Startpagina

Zelf je markt vormgeven

Leestijd : 2 min

De Leuvense landbouwer Tom Troonbeeckx concentreerde zich tijdens het recentste Mo*-debat op het economische model achter zijn landbouwbedrijf. Hij stopte met zijn eigen zelfoogstboerderij, Het Open Veld, om op te gaan in de Boerencompagnie. Die coöperatie werkt volgens de CSA-principes (Community Supported Agriculture, of landbouw gesteund door een gemeenschap van consumenten). Op het bedrijf telen de drie boeren-coöperanten groenten, kersen, zelfoogstbloemen en oude graangewassen. Recent kwam daar nog veeteelt bij.

“Ik heb even veel boeken gelezen over economie als over landbouw.” Onderschat CSA-boer Tom Troonbeeckx niet.
“Ik heb even veel boeken gelezen over economie als over landbouw.” Onderschat CSA-boer Tom Troonbeeckx niet. - DC

“Ik heb even veel boeken gelezen over economie als over landbouw,” lacht Tom, “en ik heb daar zo mijn ideeën over. Het familiale landbouwbedrijf is volgens mij niet de ondernemingsvorm van de toekomst. Dat is de coöperatie. Op die manier werken kan op vele niveaus, zowel groot als klein”, voegt hij er nog aan toe.

Hij haalt vooral de intense relatie met de consumenten aan als sterk punt. Die bezorgt beide partijen voordelen. “In een coöperatief landbouwsysteem is de consument zelf controleur. Wij kunnen met onze leden ethisch reflecteren en zoeken naar wat werkt, en wat niet. Ik geef heel mijn markt zelf vorm. Dat is het geniale aan CSA.”

Daar zijn natuurlijk grenzen aan, beseft hij. “Leden betalen gemiddeld € 285 per jaar per volwassene voor de groenten. Dat hebben we nodig om rendabel te blijven. Ik zit niet op een eiland: ik kan niet drie keer zo duur worden als de supermarkt.”

Hij betreurt daarbij dat true cost accounting, het in rekening brengen van alle kosten voor de maatschappij, nog geen ingang heeft gevonden in ons voedselsysteem: “Wat kost voedsel echt? Welk effect is er op lonen, ecologie, gezondheid, tewerkstelling enzovoorts? Het effect van gezonde voeding op ziekteverzuim bijvoorbeeld spreekt boekdelen. Als dat soort dingen in rekening wordt gebracht, zijn wij met voorsprong de goedkoopste.”

In die geest klaagt hij ook de subsidiepolitiek aan. “Moest ik minister van Landbouw zijn, dan werd koolstof mijn speerpunt. Wie dat kan capteren in zijn bodems, die krijgt subsidie. Onlangs konden we grond overnemen van een gepensioneerde kleinschalige landbouwer. Die bevatte 5  % humus. Een droom in vergelijking met de 1,3  % humus in de gemiddelde bodem die wij overnemen. Rampzalig. Je zou er als boer geld bij moeten krijgen.”

Tom maakt gewag van een 55-tal CSA-bedrijven in België, met een 80-tal boeren en zo’n 7.000 leden. “CSA is een beweging, een netwerk van boeren, gerund door boeren die ook nog hard werken op hun bedrijf. Meer ondersteuning zou een snellere vooruitgang betekenen, net als het losser maken van de rem op toegang tot landbouwgrond.”

U leest meer op www.boerencompagnie.be.

Lees ook in

Meer artikelen bekijken