Machinaal klompen maken
Vanaf de jaren 30 begon de klompenmakerij in Vlaanderen te mechaniseren. Die machines lieten toe om een model, dat wel eerst handmatig gemaakt moest worden, te kopiëren. Eerst beperkte zich dit tot 1 klomp per keer, maar latere machines kopieerden een volledig paar tegelijk. “Hierdoor verdubbelde de productiecapaciteit zich plots”, zegt Ronny Mondelaers. “Omdat de blokken hout naar elkaar toe draaien, kan je in een keer de linkse en rechtse klomp van een paar maken.”
Een klompenmaker spande een klomp op tussen 2 pinnen in de machine, zodat die rond kan draaien. Achteraf zijn daar aan de achterkant vaak nog streepjes en puntjes van te zien. “Hieraan kan je herkennen dat een klomp machinaal gemaakt is”, zegt Tim Van Goethem. Een machinaal geproduceerde klomp is van afwerking nogal ruw. Een klompenmaker werkte die vaak nog handmatig af met een mes.
In Nijhuis, de grootste klompenmaker van Nederland, zijn de klompenmachines tegenwoordig computergestuurd. Eerder waren ze zelfs overgestapt op machines die 4 of 6 paar klompen in een keer konden draaien, maar daarmee zijn ze gestopt. De productie was te hoog en er ging te veel hout verloren.
Een groot deel van de klompenmachines in Klompenmuseum Den Eik werd gedoneerd door de vader van Ronny, nadat hij stopte met het familiebedrijf in 2008.