Startpagina Economie

Droogte zet inkomens landbouwers onder druk

De uitzonderlijke droogte heeft er dit jaar voor gezorgd dat de winsten van de landbouwers met bijna een derde zijn gedaald. Met name de veeteelt was niet in staat om hogere productiekosten - vooral voor voeder - door te berekenen. De plantaardige sector als geheel kwam tot betere resultaten, maar hier zijn de verschillen tussen de teelten aanzienlijk. Dat blijkt uit de landbouweconomische rekeningen van federaal statistiekbureau Statbel.

Leestijd : 4 min

De Belgische landbouwsector realiseerde in 2018 het slechtste resultaat van de afgelopen 5 jaar. De geschatte netto toegevoegde waarde ligt ruim een kwart lager dan het gemiddelde van de periode 2013-2017. Niet alleen was er minder productie (-4,3 %), maar ook waren er hogere kosten. De grote boosdoener is de extreme droogte. Die trof in de akkerbouw bijvoorbeeld de opbrengsten van bieten, aardappelen en vollegrondsgroenten, maar zorgde ook voor hogere kosten voor de veehouders.

Evolutie van de totale waarde van de productie, het intermediair verbruik en de netto toegevoegde waarde (miljoen euro).
Evolutie van de totale waarde van de productie, het intermediair verbruik en de netto toegevoegde waarde (miljoen euro). - Statbel

De weiden leverden minder op, waardoor de landbouwers beroep moesten al doen op de voorraad wintervoeder. Het zogeheten intermediair verbruik van de totale sector steeg met 2,1 %. Met intermediair verbruik worden specifieke en algemene kosten bedoeld die voortvloeien uit de productie van het boekjaar. De productiemiddelen vervaardigd door het bedrijf zelf zijn hierbij meegenomen. De energiekosten zijn in 2018 met 6,4% gestegen.

Dierlijke productie

Deze stijging van de productiekosten zou echter niet doorgerekend worden in de prijzen van de dierlijke productie. De producentenprijs van rundvlees is met circa 3,4% gedaald. De dalende trend is nog meer uitgesproken voor de varkenskwekerij, aldus Statbel. Sinds het begin van het jaar is de prijs van varkensvlees op de markten met 17,7% gedaald. Daarbij moet opgemerkt worden dat 2017 fel beter verliep voor de varkenshouderij, met op jaarbasis een 10,4 % hogere prijzen. De huidige context, met de Afrikaanse varkenspest en de beslissing van verschillende landen om de invoer van Belgisch varkensvlees te stoppen, bemoeilijkt de afzet.

De waarde van de dierlijke productie ligt ook lager dit jaar als gevolg van de daling van de eierprijs. Hier is in feite sprake van een terugkeer naar de situatie van vóór de fipronilcrisis, die de productie flink beperkte. De productiewaarde van eieren kromp ruim 8 %. De productiewaarde van pluimveevlees nam juist met ruim 4 % toe.

Evolutie van de plantaardige productie tussen 2017 en 2018
Evolutie van de plantaardige productie tussen 2017 en 2018 - Statbel

Daarnaast was sprake van een duidelijke daling van de waarde van de melkproductie. De waargenomen melkprijzen zijn in feite lager dan in 2017 maar hoger dan het gemiddelde van de afgelopen 3 jaar. De productiewaarde daalde op jaarbasis met 3%.

Netto melkprijs (aangepast vet- en eiwitgehalte, €/100kg)
Netto melkprijs (aangepast vet- en eiwitgehalte, €/100kg) - Statbel

Plantaardige sector

De resultaten van de plantaardige productie zijn over het algemeen minder negatief dan deze van de dierlijke productie, merkt Statbel op, maar er worden aanzienlijke verschillen tussen de teelten vastgesteld. De bijzondere weersomstandigheden van dit jaar waren gunstig voor de vruchtvorming. De fruitprijzen zijn dus gedaald omwille van een groter aanbod maar de waarde van de productie stijgt dit jaar toch met 19,4%. Voor groenten was de droogte minder gunstig voor de opbrengst en de stijging van de producentenprijzen compenseert de daling van de productie niet volledig. Groenteverwerkers hadden in sommige productgroepen last van tekorten.

De industriële gewassen vertonen echter de meest opvallende ontwikkelingen. Ten eerste lag de opbrengst van de bieten ruim onder het niveau van 2017. De bezaaiingen zijn vrijwel identiek gebleven vergeleken met het vorige jaar maar de productie is met 24% gedaald. Door de hitte is het suikergehalte hoog maar de bieten zijn veel kleiner dan in voorgaande jaren. De bietentelers kunnen momenteel deze aanzienlijke volumedaling niet doorberekenen in de prijzen omwille van de prijs van suiker op de Europese markten. Uiteindelijk bedraagt het verlies op de productiewaarde ongeveer 23,4%.

Ten tweede is ook de grootte van de aardappelen afgenomen als gevolg van de hittegolf van dit jaar, wat maakte dat telers soms niet konden voldoen aan hun contract. Voor veel van hen zijn wel oplossingen gekomen, zoals het accepteren van een anders onacceptabel onderwatergewicht, en het volleveren met de oogst van volgend jaar. Naast de grootte is er ook een probleem met de kwaliteit, zodat de verkoopbare hoeveelheid ruim een derde lager ligt dan in 2017. De voorgaande oogstcampagne had bodemprijzen bereikt.

De prijzen van het begin van deze campagne zijn veel hoger, merkt Statbel op. Aangezien de meerderheid van producenten met een contract werken genieten ze niet ten volle van deze toename.

Granen

Ten slotte is er ook een daling van de productie van graangewassen, maar de prijsstijging voor tarwe en spelt is veel meer uitgesproken. Hoewel de Europese en wereldwijde voorraden voldoende zouden moeten zijn om de consumptie te dekken, is de markt onderhevig aan sterke speculaties in het licht van de opbrengst aangekondigd door sommige Europese landen. Het prijspeil voor deze campagne zou 36,4 % hoger moeten zijn dan vorig jaar, als de tendens wordt bevestigd. De waarde van de graanproductie zou dan met 20,2 % toenemen.

JCB

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken