Boerenbond en ABS wijzen op beperkingen om terugdringen verzurende gassen te versnellen
Landbouworganisaties Boerenbond en ABS gaan niet akkoord met de stelling dat de landbouwsector te weinig doet om de uitstoot van verzurende gassen te verminderen. Volgens hen wil de sector zeker nog meer inspanningen doen, maar daar moet dan wel rechtszekerheid tegenover staan.
Op 30 september bleek uit een rapport van het federale Planbureau dat de landbouwsector met een vermindering van de uitstoot met 17% tussen 2008 en 2023 het slechtst scoort van alle Belgische sectoren.
Niet vergelijken met andere sectoren
Boerenbond beklemtoont dat een daling van 17% op 15 jaar tijd aantoont dat de landbouwsector wel degelijk inspanningen levert. Volgens de landbouworganisatie is het niet correct om de evolutie van de uitstoot door de landbouwsector rechtstreeks te vergelijken met andere sectoren. Ingrijpen in biologische processen is bijzonder moeilijk; de uitdaging is hier groter dan in de industrie.
“Dat wil niet zeggen dat de sector geen bijkomende inspanningen wil leveren, integendeel, maar tegenover grote investeringen moet wel rechtszekerheid staan. Dat geldt voor alle ondernemers, ook voor de landbouw”, zegt Boerenbond-voorzitter Lode Ceyssens.
Te veel beperkingen
Ceyssens stelt dat de sector op te veel beperkingen botst. “De erkenning van toepasbare technieken om de uitstoot te verminderen laat te lang op zich wachten, of de efficiëntie van maatregelen wordt opeens in vraag gesteld. Denk bijvoorbeeld aan de toepasbaarheid van mestrobots of vloertechnieken. Daarnaast loopt het vergunningenbeleid voor maatregelen als pocketvergisters of windmolens te stroef. Als we verder stappen vooruit willen zetten in de landbouw, dan moet ook het beleid mee.”
Economisch haalbare technieken
Ook het ABS vindt het feit dat de daling in de landbouw lager is dan in andere sectoren normaal. “In de landbouw zijn hoofdzakelijk natuurlijke processen de oorzaak van de uitstoot. Die kan men ook bijsturen of de uitstoot opvangen, maar dit is niet zo eenvoudig”, reageert ABS-voorzitter Bruno Vincent. “De beschikbare technieken in de landbouw zijn ook nog voor verbetering vatbaar, maar daarvoor heeft men tijd nodig en moeten ze economisch haalbaar zijn. Niet enkel om ze te ontwikkelen maar ook om ze te implementeren in de realiteit. Daarom lijkt het me vreemd dat dezelfde doelen in dezelfde tijdspanne moeten worden nagestreefd.
Volgens Vincent rekent de industrie ook anders en met veel kortere financieringstermijnen dan in de landbouw. “Wat ze doen is ook vaak ‘nieuwer’ en ze hebben meestal niet met de natuur af te rekenen, dus kan het vernieuwingsproces sneller gaan als ze het haalbaar achten.”
Vincent merkt nog op dat de industriële productie in Vlaanderen elk jaar afneemt, terwijl de consumptie van die producten eerder toeneemt. “Dan is het logisch dat men plaatselijk tot een lagere uitstoot komt. Maar wereldwijd brengt dit geen aarde aan de dijk. De productie wordt gewoon verplaatst naar waar er geen of weinig belemmeringen zijn.”
