Startpagina Veeteelt

CRV-inspecteurs Daniël Vermeire en Danny Verstegen zoeken balans tussen schoonheid en efficiëntie

“Eigenlijk zou iedere melkveehouder een kleine hoek van zijn stal en fokkerij moeten voorbehouden voor echte showkoeien”, aldus CRV-inspecteur Daniël Vermeire. De mooiste koe is immers vaak nog net iets anders dan de koe die ook economisch het meeste bijdraagt in de stal. Maar een economische topkoe of een schoonheidskoningin: Het is de toewijding van de boer voor zijn dieren die het verschil maakt.

Leestijd : 7 min

Het zijn drukke dagen voor CRV-inspecteur melkvee Daniël Vermeire en melkveehouder Danny Verstegen - melkveehouder uit Middelkerke en Europees jurylid. Samen vormen ze een van de twee teams die in de periode voor Agriflanders het Vlaamse platteland doorkruist op zoek naar de mooiste koeien. Gent is gedurende Agriflanders immers de locatie van één van de meest prestigieuze melkveeprijskampen van het jaar. Zo’n 178 dieren zijn ingeschreven voor de melkveeprijskamp in Gent, slechts 100 mogen effectief komen. Dat betekent dat er dus voogeselecteerd moet worden. “Het is zoeken naar melkkoeien met een functioneel exterieur die er uitspringen op het vlak van framebouw, type, uier en beenwerk”, duidt Daniël de missie van de dag. “Voorafgaande basisvoorwaarde is dat ze voldoen aan productienormen en pedigreevoorwaarden van het stamboek.”

Soms wordt een goede showkoe pas ontdekt tijdens het bezoek zelf.
Soms wordt een goede showkoe pas ontdekt tijdens het bezoek zelf.

Koe uit Canada

We spreken af op het bedrijf van Eric en Elien Almey in Knesselare. Op elk bedrijf overall in en overall uit, botten aan en botten uit. Geen overbodige luxe zo blijkt, want wie een goed zicht op de koe wil, moet de roosters op. En daar vliegt en spat al eens iets in het rond.

Elien Almey kijkt met enige spanning toe hoe Daniël en Danny zorgvuldig de apart gezette koeien beoordelen. “Uier en beenwerk”, antwoordt Elien op de vraag waar zij vooral de aandacht aan besteedt in het maken van fokkerijkeuzes. Bradnick, Stanleycub, Gillespy, Dorcy... passeren de revue als vaders. De hoogtemaat is bij Elien niet zo’n belangrijk criterium, al “toont het soms wel beter.”

Eén koe geniet de voorkeur bij Elien. “Ik heb stage gedaan in Canada. Ik had daar mijn lievelingskoe en ik heb een embryo van die koe laten overkomen.” De daaruit geboren Lotje (Stanleycub) mag nu als derdekalfskoe meer naar de prijskamp.

Na het bezoek op de roosters worden de laarzen grondig gewassen. Hygiëne is belangrijk voor wie veel bedrijven afgaat.

Goede bedrijven

Van daar gaat het naar het bedrijf van Koen Wildemauwe uit Maldegem-Kleit. Koen is er door een ontbrekend I3-statuut de voorbije edities niet altijd kunnen bij zijn. Dit jaar zal hij er echter weer bij zijn, knikken Daniël en Danny hem bevestigend toe na een blik te werpen op een Mascalese-dochter.

Ook Koen Wildemauwe uit Maldegem-Kleit mag koeien beginnen trainen met het oog op Agriflanders.
Ook Koen Wildemauwe uit Maldegem-Kleit mag koeien beginnen trainen met het oog op Agriflanders.

Frame, uier en benen zijn uitstekend, en de beslissing is dan ook vlug gemaakt. Vooraf was al uit een administratieve controle gebleken dat de koe ook op het vlak van productie bij de betere dieren hoort. “CRV hecht in vergelijking met andere landen veel waarde aan productie in combinatie met hoge gehalten. Er is het True-type Holstein, maar boeren die hier te extreem in gaan, dreigen soms wat te veel te zakken op de productie van vet en eiwit dat ze doorgeven aan hun dochters”, aldus Daniël.

Terwijl er nog wat nagepraat wordt, komen collega-boeren aan om boekhoudcijfers te bespreken. Daniël wijst op de ventilatoren in de stal die op de druiligere dag van ons bezoek toch draaien om een goed klimaat te verzekeren. “Goede koeien komen zelden van bedrijven die hun bedrijfsvoering niet op orde hebben. Het goed kunnen omgaan met dieren, is voor gelijk welke boer een basisvereiste.” Bij het vertrek geeft Daniël nog een tip mee. “Train het showen van uw dier ook met muziek en licht. Koeien kunnen hiervan op de prijskamp schrikken, zeker als dan nog iemand plots door de micro gaat praten.”

Een spiertje meer

Van Maldegem gaat het verder naar Eeklo bij Kurt Boelens. “Opnieuw een goede boer met mooie functionele koeien”, als we Daniël mogen geloven.

Al hangt het er opnieuw van af wat je onder ‘goed’ verstaat. “Ik heb niet de mooiste showkoeien”, klinkt het bij Kurt bescheiden. “Ik fok meer naar de boerenkoe. Bij mij mag er een spiertje meer opzitten.”

Daniël en Danny kunnen het evenwel niet laten om ook een blik te werpen op de andere koeien in de stal. “Waarom die koe niet”, wijst Daniël op een wat ouder dier. Het blijkt na een blik op de smartphone om een zesdekalfskoe (v. Seaver) te gaan die pas een maand gekalfd heeft. Na een korte beoordeling is ze geselecteerd. Ook een mooi gebouwde roodbonte gekalfde vaars komt in het vizier en krijgt haar toegangsticket. “Het gebeurt vaker dan je denkt; dat wij een stal binnengaan en toch koeien zien waarbij de boer zelf nog niet stilgestaan heeft, maar waar wij toch potentieel als showkoe zien”, legt Daniël uit. “Andersom gebeurt het ook wel eens. Dat een fokker ergens goed heeft gescoord met een bepaalde koe en vervolgens de eigen visie als de ultieme waarheid aanziet. Als je dan moet vertellen dat de koe vandaag niet meer schittert of niet genoeg meer is voor Agriflanders, is dat niet altijd even makkelijk.”

Een als goed bevonden koe laat de vele aandacht niet aan haar hart komen. Een jonge koe die meent eerder dan haar in de krachtvoerbox te mogen, wordt met een paar welgemikte kopstoten op haar lagere positie in de hiërarchie gewezen. “Ook dat is een aandachtspunt. Koeien moeten na de selectie leren aan het ‘zeel’ wandelen. Dat is bij oudere koeien niet altijd evident.”

EK Libramont

Daniël begon begin jaren ‘80 van vorige eeuw als melkvee-inspecteur, toen de Holsteins volop aan hun opmars bezig waren. De Fries-Hollandse-koe van toen is echter niet te vergelijken met de Holstein van nu. “Ze zijn flink gegroeid. Van pakweg 126 cm toen naar nu 148. De productie is ook maal drie gegaan in die periode, en de bedrijven zijn nu ook veel groter. Wat ook een groot verschil is, is dat de vaarzen van vandaag veel jonger afkalven.”

Ook internationaal is er heel wat veranderd. Landelijke verschillen over hoe de ideale koe eruitziet zijn naar elkaar toegegroeid. Je hebt nu in alle landen goede fokkers. In het begin van de jaren ‘90 had Italië veruit de mooiste showkoeien, maar nu heeft ieder land wel goede fokkers. In april vindt in Libramont het driejaarlijks Europees kampioenschap Holstein & Red Holstein plaats. Het niveau ligt daar nog een stuk hoger. “Als we als land vijf of zes topkoeien kunnen afvaardigen die daar met de besten meekunnen, zullen we heel tevreden zijn”, zijn Daniël en Danny het eens. Een groep Vlaamse vrijwilligers onder de naam ‘Flanders Best Holsteins’ zijn druk bezig om de deelname met enkele Vlaamse dieren aan deze topschow te verzekeren.

Lineaire beoordeling

De lineaire beoordeling is de maatstaf waar elke koe wordt aan gehouden. Type (10 %), frame (20 %) en vooral uier (35 %) en benen (35 %) maken of kraken het algemeen voorkomen. Vroeger kregen koeien alleen totaalscores. Daarmee wist je niet wat de tekorten bij bijvoorbeeld beenwerk waren bij een laag cijfer. De meerwaarde van een dier op 20 onderdelen lineair te scoren is dat men daarmee als het ware een foto heeft gemaakt die iedereen kan interpreteren die het systeem kent. Ook voor de verdere fokwaardeschatting zijn deze gegevens onontbeerlijk. “Recent nog is uit onze statistieken gebleken dat de lineaire beoordeling een goede voorspeller is van de langleefbaarheid en de levensproductie van een koe”, pleit Daniël.

Jeugdig enthousiasme

Ook de jeugd is nog steeds voor de fokkerij te vinden. CRV werkt daar ook aan mee. Op Agriflanders mogen jongeren hun jury-kwaliteiten bewijzen tijdens de finale van Kijk op Keuren. Voorafgaand krijgen alle leerlingen van de Vlaamse landbouwscholen ook de mogelijkheid om op een melkveebedrijf dieren te toiletteren en te jureren met het oog op een prijskamp. “Uiteraard zijn we zeer blij met het jeugdig enthousiasme. Zonder de jeugd geen toekomst en de fokkerij is een zeer mooie hobby. Anderzijds moet er met de koeien ook een cent verdiend worden. Het mag niet de bedoeling zijn dat boeren zo ver gaan dat ze gekort worden op hun uitbetaling vet en eiwit”, vinden beide heren. “Als moet het zeker kunnen om enkele bloedlijnen voor deze hobby te gebruiken in de stal!”

Er moet melk achter zitten

En wellicht zit die balans wel goed op het bedrijf van Bart De Craene in Bassevelde, de laatste halte van onze rondrit. Het boeren en de fokkerij is daar een familiezaak.

(Klein)zoon Senne De Craene toont dat de fokkerij ook de jeugd nog weet te boeien.
(Klein)zoon Senne De Craene toont dat de fokkerij ook de jeugd nog weet te boeien.

Grootvader Hubert De Craene (78) kreeg in zijn jeugd destijds de fokkerij mee, maar bleek zelf niet zozeer gebeten door het virus. Hij haalt zijn plezier nog altijd meer uit het melken, waardoor hij ‘s ochtends in alle vroegte nog altijd in de melkstal te vinden is. Anders was het voor zoon Bart (48). Hij bouwde het melkveebedrijf verder uit en legde zich ook toe op de fokkerij. Jaarlijks weet hij tot 20 dekstiertjes aan de man te brengen. “Het exterieur moet goed zijn, maar er moet ook melk achter zitten”, vat hij beknopt zijn visie samen. Een ideale gesprekspartner om het over stierkeuzes te hebben vindt hij in zijn zoon Senne (16). Eigenlijk moest hij ten tijde van ons bezoek studeren, maar voor een gesprek over koeien is hij altijd te vinden. Zeker in gesprek met jurylid Danny Verstegen vliegen namen van bekende stiervaders heen en weer. Eerder had de familie al succes op prijskampen in Bogaarden, Beveren en Eeklo. Zij kennen dus het spel van oefenen, toiletteren en scheren. Ook op Agriflanders zullen ze zeker met een aantal dieren in de ring te zien zijn. “Tegenwoordig worden door de komst van genomics, stieren zo snel vervangen, dat het ook voor mij moeilijk wordt om ze allemaal nog te goed kennen”, moet ook Danny erkennen. Stieradviesprogramma’s bieden daar gelukkig een hulpmiddel. Al zit echte schoonheid nog altijd in het oog van de fokker. Benieuwd welke koe op Agriflanders het meest in het oog van de jury weet te springen.

IDC

Lees ook in Veeteelt

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken