Droogste lente en zomer in meer dan 100 jaar
Het is de voorbije 6 maanden uitzonderlijk droog geweest in België. Tijdens de weerkundige lente en zomer - van begin maart tot eind augustus - viel er samengeteld maar 184,4 mm neerslag, minder dan de helft van de normale hoeveelheid. Daarmee beleefden we de droogste combinatie van lente en zomer sinds 1921, zo blijkt uit cijfers van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI).
De lente was al de op een na droogste sinds het begin van de waarnemingen in 1833. En ook tijdens de zomer viel er weinig neerslag: de voorbije zomer staat op de vijftiende plaats in de lijst van droogste zomers sinds 1833. Tijdens de 2 seizoenen samen viel er minder dan de helft van de normale hoeveelheid neerslag, die 399,8 millimeter bedraagt.
Enkel in 1921 waren lente en zomer nog droger dan dit jaar. Toen viel er maar 133,5 mm neerslag. De zomer was ook erg warm. Met een gemiddelde temperatuur van 19,3 °C (tegen een normale waarde van 17,9 °C) komt de zomer op de vierde plaats sinds het begin van de metingen.
Er waren 38 zomerdagen (met maxima boven 25 °C) en 9 tropische dagen (meer dan 30 °C). Normaal zijn dat er respectievelijk 24 en 5. Er waren 2 hittegolven: van 28 juni tot en met 2 juli en van 10 augustus tot en met 15 augustus.
De hoogste temperatuur tijdens de zomer, 38,3 °C, werd op 2 juli gemeten in Diepenbeek. Op 25 augustus zakte het kwik dan weer tot 0,6 °C in Elsenborn. De zon scheen tijdens de zomer in totaal 707 uur, ruim 100 uur meer dan normaal. Ook de maand augustus was zeer droog. Er viel maar 17,8 mm neerslag, een vijfde van de normale hoeveelheid. De gemiddelde temperatuur bedroeg 19,3 °C in augustus.
