Startpagina Beurs van Libramont

De landbouw en het bos in het licht van de klimaatverandering

Aangezien de editie 2017 in het teken staat van zowel land- als bosbouw (Demo Forest, op 1 en 2 augustus in het bos van Bertrix) en de klimaatverandering een onmiskenbare impact heeft op deze beide sectoren, moesten we niet lang zoeken naar het thema: "In actie voor het klimaat!".

Leestijd : 5 min

De 19e bosbouweditie van de beurs van Libramont staat in de steigers en zal gewijd zijn aan een grote grensoverschrijdende uitdaging voor alle bosbouwers: het beheer en de aanpassing van onze bossen in het kader van de klimaatverandering.

Niet alleen het klimaat

heeft het zwaar

Sinds de industriële revolutie maakt de mens gebruik van fossiele brandstoffen, waardoor de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer is toegenomen: waterdamp, koolstofdioxide, ozon, methaan…. Deze gassen vormen een laag die de zonnestraling meer vasthoudt, waardoor het zowel ’s zomers als ’s winters warmer wordt. Uit alle waarnemingen blijkt dat de aarde al zo’n 50 jaar sterk opwarmt .

Verschillende scenario’s gaan uit van een temperatuurstijging van 1,5°C tot 3°C tegen de tweede helft van de 21e eeuw. En hoewel moeilijker te voorspellen is hoeveel regen er zal vallen, mogen we ook meer droge zomers verwachten. Het lijdt geen twijfel meer dat de " klimaatopwarming " " uiterst waarschijnlijk " wordt geacht en sneller gaat dan verwacht: de temperatuurstijging is het gevolg van hittegolven en frequentere periodes van droogte, maar ook van minder strenge winters.

Gekoppeld aan de temperatuurstijging moeten we veeleer spreken van " klimaatverandering ", omdat er diverse reële gevolgen zijn voor de bossen :

- toename van warme en droge periodes in de zomer en drogere gronden: hogere transpiratie van bomen en struiken en duidelijke tekenen van verdorring;

- zachtere temperaturen, meer regen en nattere gronden in de winter: te korte rustperiode voor het zaad, verhoogde risico’s op bodemverzakking bij ontginning of werken met machines, onregelmatige ontkieming van verrotte zaadjes;

- veel vroegere uitbotting en bloei van bomen en later vallen van de bladeren: verhoogde risico’s van vroege of late vorst;

- langere periodes van plantengroei: grotere houtproductie, terwijl we ook omgekeerde trends zien door de toegenomen watertekorten in de zomer;

- frequentere en intensere extreme weersomstandigheden (droogte, rukwinden, storm): verzwakte, onstabiele tot niet langer voorhanden zijnde boomsoorten en populaties, met gevolgen voor de productiviteit, het landschap en de biodiversiteit;

- verspreiding en toename van aanvallen van schimmels en vernielende insecten: meer bomen die afsterven.

Hoe omgaan met klimaatverandering?

De aanpassing aan de klimaatverandering vormt een cruciale uitdaging voor de toekomst van onze bossen : bosbouwers moeten concrete oplossingen aanreiken om de bossen aan te passen aan de evolutie van het klimaat. Bomen in goede gezondheid en op een aangepaste standplaats zullen alleszins beter opgewassen zijn tegen deze veranderingen. Ze zullen des te beter gewapend zijn als ze op een geschikte grond en plaats staan.

De bevordering en optimalisering van duurzaam bosbeheer kan niet alleen de risico’s van de klimaatverandering verkleinen, maar ook kansen scheppen voor de productie van kwaliteitshout, het herstel van slecht aangepaste en weinig veerkrachtige bossen, en de bescherming van gediversifieerde of zeldzame groeiplaatsen. Nieuwe beleidsregels, strategieën en praktijken van bosbouw staan in de steigers of moeten in de toekomst vorm krijgen!

Zo kan de herziening van de keuze van boomsoorten of herkomst de meest concrete aanpassing lijken. Zo’n aanpak doet echter nieuwe vragen rijzen:

- Wanneer moet die verandering van populaties in de praktijk worden gebracht?

- Moeten we de invoering van exotische boomsoorten overwegen en uittesten, of de voorkeur geven aan bestaande soorten die beter bestand zijn tegen de droogte?

- Bestaat het risico dat we het aanpassingsvermogen van de bestaande soorten en ecosystemen onderschatten ?

Preventieve of

rechtstreekse maatregelen

De rol van de bosbouwers bestaat erin de natuurlijke groei van het bos te ondersteunen met aangepaste, goedkopere en efficiëntere bosbouwtechnieken ter bevordering van gezondere, productievere en sterkere populaties. Enkele voorbeelden van goede bosbouwpraktijken in het licht van de klimaatverandering :

- om beter gewapend te zijn tegen het wisselvallige weer, moeten bomen op natuurlijke wijze kunnen herstellen of moeten we soorten planten die door hun herkomst beter aangepast zijn aan de omgeving, zeker als de bestaande soorten zich op de grens of buiten de habitat bevinden;

- de mix van soorten stimuleren: zorgen voor afwisseling binnen de percelen of eigendommen om de biologische, gezondheids- en economische risico’s te verminderen en tegelijk een doeltreffende exploitatie mogelijk te maken;

- de gezondheidstoestand van bomen die aan het afsterven zijn, beter beoordelen, om onder de gestresseerde bomen een duidelijk onderscheid te maken tussen gevallen door onomkeerbare of door omkeerbare verzwakking;

- bosbouwmethoden ontwikkelen die zuinig omspringen met water: de voorkeur geven aan hoogstammige bomen en gebruik maken van methoden voor terreinschoonmaak, bodemverbetering of opruiming die de concurrentie van dichte matten van grassen of dichtbegroeide braamstruiken of varenplanten beperken;

- beperken van factoren die populaties verzwakken: kwetsbare habitats niet uitputten, het kappen en exporteren van hele bomen verbieden wegens het zeer hoge gehalte van minerale elementen in de takken, en grondverbeteringsmiddelen overwegen voor heel arme habitats;

- meer en grotere open plekken maken voor stabielere populaties en een meer standvastige groei;

- gronden altijd beschermen en vermijden dat ze verzakken: voor verzadigde en heel gevoelige slib- of kleigronden, afgescheiden ontginningszones aanleggen waar de machines strikt afgezonderd worden, en transport per kabelbaan bevorderen in vochtige gebieden.

De boom ten dienste

van landbouwzones

Bomen buiten het bos, zowel in landbouwgebieden als in steden , spelen eveneens een cruciale rol in de aanpassing aan de klimaatverandering . Bomen in landbouwzones die als windscherm dienen , beperken de inwerking van het weer op de tussenliggende teelten en verhogen de opbrengst. Als het heel warm is, heeft de schaduw van de bomen positieve gevolgen voor de teelten: ze verlengt de levensduur van de bladeren, vermindert de verdamping en verlaagt de oppervlaktetemperatuur. Deze drie effecten gaan samen en compenseren voor een stuk de negatieve werking van de schaduw. Het vee profiteert dan weer van een microklimaat en de melk- en vleesproductie stijgen.

Bomen in landbouwgebieden dragen bij tot de kwaliteit van de landschappen en de landelijke woonomgeving. Met hun diepe wortels regelen en zuiveren ze het water. Door het vallen van de bladeren zitten er meer organische stoffen in de grond. Die zijn heilzaam voor de structuur van de grond, het vasthouden van water, de opslag van koolstof en de strijd tegen erosie. Bomen bevorderen ook de biodiversiteit en brengen hout voort, een hernieuwbaar materiaal en dito energiebron.

De inzet voor de bos-houtketen

Gezien de klimaatverandering is het aangewezen om een rem te zetten op het verbruik van fossiele brandstoffen (steenkool, olie, gas) en om de vastzetting van koolstof te bevorderen. Bossen dragen daartoe bij. De fotosynthese van een boom heeft de overhand op de ademhaling ervan, waardoor die meer koolstof opvangen dan ze er uitstoten. Een groeiend bos slaat de koolstof uit de lucht op . Ook hout speelt zijn rol bij deze twee aspecten. In droge toestand bestaat het immers voor zowat de helft uit koolstof die uit de atmosfeer is gehaald. Daardoor is het een luchtzuiveraar en een hernieuwbare energiebron die fossiele brandstoffen kan vervangen.

Door het toenemende gebruik van hout , een zowel traditioneel als modern en toekomstgericht materiaal, kunnen we dus de klimaatverandering mee een halt toeroepen: het isoleert, is recycleerbaar, bevat weinig fossiele stoffen, slaat koolstof op,...

Laat ons hout, of nog beter, lokaal hout gebruiken via korte circuits. Ook het gebruik van streekproducten moet voorrang krijgen!

Lees ook in Beurs van Libramont

Campagne EuroFoodArt (deel 2): in het vlees proef je de Ardennen

Libramont Libramont is een typisch Waalse beurs. De redactie van Landbouwleven kreeg de kans om enkele Waalse streekproducten te leren kennen tijdens een culinaire rondrit, in het kader van de campagne EuroFoodArt “Europese topkwaliteit is kunst”. Lees in deel 2 over de typische Ardeense specialiteiten: Jambon d’Ardenne en Saucisson d’Ardenne.
Meer artikelen bekijken