Koolstofopslag vraagt meer inspanningen
Parlementslid Mieke Schauvliege (Groen) legde in de commissie Leefmilieu nog eens de vinger op het verminderde vermogen van onze bodem om koolstof op te slaan. Koolstofopslag is een essentiële pijler van het klimaatbeleid en een van de weinige negatieve emissiebronnen die we hebben.

Schauvliege wees er in de vergadering van de leefmilieucommissie van het Vlaams parlement van 18 november op dat de klimaattransitiebarometer benadrukt dat beslissingen die vandaag worden genomen, bepalend zijn voor onze toekomstige uitstoot. Ze ziet dat de indicatoren voor landgebruik niet verbeteren, terwijl de LULUCF-verordening (land use, land use change, and forestry) Vlaanderen verplicht om tegen 2030 een aanzienlijke bijkomende koolstofopslag te realiseren. Het rapport stelt expliciet dat deze trend dringend dient te worden gekeerd om de klimaatneutraliteit te bereiken.
Bijkomende maatregelen?
Van minister Jo Brouns (cd&v), die zowel voor landbouw als voor leefmilieu bevoegd is, wilde Schauvliege weten hoe en of hij van plan is om bijkomende maatregelen te treffen om deze trend te keren. Volgens de minister steunt de transitiebarometer op de data van de emissie-inventaris, maar die is niet van het detailniveau om hierop grondige trendanalyses te kunnen uitvoeren. Volgens de LULUCF-verordening volstaan deze data evenwel om hierover te rapporteren. Richting 2030 voorziet de LULUCF-verordening wel in een verdere optimalisatie wat betreft de monitoring.
Brouns verduidelijkte dat vanaf de volgende transitiebarometer er door de Vlaamse LULUCF-experts in overleg wordt gegaan met de collega’s van de FOD Leefmilieu. Die zijn verantwoordelijk voor de opmaak van die barometer, om die verder te optimaliseren en om de Vlaamse insteek hierin te verwerken. Voor alle duidelijkheid stelde de minister dat er momenteel geen Vlaamse LULUCF-doelstelling is. In het LULUCF- prognoserapport ‘toestand 2024’ wordt er alleen een indicatieve ambitie opgenomen.
Vlaamse en Belgische emissies
De onderhandelingen tussen de gewesten en de federale overheid over die intra-Belgische lastenverdeling van de energie- en klimaatdoelstellingen voor de periode 2021-2030, waaronder de LULUCF-doelstelling, werden voorlopig nog niet gefinaliseerd. Binnen de Vlaamse regering neemt minister Depraetere (Vooruit) daar de lead. Op basis van het gepubliceerde prognoserapport ‘toestand 2025’ zei minister Brouns dat de ‘no debit rule’ 2021-2025 in elke prognose wordt behaald.
Jaarlijks datarapport
Wat de zorg voor transparantie betreft, kondigde hij aan dat er vanaf de rapportering van 2026 jaarlijks een datarapport zal gepubliceerd worden dat alle kennis inzake de Vlaamse LULUCF-monitoring centraliseert en dat inzichten zal verschaffen. Het zal een doorkijk geven hoe ingezet wordt op verdere optimalisatie inzake monitoring. Daarnaast wordt verder ingezet op het publiek ontsluiten van beschikbare data.
Grasland wordt akkerland
Schauvliege toonde zich met de reactie van de minister niet helemaal tevreden. Ze ziet dat ontbossing een belangrijke uitstootbron is, net als het scheuren van waardevol grasland en het omzetten ervan in akkerland.
Ook commissielid Bart Dochy (cd&v) vindt de zorg over de opbouw van koolstof in de bodem terecht. Wat cultuurgrond aangaat, ziet hij een Europese maatregel in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) tot bewaring van permanente graslanden. Er is ook monitoring van het al dan niet verminderen van hoeveelheden. Wanneer dit onder een bepaald niveau gaat, zijn er maatregelen aan gekoppeld om het weer op te bouwen.
Afgeschafte derogatie
Daarnaast wees Dochy op een voor hem bijzonder eigenaardige vaststelling vanwege de afschaffing van de derogatie. Die betreft het aanbrengen van organisch materiaal in de bodem via dierlijke mest, desgevallend met stroresten. Die derogatie werd een drietal jaar geleden afgeschaft. Dat betekent dat landbouwers dan eigenlijk verplicht zijn om over te schakelen naar kunstmest. Met kunstmest breng je volgens het commissielid per definitie geen organisch materiaal aan. Hij vindt die maatregel in strijd met de klimaatdoelstellingen. Dochy zei dat iedereen weet dat het gebruik van dierlijke mest binnen de regels van derogatie ook niet leidt tot extra problemen rond uitlozing van bijvoorbeeld





