Startpagina Veeteelt

Een loopbaan in het teken van kwaliteitsmelk en hoevetoerisme

Op de Nysenhoeve in Tongerlo, nabij het Limburgse Bree, hebben ze dit jaar iets te vieren. De familie Nysen doet er immers al 30 jaar aan hoevetoerisme.

Leestijd : 8 min

Deze bijzondere verjaardag werd afgelopen zomer gevierd met vrienden, buren, de burgemeester en uiteraard vakantiegasten. Later kregen de uitbaters – Ludo Nysen en Marina Vanaken – nog de redactie van Landbouwleven over de vloer.

Kan je ons kort de geschiedenis van de Nysenhoeve schetsen?

MV: We zijn beiden kinderen van landbouwers. De ouderlijke boerderij van Ludo bevond zich aan de overzijde van de straat, de Groenstraat. In 1984 is de bouw van onze melkveestal gestart, met voor de stal een bescheiden gezinswoning. Eén jaar later zijn we in de nieuwbouw getrokken en zijn vele koeien van het bedrijf van Ludo zijn vader mee verhuisd. LD: In 1989 werd er een bijkomende loods voor machinestalling en de huisvesting van kalveren bijgebouwd. Vijf jaar later werd er een mestput aangelegd, waar een jaar later een jongveestal op werd geplaatst. In 1998 tot slot werd de erfverharding verzorgd.

Herbestemming zoeken

Hoe belanden we dan bij het hoevetoerisme?

LN: Wel, voor de nieuwe melkveestal was er onze ‘tijdelijke’ woning. Toen hadden we nog geen idee wat we er later mee zouden doen. Dit kon een garage worden, een opslagruimte of wat dan ook. MV: In 1990 zijn onze tweelingzonen Kristof en Martijn geboren en werd het huisje wat krapper om permanent met een gezin te leven. In 1992 is dan ook de bouw van een grotere gezinswoning op het erf gestart.

Jullie zaten dus met een tweede woning zonder bestemming?

LN: Klopt. Bij de moeder van Marina thuis lag een flyer op tafel van Boerenbond waarop stond dat de organisatie op zoek was naar boeren die aan hoevetoerisme wilden gaan doen. Aan die mogelijkheid van onze ‘tijdelijke’ woning hadden we nog niet gedacht. Alvorens deze stap te zetten, zijn we eerst bij andere bedrijven gaan kijken wat hun ervaringen hiermee waren. MV: We kregen positieve reacties te horen en zetten dan ook de stap naar hoeve- en plattelandstoerisme. Boerderijen die volzet waren en aanvragen kregen, stuurden die klanten door naar ons. Zo is het heel snel begonnen. Op 3 juli 1993 om precies te zijn. Zo snel zelfs dat we vroeger dan voorzien verhuisden naar onze nieuwe gezinswoning, die nog niet volledig af was. De eerste gast bleef een maand logeren wegens verbouwingswerken aan zijn appartement. De tweede gast bleef zelfs 5 weken. Speciaal op haar vraag zijn we een televisie gaan kopen voor het vakantiehuisje. Tijdens ons eerste jaar was de zomervakantie dus direct volledig volgeboekt.

Voor gezinnen met kinderen is de Nysenhoeve dé ideale vakantieplek om op een spelende wijzekennis te maken met de landbouw.
Voor gezinnen met kinderen is de Nysenhoeve dé ideale vakantieplek om op een spelende wijzekennis te maken met de landbouw. - Foto: TD

Was het een grote opdracht om jullie tijdelijke gezinswoning om te vormen tot vakantiehuisje?

MV: Neen, in die tijd waren er eigenlijk geen normen om aan te voldoen. Dat was wel anders dan nu. Toen sloten we ons aan bij de organisatie van plattelandstoerisme en je was vertrokken. Later kwamen er steeds meer kwaliteitsnormen om aan te voldoen. LV: We kregen en krijgen nog regelmatig keuringen inzake brandveiligheid. We moesten rookmelders, branddekens en blusapparaten plaatsen, noodverlichting aan de buitendeur voorzien, de houtkachels moesten uit het huisje en centrale verwarming was verplicht. De elektriciteit werd gekeurd, de verwarmingsketel wordt jaarlijks onderhouden. Iedere maand wordt het brandalarm getest... MV: Een van de opmerkelijkste regels vinden we toch dat er anderhalf eierdopje per persoon aanwezig moet zijn. LN: De controles op het vakantiehuisje vallen nog mee. We hebben ook niets met voeding te maken, het is geen B&B ofzo en we serveren geen eten. Het is puur een vakantieverblijf.

Wat omvat het vakantiehuisje?

MV: Vooreerst is het huisje centraal gelegen op het erf te midden van alle bedrijvigheid, voor de melkveestal en naast de jongveestal. Er is zicht op het erf, over de weides en velden en op het dorp. De woning is volledig gelijkvloers en voorzien van een grote woonkamer, met aansluitend een aparte keuken. Er zijn 2 slaapkamers, eentje met een tweepersoonsbed en eentje met 2 stapelbedden. Verder is er uiteraard een toilet, een badkamer met wasmachine en er is nog kindermeubilair en een garage. Voor de kinderen hebben we overalls voorzien, is er een trampoline, voetbalgoal, zandbak, traptractoren...

Hoe ziet de taakverdeling er tussen jullie uit?

MV: Ik neem het organisatorische van het vakantiehuisje op zich en verwelkom de gasten. Ludo doet de boerderij en helpt sporadisch mee met een klusje of herstelling in het vakantiehuis. Ludo is ook veel met de gasten bezig als ze de boerderij willen bezichtigen of ergens mee willen helpen.

Positieve ontwikkeling en mooie verhalen

Ik veronderstel dat het hoevetoerisme goed bevallen is. Wat zijn de positieve ervaringen?

LN: Uiteraard is het goed bevallen, anders doe je het geen 30 jaar. De mooiste momenten zijn toch de gezellige avonden met gasten. ‘s Avonds op het terras samen een glaasje drinken met een knabbel en babbel. MV: Toen onze kinderen jong waren, hebben we ze zelfs verplicht om ‘s middags te gaan slapen, omdat het vaak ‘s avonds zo gezellig was en lang uitliep, waardoor de nachten al wat korter waren. Wij vinden dat onze kinderen zijn opengebloeid door met de kinderen van vakantiegasten te spelen. Ze leren met mensen om gaan en speelgoed delen. Ook pikten onze kinderen veel op van de vakantiegangers en hun kinderen. Nieuwe woorden, uitspraken/begrippen of dialecten werden ontdekt. LN: Met sommige vakantiegasten bouwden we een mooie band op. Wannes is zo iemand. Hij komt al 13 jaar lang, meermaals per jaar. Het is een echt manusje-van-alles die bij alle werkzaamheden helpt. MV: Een andere mooie ervaring hebben we met Frederik Marijsse. Hij is hier als kind ergens rond de leeftijd van 5 jaar met zijn ouders op vakantie gekomen en kind aan huis geworden, zelfs onze interimboer. Als we op vakantie gaan of er even niet zijn, kan Frederik de boerderij draaiende houden. Enkele jaren terug nam Frederik na zijn middelbare school een sabbatjaar, waardoor hij veel op de boerderij hielp. Zo’n 7 à 8 jaar terug heeft hij hier zijn vriendin, Amy, leren kennen. Zij deed toen stage op ons bedrijf. De liefdesvonk tussen de 2 is hier overgeslagen. Bijna tweewekelijks komen ze langs op de boerderij en helpen ze bij het melken en verzorgen van de dieren. Eind augustus is het koppel getrouwd en kregen ze van ons een koe als trouwcadeau.

Voormalig vakantiegast – Frederik – komt heel vaak meehelpen op de boerderij.
Voormalig vakantiegast – Frederik – komt heel vaak meehelpen op de boerderij. - Foto: TD

Het feit dat we in Tongerlo (bij Bree) liggen, zorgt ook nog wel eens voor verwarring en grappige situaties. Het is meermaals gebeurd dat mensen naar het Antwerpse Tongerlo (nabij Westerlo) wilden komen en bij ons in Limburg voor de deur stonden.

Wat is het profiel van jullie gasten?

LN: De laatste jaren zijn dat vaak nieuw samengestelde gezinnen of grootouders met kleinkinderen of 2 gepensioneerde koppels die samen het huisje huren om de kosten te delen en die op fietsvakantie zijn. Veelal zijn het Belgen en Nederlanders die komen. We hebben geen internationaal publiek. Dat komt doordat we niet zijn aangesloten bij internationale bookingsites. Dat is een bewuste keuze, die goed bevalt.

Helpen de gasten vaak mee op jullie boerderij?

MV: Dat is heel wisselvallig. Sommigen komen er bewust voor, andere komen enkel voor het vakantiehuisje. Vaak zijn kinderen de drijfveer om te helpen op de boerderij. Zij hebben interesse in de dieren en helpen zo bij de verzorging. Regelmatig komen ouders met kinderen langs, om kennis op te doen over het boerenleven en om op deze basis een spreekbeurt in de kinderen hun klas te verzorgen. Ze nemen dan wat maïs of andere zaken mee naar huis om in de klas te tonen.

Leidt de aanwezigheid van vakantiegasten op de boerderij niet tot gevaarlijke situaties?

MV: Neen, daar hebben we geen probleem mee. De kinderen mogen enkel bij de dieren als boer Ludo of een een van hun ouders bekwaam is om hen veilig te vergezellen. Hetzelfde geldt als ze tussen machines komen. Die formule werkt.

De immer  goedlachse Ludo met de mascotte van het bedrijf: lakenvelder  ‘Dorientje’, en kinderen van vakantiegasten.
De immer goedlachse Ludo met de mascotte van het bedrijf: lakenvelder ‘Dorientje’, en kinderen van vakantiegasten. - Foto: TD

Familiaal landbouwbedrijf

Kan je wat meer over het landbouwbedrijf zelf zeggen?

LN: We zijn een gespecialiseerd melkveebedrijf met hoevetoerisme als neventak. Het bedrijf draait rond een zeventigtal melkkoeien en bijhorend jongvee. Vrij vroeg in onze loopbaan hebben we de keuze gemaakt om een familiaal bedrijf te blijven en om niet in te zetten op de groei van de melkveetak, maar op verbreding via hoevetoerisme. We waren misschien wel een voorloper met deze visie. Praktisch gezien worden de koeien tweemaal daags gemolken in een 2x5- visgraatmelkstal. De koeien beschikken over weidegang of over ligbedden, die ik instrooi met gehakseld stro. Een geschiedenisfeit waar ik fier op ben, is dat we met koe ‘Heidi’ de eerste 100.000 l-koe van Bree hadden op 17 november 2001. Daar heb ik een diploma van gekregen en de toenmalige minister van landbouw is zelfs langsgeweest. De melkgehaltes liggen hier nogal aan de hoge kan door het voederen van de bieten en de uitleg van de voederadviseur. Het eiwitgehalte is 38 en het vet is 48%.

Hoe zit het met de teelten en de mechanisatie?

LN: Het teeltplan is toegespitst op de ruwvoedervoorziening van het melkvee en bestaat uit maïs en gras, aangevuld met voederbieten. Tweejaarlijks probeer ik rogge te telen, waarvan ik het graan laat malen voor de koeien. Het stro ervan is welkom voor de kalverhuisvesting. Krachtvoer wordt aangekocht en soms bierborstel en/of nevenstromen uit de groenteverwerking. De snijmaïs wordt opgeslagen in een rijsilo, het gras wordt in ronde balen gewikkeld. Om de 2 dagen wordt een vers pak geopend en voor het voerhek geplaatst. Op het bedrijf is er maar een beperkte mechanisatie aanwezig. De verreiker met voerverdeelbak draait dagelijks, net als een kleinere tractor met schuif om het voer aan te schuiven. Vele werkzaamheden worden uitbesteed aan het naburige loonbedrijf. Piet Partoens en zijn medewerkers kennen door de jarenlange relatie ons bedrijf en weten de percelen liggen, waardoor dit vlot en fijn werkt.

Ludo en Marina kozen er vroeg in hun loopbaan voor om een familiaal melkveebedrijf te blijven en om in te zetten op  verbreding via hoevetoerisme.
Ludo en Marina kozen er vroeg in hun loopbaan voor om een familiaal melkveebedrijf te blijven en om in te zetten op verbreding via hoevetoerisme. - Foto: TD

Toekomst

Wat brengt de toekomst voor jullie?

MV: Vorig jaar en afgelopen winter investeerden we in het vakantiehuisje. De badkamer werd vernieuwd, het plafond van de keuken werd onder handen genomen, er is nieuw behang en nieuw buitenschrijnwerk geplaatst. Het huisje is dus klaar voor de toekomst, maar dat zal geen 30 jaar meer zijn (lacht). Afgelopen zomer is boer Ludo 65 jaar geworden en pensioengerechtigd. Met Nieuwjaar stoppen we met melken en gaan we enkel nog jongvee houden. LV: De boerderij heeft altijd gedraaid op Holstein met Emery-melkvee. De voorbije 5 jaar heb ik met het oog op mijn pensionering met andere rassen aan het experimenteren geweest om met mijn pensioen iets speciaals te hebben. We zijn zo begonnen met lakenvelders, blaarkoppen, witruggen, Belgisch witblauw, Zweeds roodbont, Fleckvieh en vele kruisingen. De eerste lakenvelder op het bedrijf is ondertussen onze mascotte geworden. Dat is koe Dorientje, ze is nu 11 jaar en met pensioen, maar toch mag ze nog blijven. De komende jaren gaan wij, net als Dorientje, van ons pensioen genieten. We melken dan wel niet meer, maar verzorgen nog jongvee en de bijhorende teelten en ontvangen nog steeds vakantiegasten.

Tim Decoster

Lees ook in Veeteelt

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken