Bijsturingen voor schade aan vee door wolven
Vlaams minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns (cd&v) werkt aan een aantal bijsturingen inzake het Vlaamse wolvenbeleid, onder meer inzake de preventie van wolvenschade en het vergoeden ervan. Dat blijkt uit een recente schriftelijke parlementaire vraag van Sanne Van Looy van N-VA.
Op een eerdere parlementaire vraag van Van Looy had minister Brouns in september 2025 geantwoord dat een optimalisatie van zowel de subsidieregeling als de schaderegeling nodig is. Inmiddels is er duidelijkheid over een aantal aanpassingen ter zake.
Wolfwerende afsluitingen
“Er wordt onderzocht hoe de subsidie voor wolfwerende afsluitingen voor niet-professionele veehouders en kleinere professionele veehouders omgevormd kan worden naar een forfaitair bedrag per lopende meter omheining die wolfwerend gemaakt wordt. Dat betekent voor de aanvragers meer duidelijkheid en minder administratie. De doorlooptijd van de aanvragen kan zo ook significant verkort worden, omdat de berekening van het subsidiebedrag veel eenvoudiger zal worden dan nu het geval is”, stelt de minister.
De subsidieregeling voor professionele landbouwers zit geïntegreerd in de maatregel niet-productieve investeringen (NPI) van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) en wordt opgevolgd door het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. “Professionele landbouwers zijn over het algemeen goed vertrouwd met deze procedures, waardoor er momenteel geen nood is om de maatregel inhoudelijk of administratief bij te sturen”, verduidelijkt minister Brouns.
Snellere waardebepaling
Daarnaast geeft het Agentschap Landbouw en Zeevisserij advies over de waardebepaling bij schade aan landbouwhuisdieren (runderen, schapen, geiten en herten). Er zijn volgens de minister verdere stappen gezet om te verzekeren dat het agentschap, na ontvangst van de adviesvraag van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), binnen de 10 werkdagen een waardebepaling aan het ANB bezorgt.
Het verbeteren van de schaderegeling omvat verschillende acties. Een eerste is de versnelde afhandeling van de aanvragen tot schadevergoeding. Bij schadegevallen die mogelijks toe te wijzen zijn aan wolf worden steeds DNA-stalen genomen om effectief vast te stellen of het een wolvenaanval betreft of niet. Voorheen werd telkens gewacht op het resultaat van de DNA-analyses om te concluderen of het schadegeval toegeschreven kan worden aan een wolf of niet. “Dit zal worden vereenvoudigd. Wanneer op basis van het schadebeeld met voldoende zekerheid kan besloten worden dat de schade werd toegebracht door een wolvenaanval, dan wordt het schadedossier al afgerond. In dit geval wordt niet gewacht op het resultaat van de DNA-analyses om de schade te vergoeden”, kondigt minister Brouns aan.
Gemiddelde marktprijs voor paardachtigen
Ook de procedure om de effectieve marktwaarde van het aangevallen dier te bepalen, wordt versneld. Er bestaat nog geen geijkte procedure om de gemiddelde marktprijs van paardachtigen te bepalen. Een richtlijn hiervoor is in opmaak.
Bij schade aan vee door een wolvenaanval wordt een vergoeding voorzien in overeenstemming met de bepalingen van het soortenschadebesluit. In dat geval moet een vergoeding worden voorzien ter waarde van de gemiddelde marktprijzen die gelden onmiddellijk voor de dag van het optreden van de schade. Deze vergoeding wordt uitgebreid. Voor dieren die door een wolf gedood worden is er een vergoeding volgens de gemiddelde marktprijs en een aanvullende vergoeding ten belope van de kost voor de kadaverophaling.
Voor dieren die verwond worden door een wolf en geëuthanaseerd moeten worden is er de vergoeding volgens de gemiddelde marktprijs, een aanvullende vergoeding voor de kadaverophaling en aanvullende vergoeding voor de euthanasie. Voor dieren die verwond worden door een wolf, maar die na een ingreep van een dierenarts blijven leven is er een vergoeding van de dierenartskosten, maar die is beperkt tot de gemiddelde marktprijs van het dier.
