Startpagina

“Er komen steeds minder goede Belgisch witblauwe dieren op de markt”

Steeds minder jongeren voelen zich geroepen voelen om in de vleesveehouderij te stappen. Dat merkt ook landbouwer Jan Van Kelecom (34) uit Hoegaarden.

Leestijd : 2 min

Steeds minder jongeren voelen zich geroepen voelen om in de vleesveehouderij te stappen. Dat merkt ook landbouwer Jan Van Kelecom (34) uit Hoegaarden. Zelf zette hij 10 jaar geleden wel die stap. Intussen kwam er ook een melkveetak bij. “Mijn vrouw Tineke verwerkt een deel van de melk voor onze hoevewinkel, maar het is ook een verzekering voor de toekomst, want de prijsvorming voor Belgisch witblauw is ondermaats.”

Zelden neemt een jonge vleesveehouder nog over. “Ik zie ook veel bedrijven overschakelen op andere rassen, dus er komen steeds minder goede Belgisch witblauwe dieren op de markt. Ik snap het, want wij zijn in 2020 ook begonnen met een melkveetak”, vertelt Jan. “De stikstofsaga heeft ervoor gezorgd dat de hele veehouderij al meer dan 3 jaar stilstaat, en stilstaan is achteruitgaan. We verliezen hierdoor veel jonge geëngageerde mensen.”

Commercieel gewicht

Jan haalt echter ook de berekening van het karkasgewicht aan als een pijnpunt. “Wettelijk gezien gaat er 2% af wanneer je van warm naar koud gewicht gaat, maar de sector heeft ‘commercieel gewicht’ uitgevonden, waardoor er nu standaard 3% wordt gehanteerd. Karkassen worden ook enorm opgekuist, wat zwaar doorweegt in de portemonnee van de landbouwer. Vleesveehouders die meer dan 6 weken op hun geld moeten wachten, zijn geen uitzondering. Daarbovenop zie ik dat de prijs van goede reforme melkkoeien niet evenredig is met die van goed vleesvee.”

Betere vleeskwaliteit

Ook op het vlak van karkaskwaliteit is er nog wat winst te boeken, denkt Jan. “Koeien die tijdens de afmest tijd kregen om te groeien en die daarna in de frigo kunnen rijpen, zijn van topkwaliteit, maar halen de laagste slachtpercentages. Je stopt er meer voer in én het bedekkingsvet wordt afgesneden voor het karkas gewogen wordt. Zo ben je als boer 2 keer verliezer. Als een goede afmest extra beloond zou worden, zou de kwaliteit van ons vlees nog net een stapje hoger zijn, en kunnen we ons weer beter onderscheiden tegenover andere rassen.”

Op restaurant en in de winkel

Ondanks de uitdagingen gelooft Jan in een toekomst voor Belgisch witblauw. “Het sperma van onze stieren gaat de wereld rond om in te kruisen met andere rassen. We moeten fier durven zijn op dit superras. Voor mij is het geen probleem dat een restaurant wil uitpakken met een Argentijns stukje vlees, maar biedt dan ook Belgisch vlees aan. Wanneer mensen op restaurant lekker Belgisch witblauw gegeten hebben, zullen ze dat in de supermarkt ook makkelijker in de kar leggen, op voorwaarde dat het duidelijk gemaakt wordt op de verpakking en de menukaart natuurlijk.” Jan wijst ook op de verantwoordelijkheid van elke landbouwer. “Je moet met een nuchtere kijk naar je bedrijf durven kijken. Wat kan er beter? Elk bedrijf is anders en heeft andere kansen en uitdagingen.”

Nele Kempeneers (Pennenvrucht)

Lees ook in

Meer artikelen bekijken