Hoe heb je 2021 beleefd?
2021 was een turbulent jaar, zowel op economisch, maatschappelijk als politiek vlak. De coronapandemie liet zich nog steeds voelen. De hoge grondstofprijzen, die in september 2020 aan een sterke klim begonnen, zorgden in 2021 voor sterk gestegen voederprijzen. Door de combinatie met de meer dan ondermaatse opbrengsten, snijdt de crisis in de varkenshouderij zeer diep. We ijverden voor steunmaatregelen en richtten mee de brancheorganisatie Pork.be op. De pluimveesector werd opnieuw geconfronteerd met vogelgriep. We werkten daarom een volledig vernieuwd bioveiligheidsprotocol voor het leveren van diervoeders uit. Voor de melkveehouderij stelden we dan weer voedermaatregelen voor die de methaanuitstoot verlagen. Uiteraard was er ook de stikstofproblematiek. In april stelden we voedermaatregelen voor die de ammoniakemissie van de veehouderij met 10% verminderen. Door recente innovaties en de beschikbaarheid van individuele, synthetische aminozuren kunnen we stapsgewijs het ruweiwitgehalte in pluimvee- en varkensvoeders beperken.
Wat hoop je voor 2022?
Ik hoop voor 2022 op een onderhandelings- en ondernemersklimaat waarin plaats is voor samenwerking én voor een brede visie, met aandacht voor flexibiliteit, innovatie en circulariteit. Ik hoop dat we beseffen dat we moeten inzetten op onze eigen landbouw- en agrovoedingssector. Naast een belangrijke economische bijdrage levert deze sector immers ook voeding van eigen bodem en voedselzekerheid. Ik hoop dat we onze boeren respect, een duidelijk en realistisch beleidskader en een langetermijnvisie kunnen bieden en uiteraard hoop ik ook op een substantiële verbetering van de marktomstandigheden, al zullen de eerste maanden ongetwijfeld nog moeilijk zijn. Professioneel blijven we inzetten op proactieve en constructieve oplossingen via voedermaatregelen voor alle relevante beleidsdossiers. Uiteraard zullen we samen met onze leden ook hard blijven werken aan de realisatie van de 12 doelstellingen van het BFA-duurzaamheidscharter.
