Startpagina Overdraagbare ziekten

Wat als nodulaire dermatose bij ons uitbreekt?

In nu al 3 departement in Frankrijk worden veehouders getroffen door nodulaire dermatose of lumpy skin disease. Ook op het Italiaanse eiland Sardinië zijn er besmettingen. Landbouwleven laat in dit artikel 2 specialisten aan het woord over deze ‘nieuwe’ ziekte.

Leestijd : 6 min

Aan het woord zijn Hélène Gérard (HG), dierenarts bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, afdeling Diergezondheidsbeleid, en Jean-Yves Houtain (JYH), directeur Epidemiologie en Gezondheidsbeheer bij de Association Régionale de la Santé et d'Identification Animales (Arsia, de Waalse tegenhanger van Dierengezondheid Vlaanderen (DGZ)).

Onbekende virusziekte vergt waakzaamheid

Nodulaire dermatose zorgt voor heel wat schade. Hoe verloopt deze ziekte?

JYH: Het is een virusziekte die over het algemeen niet voorkomt in de Europese Unie. De diergezondheidswetgeving plaatst het in categorie A, wat betekent dat er verplichte en onmiddellijke uitroeiingsmaatregelen moeten worden genomen. Bovendien is het een vectorziekte. Ze wordt overgedragen door de beten van allerlei insecten: muggen, dazen, knutten (culicoïdes) en zelfs steekvliegen (stomoxys). In tegenstelling tot blauwtong of de epizoötische hemorragische ziekte (EHD) vermenigvuldigt het virus zich echter niet in het insect. Het is slechts een mechanische drager. De ziekte kan dus worden opgelopen via besmette spuiten of apparatuur, en via onbehandelde melk. Tot slot bestaat ook de mogelijkheid tot directe overdracht, van dier op dier, via speeksel.

 

Jean-Yves Houtain stelt dat het nagenoeg onmogelijk is om insecten een volledig seizoen weg te houden.
Jean-Yves Houtain stelt dat het nagenoeg onmogelijk is om insecten een volledig seizoen weg te houden. - Foto: D.T.

HG: Een ander belangrijk punt betreft de incubatietijd, die 1 tot enkele maanden kan duren. Het dier kan gedurende deze periode drager zijn zonder symptomen te ontwikkelen of positief te testen. Dit is een van de redenen waarom dieren geruimd moeten worden, omdat ze in de incubatieperiode besmettelijk kunnen worden.

Wat zijn de symptomen?

JYH: De dieren hebben hoge koorts, die tot een soort neerslachtigheid of futloosheid leidt. Ze stoppen met eten. Er kunnen abortussen optreden of de melkproductie kan dalen. Er verschijnen ook knobbeltjes. Deze zijn uitwendig zichtbaar, maar er zijn ook laesies op de slijmvliezen, wat het wegkwijnen en de moeilijkheden van het dier met eten verklaart. Daarnaast stellen dierenartsen orgaanschade vast. Na verloop van tijd, en als de laesies niet te ernstig zijn, neemt het immuunsysteem het over. Het sterftecijfer wordt geschat op 10%.

Zijn sommige dieren vatbaarder dan andere?

HG: Over het algemeen zijn alle dieren met een verzwakte immuniteit, ongeacht deze ziekte, vatbaarder voor infecties.

Deze ziekte kwam voor in Azië en vervolgens in Afrika. Tegenwoordig verspreidt de ziekte zich over ons continent. Er zijn gevallen gemeld in 3 Franse departementen. Waar bevinden zich momenteel de meeste uitbraken?

HG: Er zijn uitbraken in Frankrijk en op het Italiaanse eiland Sardinië. Er werd ook een uitbraak ontdekt op het Italiaanse vasteland, in Lombardije, die verband hield met de aankoop van een stier uit Sardinië. Dit toont het belang van voorzichtigheid bij het introduceren van dieren uit deze risicolanden.

De vraag die velen zich uiteraard stellen is: bestaat er momenteel een gevaar voor ons land?

HG: Dankzij de traceerbaarheid van dieren door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) weten we dat er geen risicovolle introducties van dieren uit deze landen hebben plaatsgevonden. Belgische veehouders kunnen wel nog dieren in Frankrijk kopen, maar niet in de getroffen departementen. Dat is verboden. Handel in dieren in departementen die grenzen aan de gereguleerde zone is toegestaan, maar het vormt een gevaar. Daarom is waakzaamheid essentieel bij het introduceren van een dier uit een getroffen land. Het is ook essentieel om de bioveiligheidsmaatregelen aan te houden die al in de sector van kracht zijn.

Hélène Gérard benadrukt dat vaccinatie, ook als die preventief gebeurt, zal samengaan met andere maatregelen die een impact hebben op de sector.
Hélène Gérard benadrukt dat vaccinatie, ook als die preventief gebeurt, zal samengaan met andere maatregelen die een impact hebben op de sector. - Foto: D.R.
 

Welke maatregelen zouden er moeten worden genomen als deze ziekte ons land zou bereiken?

HG: Bij alle uitbraken is het volledig ruimen van alle dieren van het beslag vereist, evenals het instellen van beperkingszones met een straal van 50 km, zoals in Frankrijk. Binnen en vanuit deze zones is geen verplaatsing van vee, rauwe melk of mest meer toegestaan, en sperma mag niet meer naar andere lidstaten worden geëxporteerd. De gevolgen zijn zeer ernstig... En als er uitzonderingen zijn, zijn die zeer streng. Deze regels gelden minimaal 28 dagen na de ontdekking van het laatste geval, of langer indien nodig.

Er is een sterftecijfer van ‘slechts’ 10%, maar de impact is aanzienlijk voor veehouders.

HG: Ja, en tegelijkertijd kunnen derde landen invoerverboden opleggen. Vanuit België exporteren we sperma en embryo's naar het buitenland. De sector zou aanzienlijk kunnen worden getroffen.

Vaccinatie als redmiddel

Hoe zit het met vaccinatie?

HG: Vaccinatie is, samen met het ruimen van een beslag, het enige middel om deze ziekte te bestrijden. Het vaccin kan echter klinische symptomen uitwissen, waardoor de ziekte onopgemerkt kan blijven. Daarom gaat vaccinatie gepaard met een reeks heel strenge Europese regels, zoals de afbakening van een vaccinatiezone – de plaats waar het vaccin mag worden toegediend, waarbinnen verscherpt toezicht wordt toegepast met bezoeken van dierenartsen en laboratoriumtests. Ook daar gelden regels, zoals een verbod op het vervoer van runderen en kiemproducten. En als er een uitbraak in het gebied wordt vastgesteld, gelden deze beperkingen gedurende 14 tot 28 maanden na de laatste vaccinatie. Aan de andere kant, wanneer het gaat om vaccins die preventief worden toegediend, als er nog geen uitbraak is, gelden deze maatregelen gedurende 8 maanden, wat uiteraard niet onbelangrijk is. Er moet ook rekening worden gehouden met de kosten van vaccins, procedures, laboratoriummonitoring, inclusief de bezoeken die nodig zijn voor het nemen van monsters en de kosten van exportverboden en eventuele embargo's opgelegd door derde landen. Dit alles moet nauwkeurig worden geanalyseerd: de inzet moet de moeite waard zijn, want ook hier zijn de gevolgen aanzienlijk.

Wat moet een veehouder doen die vermoedt dat een van zijn dieren de ziekte heeft?

HG: Natuurlijk kan dit beangstigend zijn. Vermoedens moeten echter zo snel mogelijk aan het FAVV worden gemeld. Hoe langer de melding wordt uitgesteld, hoe groter de schade kan zijn. En hoe eerder de melding wordt gedaan, hoe sneller de uitbraak kan worden ingedamd. Bovendien wil ik iedereen eraan herinneren dat het verzwijgen van deze ziekte juridisch strafbaar is.

In Frankrijk gaan stemmen op tegen het ruimen van dieren. Kunt u zich de wanhoop van sommige boeren voorstellen?

HG: Ik wil benadrukken dat we geen keuze hebben. Nationale autoriteiten moeten de Europese regelgeving toepassen! Ze kunnen echter wel ontheffingen verlenen, bijvoorbeeld voor een vervoersverbod, of zelf besluiten tot een vaccinatiecampagne.

Knutten hebben zich aangepast

Blauwtong, epizoötische hemorragische ziekte, nodulaire dermatose... Veehouders krijgen te maken met een toenemend aantal ziekten. Hoe kan men dit fenomeen verklaren?

JYH: Voor ons is het enerzijds duidelijk een gevolg van de opwarming van de aarde. Anderzijds kan het verband houden met de toegenomen handel. Door de opwarming van de aarde is de periode waarin insecten actief zijn, langer geworden. Knutten, die voorheen ons klimaat en de lange Europese winters niet konden verdragen, hebben zich aangepast, zoals we hebben gezien bij blauwtong. Sinds een jaar of 10 vertellen epidemiologen ook dat het risico op introductie van exotische ziekten toeneemt. En dit geldt niet alleen voor de diergezondheid, want hetzelfde fenomeen wordt ook in de humane geneeskunde waargenomen.

HG: Er zijn 14 ziekten van categorie A, zoals varkenspest, vogelgriep en mond-en-klauwzeer. Niet al deze ziekten worden door vectoren overgedragen. Sommige ziekten in deze categorie waren in de jaren 80 en 90 al bekend, en er werden bestrijdingsprogramma's opgezet om de ziektevrije status te herstellen. Maar sinds 2018 zijn sommige ziekten teruggekeerd of opnieuw opgedoken, en nu hebben we te maken met ziekten waar deze generatie boeren en dierenartsen nog nooit eerder mee te maken hebben gehad.

Hoe kunnen we veehouders geruststellen?

JYH: Voor nodulaire dermatose: hoewel de maatregelen zeker heel zwaar zijn in gebieden waar de ziekte voorkomt, hebben ze hun effectiviteit bewezen. Als de detectie snel verloopt en de huidige regels worden toegepast, kan het risico beperkt blijven tot 1 regio. Ik wil er ook op wijzen dat, hoewel sommigen misschien bezwaren hebben tegen de Europese Unie, we dankzij het Europese Netwerk voor Diergezondheid toegang hebben tot gedeelde gegevens, kennis en ervaring. Dit stelt ons in staat onze procedures beter voor te bereiden en aan te passen. We zagen dit toen de varkenspest in 2018 in Gaume uitbrak en we van de Tsjechische expertise profiteerden om de ziekte in te dammen.

Déborah Toussaint

Lees ook in Overdraagbare ziekten

Meer artikelen bekijken