1% van de grootste bedrijven bezit 6,8% van landbouwgrond in Vlaanderen
In enkele is de voorbije weken heel wat te doen rond het begrip ‘megastallen’. Landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) stelt heel duidelijk dat Vlaanderen nièt werkt aan een officiële definitie van het begrip ‘megaboerderij’. Uit cijfers blijkt dat 1 % van de grootste bedrijven in Vlaanderen over 6,8 % van de landbouwgrond beschikt.
Emmily Talpe, Vlaams parlementslid voor Open VLD. stelde over die ‘megastallen’ een vraag aan landbouwminister Hilde Crevits (CD&V). “Niet zozeer de omvang, maar de impact van economische activiteiten is relevant in het kader van bijvoorbeeld de omgevingsregelgeving”, stelt minister Hilde Crevits.
Overzicht van de grootte van landbouwbedrijven
In haar antwoord geeft ze ook een overzicht van het aantal landbouwbedrijven in Vlaanderen per oppervlakteklasse in 2019. Daaruit blijkt dat 1 % grootste bedrijven beschikt over 6,8 % van de oppervlakte aan cultuurgrond in Vlaanderen. Een overzicht: 0 tot 100 ha (22.751 bedrijven), 100 tot 199 ha (516), 200 tot 299 ha (36), 300 tot 399 ha (12), 400 tot 499 ha (3) en meer dan 500 ha (0 bedrijven). Van de totale landbouwoppervlakte in Vlaanderen wordt 70 % aangegeven door de 32 % grootste bedrijven.
Verder blijkt uit resultaten van de landbouwenquête van FOD Economie-StatBel dat 18 % van de bedrijven in Vlaanderen in 2016 een vennootschap was. Bij de 1 % grootste bedrijven is dat aandeel 48 %. Recentere gegevens hierover zijn niet beschikbaar. Van het totaal aantal (23.981 bedrijven) zijn er 18 % (of 4.263) een vennootschap. Die enquête leert verder dat 21 % van de landbouwoppervlakte in Vlaanderen door een vennootschap wordt aangegeven.
Familiale landbouw: globale definitie bestaat niet
Ook een globale definitie van ‘familiale landbouw’ bestaat niet. “Familiale landbouw kent verschillende verschijningsvormen. Er wordt daarom geen statistische opdeling tussen familiale en andere bedrijven gehanteerd. Familiale landbouw is eerder de omschrijving van een landbouwmodel dat wordt ontwikkeld en vormgegeven in gezins- of breder familiaal verband, wat de voornaamste actoren zijn in die organisatie”, zegt Crevits.
