wordt ingediend. Het rapport van vorig jaar was, net zoals in meerdere lidstaten, erg slank, omdat er in het boekjaar 2023 geen uitgaven zijn geweest, maar enkel vastleggingen. De opmaak van het huidige tweede rapport omvat daarentegen wel de uitgaven van het boekjaar 2024.
Het rapporteren gebeurt via het digitaal uitwisselingsplatform van de Europese Commissie. Hierbij moeten verschillende richtlijnen worden gevolgd.
Brouns’ kabinet heeft intussen een positieve beoordeling van de certificerende instantie en een gunstig advies van het monitoringscomité van het GLB Strategisch Plan ontvangen. Het rapport wordt nu gefinaliseerd zodat het formeel kan worden ingediend bij de Europese Commissie. In het verleden, toen enkel voor de tweede pijler, zijn er altijd kwalitatieve rapporten afgeleverd vanuit Vlaanderen en dat werd ook zo erkend door de Europese Commissie.
Satelliettechnologie
Het Vlaams Betaalorgaan was binnen de Europese context bijvoorbeeld een van de eerste om via een areaalmonitoring de controlelast te reduceren. Monitoring impliceert dat via satelliettechnologie controles op basis van foto’s worden uitgevoerd. Door middel van artificiële intelligentie (AI) en machinelearning-technieken wordt stelselmatig vooruitgang geboekt en worden dus hoe langer hoe meer controles op deze manier verricht.
Minister Jo Brouns verduidelijkte dat hard wordt ingezet op infodeling door het koppelen van databanken van verschillende gewestelijke en federale overheden. Die inzet focust niet alleen op het versterken van de controles op het GLB-budget maar ook op het verlagen van de administratieve lasten van de landbouwers én de overheid door het toepassen van het only once-principe.
Bij het implementeren van elke nieuwe GLB-maatregel wordt gescreend welke data nodig zijn en uit welke bronnen die kunnen worden opgehaald. Zo wordt voor de controles van het GLB al lang gebruikgemaakt van authentieke gegevensbronnen waaruit men gegevens kan putten.
Momenteel worden ook de nodige stappen gezet om toegang te krijgen tot pensioendata en data van de sociale inspectie. Dit zijn federale databronnen die nog niet zijn gebruikt in het vorige GLB. De pensioendata zijn nodig in het huidige GLB voor bijvoorbeeld de controles op de definitie van actieve landbouwer en de data van de sociale inspectie voor de toepassing van de sociale conditionaliteit. Specifiek voor de controles van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) wordt ook ingezet op een data-uitwisseling met het omgevingsloket om gegevens van de omgevingsvergunningen geautomatiseerd te kunnen ophalen.
Uitdagingen
Volgens Vlaams landbouwminister Brouns moet wel gezegd dat er veel tijd en werk kruipt in het opzetten van deze uitwisselingen, met soms heel wat technische en juridische uitdagingen. De GDPR (General Data Protection Regulation of gegevensbescherming) is op dat vlak een bekende uitdaging. Maar de winsten zijn er volgens hem zeker, zowel voor de overheid als voor de landbouwer. Voor de landbouwer betekent het opzetten van die uitwisselingen ook een lastenverlaging waarop de komende jaren verder kan worden ingezet, mede in het kader van kosten-batenanalyses bij het opzetten van die gegevensuitwisselingen.
Daarbij blijft het volgens de minister belangrijk om het evenwicht te bewaren tussen enerzijds de eenvoudige controle die zorgt voor minder plaatsbezoeken, en anderzijds de mogelijkheid om specifieke situaties individueel te beoordelen en niet zomaar te vervallen in het principe computer says no.