Startpagina

ILVO is dankbaar voor inzet van proefbedrijven

Leestijd : 2 min

Het ILVO zoekt in het kader van nieuwe onderzoeksprojecten vaak landbouwbedrijven van een bepaald type, deelsector, met een bepaalde infrastructuur of met ervaring in een bepaalde praktijk. Het onderzoeksdoel, en ook de als projectpartner participerende organisaties, bepalen mee hoe die bedrijven worden geselecteerd. “We zijn dankbaar dat we met praktijkbedrijven mogen samenwerken.”

“Meestal lanceren we een oproep tot kandidaat-landbouwbedrijven via de vakpers, de nieuwsbrieven, de websites (van het Varkensloket bijvoorbeeld)”, opent Bjorn Possé, onderzoekscoördinator ILVO.

“Landbouwbeurzen zijn een goede gelegenheid om een oproep te verspreiden. Soms is het ook één van de projectpartners die een gerichte oproep uitstuurt, bijvoorbeeld een melkrobotfirma, die al weet welke bedrijven een bepaalde machine bezitten die nodig is voor de datacollectie in het betreffend onderzoeksproject.”

Dankbaar voor steun

“We ervaren dat niet alle veehouders staan te springen om samen te werken in het onderzoek”, vult Sam De Campeneere, ILVO-wetenschappelijk directeur ILVO-Dier, aan. “Het kost hun natuurlijk extra werk en tijd. Anderzijds vinden sommige boeren die voor onderzoek openstaan het ook wel interessant om te horen welke onderzoeksvragen wij willen beantwoorden, via observaties en metingen op een reeks bedrijven, waar zij er één van zijn.”

Van echt bedrijfsadvies op maat is geen sprake, maar alleen al het feit dat sommige parameters op een erf gedurende een projectfase systematisch worden geregistreerd, kan verhelderend zijn. “In elk geval volgt het ILVO een aantal interne richtlijnen en gedragsregels: de waarde van de data en van de inspanningen van de boer wordt geval per geval bepaald en zo fair mogelijk vergoed op basis van de soms beperkte beschikbare middelen.”

“Er wordt toegekeken op privacyregels en data-eigendomsregels. ILVO-medewerkers horen zich altijd heel correct te gedragen qua bioveiligheid, dierenwelzijn én discretie. “En we zijn als onderzoekers altijd dankbaar dat we met de praktijkbedrijven mogen samenwerken. Zonder dat kunnen we in veel gevallen gewoon ons werk niet doen”, besluit Sam De Campeneere.

Lees ook in

Meer artikelen bekijken