Paard aan huis: het is nog niet te laat om te hooien
Veel paardenhouders zagen met lede ogen aan hoeveel gras er met de grond gelijkgemaakt werd in de maand mei.

Wanneer dit artikel verschijnt, werken veel hobbypaardenhouders waarschijnlijk aan de oogst van een eerste snede hooi. Zij die deze oogst afwerkten in mei zullen hun paarden zacht en groen hooi voorschotelen dit najaar en volgende winter. Zij die nu het hooi onderbrengen in de opslag, zorgen voor meer structuur en minder eiwit. Het ene hooi is dus het andere niet, maar het ene paard is immers ook het andere niet. Toch hebben ze allemaal ruwe celstof (cellulose) nodig!
De grillen van het weer indachtig
Een vroege eerste snede gras heeft tal van voordelen. Een belangrijk voordeel waar zelden iets over te lezen valt, is het uitzicht op een productieve tweede snede. Wie einde juni/begin juli voor het eerst maait, heeft daartoe sowieso minder kansen. Als de zomermaanden juli en augustus het seizoen eer aan doen, groeit het gras immers niet opnieuw snel en weelderig terug. Eens de tweede snede een mooie maailengte heeft, zijn de dagen ook reeds minder lang. Vanaf begin augustus is dit merkbaar, net als de dauw die zich in de vroege ochtend aanmeldt in al zijn glorie.
Gras van de tweede snede is dan ook jonger en maar al te vaak nog net niet halfweg de bloei. Dit betekent een oogst van fijn zeer groen hooi met een hoger eiwitgehalte. De som van deze beide sneden zorgt voor rijk hooi, dat niet echt geschikt is voor ieder type paard of pony. Ook de grillen van het weer bepalen in de meeste gevallen de maaitijd, zeker de voorbije jaren en des te meer de jaren die eraan komen. Afhankelijk van de paarden die je op stal hebt, loont het nochtans de moeite om even stil te staan bij de voedingswaarde van ‘jong’ gras en ‘oud’ gras.
‘Als het hooi maar binnen is’, zaait twijfel
Het lange, vrij warme en droge voorjaar zorgde ervoor dat enorm veel gras tegen de vlakte ging. Veel paardenhouders sprongen dan ook mee op de kar. ‘Als het hooi maar binnen is’ hoorden we her en der. ‘Eens het na de droogte regent, bemesten we het land en kunnen we uitkijken naar een ruime en vrij vroege tweede snede’, aldus menig – productieve - paardenhouder. ‘Mijn hooi was binnen half mei. Prima voor mijn oud paard, voor mijn aan hoefbevangenheid gevoelige koudbloed is dit van het goede teveel’, klonk het in de gelederen. ‘Had ik toch maar mijn gras gemaaid, wie weet hoelang het nu weer zal regenen. Mijn maaibalk hangt reeds aan de tractor’, wist de hoefsmid vorige week tussen 2 regenbuien door.
Tal van reacties plukten we aldus in het Vlaamse paardenlandschap. Natuurlijk maakt elk zijn eigen keuzes. Het is echter een feit dat er van ‘juli hooimand’ reeds lang geen sprake meer is. Wat graangewassen betreft, is het hek ondertussen reeds lang van de dam. De velden zijn in ‘augustus oogstmaand’ immers door en door geschoren vandaag de dag.
Voedzame buikvulling
Van rijk hooi (gras gemaaid in een vroeg bloeistadium) spekken hobbypaarden wel degelijk aan. Oude paarden – met een slecht gebit – drachtige en zogende merries en hun opgroeiende veulens hebben daarentegen veel baat bij dit rijker hooi. Voor volwassen hobbypaarden, zeker pony’s en koudbloeden, is hooi gewonnen van ouder gras een weldaad. Ze verteren het hoge gehalte aan cellulose immers stukken beter. Paarden kunnen het op heel schraal hooi – met een lager eiwit- en suikergehalte – heel goed doen. Kleine, makkelijk hanteerbare pakjes hooi van gras einde bloei (zie foto) zijn dus het ideale ruwvoer voor het doorsneehobbypaard. Bovendien zijn deze kleine baaltjes hooi betaalbaar. Gewikkeld in plastic blijven ze een investering van formaat. En dan moet je nog het geluk hebben dat ze degelijk gewikkeld zijn!