Startpagina Actueel

Lode Ceyssens: ‘Boeren leven in een conjunctuur van rechtsonzekerheid’

Exact een jaar geleden – op 1 september 2021 – maakte Lode Ceyssens de switch van de politiek naar de vakorganisatie Boerenbond. Het werd ineens een erg bewogen jaar, waarin het stikstofdossier domineerde.

Leestijd : 10 min

Lode Ceyssens (50) startte bij Boerenbond als lid van het hoofdbestuur, met de bedoeling om in februari 2022 Georges van Keerberghen op te volgen als tweede ondervoorzitter. Dat gebeurde ook, maar al snel volgde de aankondiging dat Ceyssens vanaf mei de voorzittersstoel zou innemen.

Verrassende carrièrewending

LBL: “Het was voor velen een verrassing dat je vorig jaar de politiek verliet. Had je affiniteit met de landbouwsector?”

LC: “Ik ben opgegroeid op het platteland. Mijn ouders waren dan wel geen landbouwers, maar we telden nog diverse boeren in de familie. Ik wilde al van jongs af ook boeren, maar dat was geen optie als je niet uit een landbouwersgezin komt. Ik koos wel voor een studie industrieel ingenieur Landbouw. Mijn eerste werkgever was Procter&Gamble, maar na een jaartje startte ik bij Groene Kring. Na 2 jaar maakte ik de overgang naar Boerenbond, waar ik bleef tot 2001.”

Toen was je al politiek actief?

Ja. Ik belandde al in 1994 in de gemeenteraad van Meeuwen-Gruitrode. In 2003 werd ik er burgemeester (cd&v). Tussen 2004 tot 2009 was ik tevens beleidsmedewerker van de Vlaamse ministers Peeters en Crevits. Begin 2009 kwam ik in het Vlaamse Parlement terecht. Ik zetelde in de commissies Mobiliteit en Openbare Werken, in de commissie Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn en in de commissie Landbouw. Ik bleef intussen ook burgemeester, in januari 2019 werd ik zelfs de eerste burgemeester van de nieuwe gemeente Oudsbergen.

Tijdens mijn politieke carrière volgde ik dus ook al ‘omgeving’ en ‘landbouw’ op.

Waarom nam je de sprong naar Boerenbond?

Eerlijk gezegd overviel de vraag van Boerenbond me wel. In het eerste gesprek reageerde ik best wel terughoudend. Maar ik zat al van mijn 22ste in de politiek, ik was al sinds mijn 30ste burgemeester... ik heb altijd gezegd dat ik ook nog iets anders wilde doen in mijn leven. Ik zette dus alles op een rijtje en hét moment bleek aangebroken. Dit aanbod was een unieke kans om terug aan de slag te gaan in een sector die me nauw aan het hart ligt.

1 september 2021 leek een ‘eerste schooldag’, maar het voorbije jaar doorliep je onmiddellijk een hele humanioracyclus... Was dit traject zo gepland?

Mijn voorganger, Sonja De Becker, opvolgen als voorzitter, was bij mijn start zéker niet het uitgangspunt.

Na enkele maanden bekeken we samen de toekomst van de organisatie. Er waren enkele wijzigingen op til – belangrijke pionnen binnen de financiële holding achter Boerenbond (MRBB) bereikten immers de pensioenleeftijd. Al snel drong de noodzaak om een ontdubbeling en de versterking van de voorzitterschappen van Boerenbond én MRBB zich op, waarbij Sonja De Becker zich over MRBB bekommerde en ik de vakorganisatie zou gaan leiden. Die evolutie liep dus wel sneller dan verwacht.

Kende je de organisatie en de heikele thema’s na 8 maanden al voldoende om die stap te zetten?

Ik wilde tijdens het voorbije jaar vooral onze bestuursleden, in heel Vlaanderen, leren kennen. Zij dragen immers de structuren van deze organisatie. De kennis van de dossiers is hier in huis aanwezig. Natuurlijk verwacht men van mij ook parate kennis. Het waren dus inderdaad pittige maanden om mij in te werken.

Was er veel veranderd sinds 2001?

(lacht) Vele Groene Kringers van destijds zijn de bestuurders van vandaag. Ik kom ze opnieuw tegen als boer, maar ook binnen onze structuren en organisatie. Als GK’er heb je het voordeel van jong te zijn. Je kunt straffere standpunten innemen. Je draagt een andere bril dan iemand die verder in zijn carrière zit. Gelukkig blijft de huidige jonge garde nog steeds mondig. Als zij er niet meer zijn, is de sector ten dode opgeschreven... Maar het is ook verrassend hoe sommige dossiers na al die jaren nog steeds op de tafel liggen.

Moeilijk stikstofdossier

Over dossiers gesproken... Je kreeg onmiddellijk een zwaar pakket in je schoot geworpen: het stikstofdossier.

(zucht) Het stikstofdossier hangt inderdaad als een zwaard van Damocles boven de sector. Voor het eerst in de geschiedenis wordt een eenzijdige beslissing opgelegd aan de sector. Europa vraagt om bepaalde natuurgebieden in stand te houden, de zogenaamde instandhoudingsdoelstellingen (IHD). Europa bepaalt niet hoe de lidstaten dat moeten realiseren. Ik vind het verschrikkelijk dat onze Vlaamse overheid niet alle gevolgen van hun aanpak met de kritische depositiewaarden (KDW) heeft berekend. Bij onze eigen berekeningen zien we heel wat mankementen in het verhaal. Bovendien is men blind voor haalbare oplossingen in dit stikstofdossier. Het stoort me dat men in de land- en tuinbouw geen innovatieve systemen mag voorstellen. Voor andere sectoren staan de politici nochtans in de rij om noviteiten en bijhorende subsidies aan te kondigen.

Het had veel voeten in de aarde om het Wetenschappelijk Comité Lucht-emissies Veeteelt (WeComV) te lanceren. Hopelijk wordt het nu snel actief, want iedereen is erbij gebaat dat nieuwe stikstofreducerende technieken worden beoordeeld en ingezet kunnen worden op het terrein. Dit comité is de sleutel in het innovatieverhaal.

Boerenbond wijst ook steeds op de natuurlijke afvloei binnen de sector.

Boerenbond heeft daar inderdaad ook altijd op gehamerd. De gemiddelde leeftijd van onze landbouwpopulatie is 56 jaar! Bovendien heeft slechts 12% van de bedrijfsleiders boven de 50 jaar een opvolger. De sector kent in de nabije toekomst dus een natuurlijke afbouw, waar de overheid geen rekening mee houdt. Wij stelden ook een opkoopregeling voor de varkenshouderij voor, en hoewel deze aanvaard werd, werd op geen enkele manier de vermindering van stikstofuitstoot die dit teweegbrengt, meegerekend.

Met een brede toolbox aan instrumenten kan de stikstofproblematiek nochtans al voor een deel opgelost worden.

Waarom hebben het departement Omgeving en de bevoegde minister Zuhal Demir geen oren naar deze constructieve oplossingen?

Geen idee, maar voor mij is dit een té belangrijk dossier om dit te laten afhangen van persoonlijke relaties. Voor alle duidelijkheid, wij zetten onze hakken niét in het zand! Wij nemen verantwoordelijkheid voor het aandeel van de land- en tuinbouw (29% van de stikstofneerslag op gevoelige natuur in Vlaanderen komt van de landbouw) in dit stikstofverhaal en willen dit verder verlagen. Wij willen met iedereen aan de tafel overleggen, we moeten trouwens toch wel ‘eens’ tot oplossingen komen.

Er werden zo’n 19.000 bezwaarschriften tegen PAS ingediend. Dat kan men toch niet negeren?

Daar kan men inderdaad niet naast kijken. Dit gaat immers over onze voedselvoorziening, en daarnaast ook over jobs in de landbouw, de verwerking en de toelevering. Boerenbond maakte een sectoroverschrijdend bezwaarschrift van niet minder dan 170 pagina’s. Dat kan wel tellen als argumentatie over een 40 pagina’s tellende conceptnota. Ik ga ervan uit dat men dit niet zomaar van de tafel veegt.

Ik vraag niet dat men snel te werk gaat bij de beoordeling van de bezwaarschriften, maar wel dat men dit grondig doet. Elk bezwaarschrift vergt een grondige analyse. Enkel dan kan men grondig bijsturen. Dat is dus driemaal ‘grondig’.

Boerenbond diende een fors PAS-bezwaarschrift in.
Boerenbond diende een fors PAS-bezwaarschrift in. - Foto: AV

Waarom is de aanpak in het kader van de IHD niet overal gelijk in de EU?

Die vrijheid geeft Europa, de EU-landen mogen het doel bereiken met een eigen aanpak. Ik wijs steeds op de grote verschillen tussen de landen die eenzelfde Europese wetgeving moeten omzetten. Vlaanderen is sterk verstedelijkt, met bovendien peperdure (landbouw)gronden.

De Nederlandse boeren uitten hun protest veelal op straat. Waarom organiseert Boerenbond geen betogingen?

De situatie bij onze noorderburen is anders. Hun PAS-verhaal zit in een andere fase dan bij ons. De sfeer is er ook grimmiger. Acties zijn een middel en geen doel. Ik begrijp de reacties van onze leden, de frustratie zit immers hoog. Het is onze taak om daarin te sturen. Wij vonden het belangrijk om onze leden te begeleiden bij het indienen van bezwaarschriften, want die 60 dagen vielen tijdens de drukke voorjaarsveldwerkzaamheden. En dat heeft toch resultaat gehad. Daarnaast hebben we toch ook diverse lokale PAS-acties ondersteund.

Verder moeten we ook breed blijven informeren over de stikstofproblematiek. We moeten ook aantonen waarom de land- en tuinbouw hier zo belangrijk is. Als we bezorgd zijn over het klimaat, dan moeten we juist hier voedsel blijven produceren. En als men onze boeren hier wegdringt, zal al ons voedsel uit het buitenland moeten komen. Dan hebben we geen controle meer over de manier waarop dit gebeurt. Dat zou toch hypocriet zijn!

Zijn landbouw en milieu nog te verenigen?

Natuurlijk. Boeren en natuur zijn geen tegenstanders van elkaar. Onze eigen organisatie Boerennatuur Vlaanderen is een mooi voorbeeld van de nauwe samenwerking. Met akkoorden zoals het PAS zet men echter landbouw en natuur lijnrecht tegenover elkaar. Men vergeet dat de landbouw sinds 1990 al 56% van haar stikstofuitstoot reduceerde!

Nieuwe dossiers

Komen er nog belangrijke dossiers op de sector af?

Jammer genoeg loopt er alweer een gelijkaardig dossier, namelijk de natuurherstelwet. Hiermee wil de Europese Commissie extra maatregelen opleggen voor herstel van gedegradeerde ecosystemen. Alle lidstaten moeten tegen 2030 maatregelen treffen om minstens 20% van de ecosystemen op te knappen, ook in landbouwgebied. Dit wordt opnieuw vanuit één Europese bril bekeken. Boeren willen zeker meewerken aan de vermindering van de druk op de bestaande natuur. Ze zijn bereid om biodiversiteitsmaatregelen te treffen op hun bedrijf, maar dan wel binnen een haalbaar kader. Een rendabele bedrijfsvoering en voedselproductie moeten volgens ons toch steeds mogelijk zijn. We volgen dit dossier met argusogen.

Daarnaast is ook de nieuwe pachtwetgeving op komst.

Rond MAP7 is het echter stil. Nochtans is het 5 voor 12 om de derogatie te kunnen behouden. Stel je voor dat derogatie in het gedrang komt, waardoor nog meer kunstmest moet gebruikt worden. Kunstmest is ontzettend duur geworden. Men zegt wel eens ‘never waste a good crisis’. In Vlaanderen kan vandaag dierlijke mest al uitstekend verwerkt worden tot kunstmest. Helaas wordt deze lokale kunstmest tot op heden nog steeds bestempeld als dierlijke mest, hoewel het in feite kunstmest is.

En dan zijn er ook nog de landschapsparken. Dat is een voorbeeld van de kar voor het paard spannen. Niemand kent bij aanvang de spelregels en na de match komt men ze uitleggen. Zo kun je toch niet te werk gaan. Er is eerst duidelijkheid nodig en vooral rechtszekerheid voor de betrokkenen.

We leven vandaag in een conjunctuur van rechtsonzekerheid!

Op Europees vlak komt ook het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) eraan. Er waren nooit meer groene voorstellen dan vandaag. Ik hoop dat men niet vergeet dat een landbouwer een ondernemer is. Hij moet zijn kost kunnen blijven verdienen.

En dan is er ook nog de impact van de oorlog in Oekraïne...

Die impact is inderdaad erg groot voor onze sector. De hoge gasprijzen zorgen voor zware problemen in de kasteelten en bij de intensieve veehouderij. De hoge kunstmeststofprijzen zijn een tegenvaller voor de akkerbouwers, maar de hoge graanprijzen een meevaller. Die graanprijzen jagen wel de veevoederprijzen de hoogte in. En er zijn afzetproblemen voor fruit en sierteeltproducten naar Rusland.

Op de maandelijks taskforce Oekraïne met minister Clarinval vroeg ik ook aandacht voor het afschakelplan inzake energie, dat mogelijk op ons afkomt deze winter. De land- en tuinbouw moet als essentiële sector aanzien worden. Het is immers niet mogelijk om even 2 dagen de productie af te zetten, zoals dat wel mogelijk is in andere sectoren.

De sector moet zijn bestaansrecht voortdurend verdedigen. Is hier nog land- en tuinbouw mogelijk?

Ik word kregelig als ik de discussies over onze landbouw hoor. Natuurlijk moeten we hier blijven produceren. De kritiek op onze overproductie en onze exportpositie is totaal onterecht. Terwijl we Vlaanderen graag in de kijker zetten als exportregio, terwijl we voor de meest exportgerichte bedrijven een exportprijs ‘De leeuw van de export’ uitreiken, wordt er moord en brand geschreeuwd als een lapje vlees of een liter melk wordt geëxporteerd. Ons land is slechts een zakdoek groot. We hebben 50 miljoen consumenten in onze nabijheid. Driekwart van onze export gaat naar Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Dat is toch lokale voedselproductie. 85% van onze export blijft trouwens in Europa.

Hoe krijgen we die juiste boodschappen bij de onwetende burger?

Dé burger staat dikwijls ver van de land- en tuinbouw. Het is een taak van Boerenbond en zeker van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) om in de tsunami van informatie de juiste boodschap te verspreiden. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat we met de Dag van de Landbouw – dit jaar op 18 september – de deuren openzetten. Ik zeg dan ook dankjewel aan de 51 bedrijven die dat dit jaar doen. We mogen trots zijn op onze voedselproductie en dat moeten we uitdragen. Dankzij de samenwerking met Radio2 bereiken we op die dag trouwens niet minder dan 1,2 miljoen luisteraars!

We zetten alle middelen in om de burger ervan te overtuigen dat we hier gezond, veilig en duurzaam voedsel produceren. We ervaren dat dit besef groeit. Voedsel wordt ook duurder, men wil niet afhankelijk zijn van het buitenland. De burger heeft voortdurend van alles nodig, maar heeft vooral driemaal per dag de boer nodig!

Tot slot, hoe blikt u terug op 1 jaar Boerenbond?

Ik heb het voorbije jaar heel Vlaanderen doorkruist, ik bezocht heel veel land- en tuinbouwers. Ik ervaar hen als zeer geëngageerde mensen, verweven met hun job, waarmee ze 24/7 bezig zijn. Wij hebben hen nodig voor onze voedselproductie. Daarom is het belangrijk dat ze hun kost kunnen verdienen, maar ook dat het goed gaat met hun geestelijke gezondheid. Ze gaan gebukt onder grote investeringen, zijn afhankelijk van het weer en de marktomstandigheden, én ze worden bovendien voortdurend gestigmatiseerd. Dat weegt allemaal erg zwaar door. Ik heb dat ervaren in de vele persoonlijke gesprekken die ik voerde. Het zou mooi zijn moest de organisatie Boeren op een Kruispunt op termijn niet meer hoeven te bestaan...

In mijn ogen heeft een boer hiervoor 3 belangrijke zaken nodig: rechtszekerheid, ruimte om te ondernemen én een eerlijke prijs. Zo kunnen boeren terug trotse boeren worden!

Anne Vandenbosch

Lees ook in Actueel

Daling Belgische diervoederproductie vlakt af ondanks onzekere tijden

Economie Ondanks een gebrek aan een duidelijk toekomstperspectief in de landbouwsector en moeilijke marktomstandigheden, bleef de daling van de Belgische diervoederproductie in 2023 beperkt tot -3%. Dat meldt de Belgian Feed Association (BFA). De Belgische diervoedersector noteerde ook een beperkte daling van de omzetcijfers tot 6,5 miljard euro. De sector blijft voluit inzetten op verdere verduurzaming.
Meer artikelen bekijken