KMI erkent droogte van 2022 als ramp
Het KMI erkent de droogte van vorige zomer als ramp. Als ook de Inspectie van Financiën zijn goedkeuring geeft, ligt de weg open naar schadevergoedingen voor landbouwers door het Rampenfonds. Het succes van de brede weersverzekering daalt.

Sinds 2020 wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen algemene rampen en landbouwrampen voor de vergoeding via het Vlaams Rampenfonds. Op termijn zal de vergoeding via het Vlaams Rampenfonds evenwel verdwijnen en zullen landbouwers zich moeten verzekeren via een brede weersverzekering, waarvoor men momenteel tot 65% subsidie van de verzekeringspremie kan ontvangen via het departement Landbouw en Visserij.
Tot 2025 blijft de tandem Rampenfonds/brede weersverzekering bestaan. Als een landbouwer kan aantonen dat hij of zij voor minstens 25% van zijn areaal een brede weersverzekering heeft afgesloten, ontvangt die bij schade aan niet-verzekerde teelten een vergoeding voor een vastgelegd percentage van de totale prijs van die schade.
Het vergoedingspercentage wordt in de overgangsperiode stelselmatig verlaagd en zal in 2025 op 0 komen, waardoor de Vlaamse landbouwers volledig op de brede weersverzekering aangewezen zullen zijn.
Uitbetaling 2020 en 2021
Arnout Coel (N-VA) wou in de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie op 8 februari van minister-president Jan Jambon (N-VA) horen hoever het staat met de uitbetalingsprocedures aan landbouwers voor de rampen van 2020 en 2021.
“Door het aanzienlijke aantal dossiers en de complexiteit van de ingediende schadeclaims is het moeilijk om exact te voorspellen wanneer de dossiers voor de droogte van 2020 afgehandeld zullen zijn. Beroepsprocedures kunnen tot vertraagde afwerking leiden”, meldde Jambon.
“Eind december had het Vlaams Rampenfonds voor de droogte van 2020 reeds 423 van de 1.252 ingediende dossiers afgewerkt. Voorts waren er op dat ogenblik nog 204 dossiers in opstart van behandeling en 625 in gevorderde fase van behandeling. In de loop van 2023 zal het Vlaams Rampenfonds de dossiers voor de wateroverlast van juli 2021 verder behandelen.
Het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) heeft inzake de erkenning van de droogte in 2022 in een advies aan het Vlaams Rampenfonds op 23 december 2022 bevestigd dat het om een ramp gaat. Het Rampenfonds bezorgde het erkenningsdossier op 19 januari 2023 aan mijn kabinet.
Nadat de Inspectie van Financiën haar goedkeuring heeft gegeven, moet het begrotingsakkoord gevraagd worden. Als deze adviezen gunstig zijn, zal ik het dossier zo spoedig mogelijk agenderen op de ministerraad. De Vlaamse regering zal vervolgens beslissen of de ramp al dan niet erkend wordt”, vertelde Jan Jambon.
Indien deze ramp erkend wordt, moet de aanvraag voor een tegemoetkoming door de schadelijders ingediend worden vóór het einde van de derde maand die volgt op de maand waarin het erkenningsbesluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Het Vlaams Rampenfonds zal dit communiceren op zijn website.
Minder interesse voor brede weersverzekering
“Het aantal landbouwers die subsidie aanvragen voor de brede weersverzekering is in de periode 2020-2022 gedaald en er is ook een daling in de verzekerde oppervlakte”, had minister van Landbouw Jo Brouns op 1 februari in de commissie Landbouw laten optekenen na een vraag van Arnout Coel.
“Er zijn voor deze trend meerdere oorzaken te bedenken, waaronder de kostprijs van de verzekeringen, de financiële situatie van het bedrijf, andere manieren waarop aan risicobeheersing en risicospreiding wordt gedaan, door bijvoorbeeld diversificatie, alternatieve verdienmodellen... Ook de afbouwregeling voor teeltschade in het Rampenfonds zal ongetwijfeld een impact hebben gehad”, stelt minister Brouns.
Niet iedereen moet zich verzekeren
Minister Brouns had al contact met de verzekeringswereld over het systeem van de brede weersverzekering. “De brede weersverzekering wordt aangeboden door een aantal verzekeraars en zij zullen in eerste instantie zelf een evaluatie moeten maken. Ik denk dat we niet de fout mogen maken om te stellen dat iedereen zich moet verzekeren. Sommige boeren slagen er bijvoorbeeld in om hun klant een deel van het risico te laten dragen door op voorhand prijsafspraken te maken. Het is in eerste instantie belangrijk dat elk bedrijf zijn rekening maakt op basis van goede informatie en begeleiding, zodat elke boer de mogelijkheid krijgt om een keuze te maken die past bij zijn of haar bedrijf.”
Coel krijgt zowel vanuit de landbouw als vanuit de verzekeringssectoren opmerkingen over de praktische voorwaarden
Coel stelt vast dat het idee om landbouwschade weg te halen uit het Vlaams Rampenfonds en om dat richting de private verzekeringssector te duwen niet echt lijkt te hebben gewerkt. “Het was een goed idee, maar naar mijn aanvoelen lijkt het in de praktijk niet helemaal te hebben gewerkt zoals we voor ogen hadden. Mijn vrees is dan ook een beetje dat we opnieuw in een fase terecht zullen komen waarin men toch nog naar de overheid kijkt, omdat er zich een onvoldoende aantal mensen privaat hebben verzekerd.”
Voldoende verwittigd
Jan Jambon ziet een terugkeer naar het Rampenfonds niet zitten. “Het systeem vertrekt in eerste instantie van de landbouwer zelf die zijn verant woordelijkheid neemt om in het verzekeringssysteem te stappen. Dat niet doen en dan achteraf zeggen dat de overheid moet tussenkomen … Men is op dat vlak voldoende verwittigd.”
“De Hagelunie kondigde aan te stoppen met de verzekering of toch geen nieuwe klanten meer aan te nemen, omdat het niet meer rendabel is”, weet Emily Talpe (Open Vld). Zij ziet nog mogelijkheden om de brede weersverzekering aantrekkelijker te maken. “We zien bijvoorbeeld dat de zonnebrandschade niet opgenomen is in die verzekering. En vanuit de verzekeringssector kwam het voorstel om het subsidiepercentage op te trekken tot 70% en om ook langere contracten, tot 3 jaar, af te sluiten. Daar moeten we toch wel even over nadenken.”
Moet rendabel zijn
“Als te weinig mensen van de brede weersverzekering gebruikmaken, kan dat voor de verzekeraar nooit een rendabel model zijn. Ook de frequentie van het voorkomen van schade maakt het een uitdaging van de kant van de verzekeraar om dit te laten werken. We moeten dat nog eens grondig bekijken”, meent minister Brouns.
Parlementslid Bart Dochy (cd&v) heeft via zijn contacten vernomen dat de verzekeringswereld nog niet helemaal klaar is met de evaluatie van de brede weersverzekering. “Ook vanuit de administratie heeft men gezegd dat men een signaal zou geven wanneer het opportuun is”, zei Dochy in de commissie Landbouw op 1 februari.