Belchim demonstreert oplossingen voor gewasbescherming
Certis Belchim had dit jaar op zijn proefplatform in Londerzeel zo’n 80 proeven in meer dan 30 gewassen aanliggen. Er zijn de laatste 2 weken van juni ruim 1.500 bezoekers geteld op de proefhoeve tijdens hun jaarlijkse European Trial Field Days.
Om het overzicht tussen alle middelen, gewassen, ingezaaide onkruiden en proeven te bewaren, had Maud Buggenhout, Market Intelligence & Communication Specialist van Certis Belchim, enkele onderwerpen geselecteerd die van belang zijn voor de Vlaamse landbouwsector.
‘Multiflex’ herbicide
In de aardappelteelt bereidt de sector zich voor op het wegvallen van herbiciden op basis van de actieve stof metribuzin. Hiervan is geweten dat die het zeer goed doet inzake de bestrijding van kamille en andere onkruiden die in de toekomst moeilijker te bestrijden kunnen zijn. Certis Belchim verwacht het wegvallen van metribuzin deels te kunnen opvangen met Proman (metobromuron). Dit noemen zij een echt ‘multiflex’ herbicide, omdat het onder andere in alle aardappelrassen kan ingezet worden, met alle partners mengbaar is en flexibel is in timing. “Het scoort goed op kamille, doornappel, zwarte nachtschade, melganzenvoet... Hiernaast doet Proman het goed in droge en natte omstandigheden en kent het een flexibele toepassing tot tegen de opkomst”, legt David Dermaut, technisch accountmanager, uit.
In de zoektocht naar partners in het herbicideschema om de onkruidbestrijding volledig te maken, schuift Certis Belchim middelen op basis van aclonifen (Chanon) en clomazon (Evea) naar voren. “Partners zoeken in het schema is nodig, zeker omdat we weten dat geen enkel middel solo voldoende krachtig is om doornappel te bestrijden”, aldus Dermaut.
Lentagran op grijze grond in wortelen
Na de onkruidbestrijding in aardappelen ging het over onkruidbestrijding in wortelen. Sinds vorig jaar heeft Certis Belchim een erkenning om Lentagran 45 WP in te zetten vanaf het 2 bladstadium van wortelen. Er kan met dit herbicide dus een correctiebehandeling uitgevoerd worden, nadat eerder een vooropkomstbehandeling als basis werd gespoten om de onkruiden aan te pakken. Lentagran 45 WP pakt een breed spectum aan onkruiden aan, maar uiteraard niet alles, dus moeten er partners in het schema gezocht worden. De juiste partners versterken ook het effect van Lentagran 45 WP.
“Dit herbicide werkt goed op zwarte nachtschade en doornappel als je het tijdig toepast tot maximaal het 4 bladstadium van de doornappel. Opletten: het is een echt contactherbicide, en heeft geen nawerking”, duidt Fons Medaer. Hij is technisch expert inzake groenten bij Certis Belchim en wijst op het voordeel om Lentagran 45 WP te fractioneren. “Driemaal toepassen aan een lagere dosis, geeft een beter resultaat dat tweemaal toepassen aan een hogere dosis.” Tevens wijst hij op het ideale moment van spuiten. “Dit is op ‘grijze grond’. Dat is een situatie wanneer het minstens 2 dagen niet geregend heeft, wanneer het bodemoppervlak droog is en ook het gewas.” Zelfs een toepassing op een dauwnat gewas maakt een verschil, maar hier dan wel in negatieve zin. Staat het gewas niet droog, dan is de waslaag te zwak en is het te gevoelig voor het herbicide.
Een ander advies is om tijdig te starten. Dat is wanneer de zwarte nachtschade maximaal 2 bladeren heeft.
Teppeki in wortelen
In wortelen lag nog een belangrijk deel van de proefveldwerking aan inzake virusbestrijding of de bestrijding van bladluizen die virussen overbrengen. Het afgelopen voorjaar was wel een goede periode om hiermee ervaringen op te doen dankzij de heel hoge bladluisdruk die we gekend hebben. De bladluizen berokkenen zowel schade via de virusoverdracht als via zuigschade. “Een uur na toepassing van het insecticide Teppeki zijn de luizen nog niet afgedood, maar ze voeden zich niet meer aan de plant, dus ze veroorzaken geen zuigschade en geen virusoverdracht meer”, merkt Fons Medaer op.
“De bladluizen moeten van in het begin tijdig aangepakt worden. Teppeki heeft een erkenning om vanaf kiemlobstadium toegepast te worden, in dat stadium heeft het nauwelijks nawerking, maar wel een goede contactwerking. Het heeft erkenning voor 2 toepassingen”, geeft hij nog mee. Certis Belchim schuift dan ook strategieën naar voren waarbij tweemaal Teppeki wordt ingezet, gevolg door andere middelen. Het voordeel van Teppeki is dat het een goede contactwerking heeft, dat het nog een beetje systemisch werkt, maar vooral dat het de nuttigen spaart.
Crown SL in uien
Het juiste moment van toepassen blijkt hierbij enorm cruciaal. “De uien moeten volgroeid zijn, maar ook nog over voldoende sapstroom beschikken om het product van de bladeren naar de bol te brengen. Wanneer 10 à 30% van de uien gestreken is, is het dé moment om Crown SL toe te passen”, legt Medaer uit. “Een andere stelregel is dat de bol driemaal zo dik moet zijn als de nek, dat is een belangrijke verhouding.” De proefveldwerking liet duidelijk zien dat later spuiten, bijvoorbeeld wanneer 50 % van de uien gestreken is, het rendement van de behandeling tenietdoet. “Het toevoegen van een uitvloeier, zoals Trend, verbetert nog het effect. Die helpt echt om het middel Crown SL in het blad te trekken.”
Na het spuiten is er het liefst 12 à 24 uur lang geen regen. Nog beter is om 48 uur geen regen te hebben na toepassing.
Panorama in bieten
Cercospora wordt een steeds moeilijker te beheersen schimmelziekte in suikerbieten. Om dit aan te pakken, heeft Certis Belchim sinds vorig jaar een nieuw fungicide in het aanbod, namelijk Panorama. Het is een coformulering van 2 referentietriazolen (prothioconazool + metconazool). “De combinatie van deze 2 actieve stoffen zorgt voor een sterker middel dan producten op basis van 1 actieve stof”, aldus David Dermaut.
Het advies luidt om de sterkste middelen uit het gamma in te zetten op het ogenblik dat de druk het hoogst is. Wanneer dat juist is, hangt wat samen met het seizoensverloop. Een exact moment kan je daar niet op plakken. David Dermaut raadt al lachend aan om als akkerbouwer zeker je bieten gespoten te hebben, alvorens je tarwe gaat oogsten. “Doe je het omgekeerd, dan kom je te laat.” Verder wordt nog meegegeven om actieve stoffen af te wisselen om aan een goed resistentiemanagement te werken.
