Landbouw- of bosbouwtrekker
Volgens artikel 1, § 2, 59° van het voormelde KB is een “Land- of bosbouwtrekker” ieder landbouw- of bosbouwvoertuig op wielen of rupsbanden, met motor, ten minste twee assen en een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van ten minste 6 km/u, dat voornamelijk voor tractiedoeleinden is bestemd en in het bijzonder is ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde verwisselbare uitrustingsstukken die voor gebruik in de land- of bosbouw zijn bestemd, of voor het trekken van aanhangwagens of uitrustingsstukken voor de land- of bosbouw. Het kan worden ingericht om een lading te vervoeren voor landbouw of bosbouwdoeleinden en/of kan worden uitgerust met zitplaatsen voor meerijders.
Landbouwmotor
Heeft het trekkend voertuig maar één as, dan zal deze niet als landbouwtrekker maar als landbouwmotor worden gecatalogeerd. Volgens artikel 1, §2, 62° van het genoemde KB dergelijke landbouwmotor omschreven als elk landbouw-motorvoertuig voor verschillend gebruik dat slechts één as bezit en door middel van armen wordt bestuurd door een bestuurder die normaal te voet is. Sommige landbouwmotors kunnen worden uitgerust met een aanhangwagen of een getrokken landbouwwerktuig voorzien van een zitplaats.