Startpagina Varkens

Correcte looplijnen vermijden ziekteverspreiding

In het propere gedeelte van je varkensbedrijf volg je best goed uitgestippelde looplijnen. Dit beperkt de kans op het verslepen van kiemen tussen stallen en leeftijdsgroepen.

Leestijd : 3 min

Ook het scheiden van leeftijdsgroepen, een correct naaldgebruik, apart materiaal en kledij per diercategorie, een aangepaste hokbezetting, een adequate ongediertebestrijding en een goede reiniging en desinfectie zijn nodig voor een goede interne bioveiligheid. Wees ervan bewust dat de gekozen maatregelen consequent en dagelijks moeten worden toegepast. Personen en materiaal kunnen immers kiemen verspreiden als zij in contact zijn geweest met geïnfecteerde dieren en vervolgens zonder bijkomende maatregelen contact hebben met gevoelige dieren.

Baken zones met verschillende diergroepen af

Omdat de gevoeligheid voor infecties en de afweer verschilt bij dieren van verschillende leeftijden (jonge dieren zijn gevoeliger) moet direct contact tussen verschillende leeftijdsgroepen worden vermeden. In de ideale situatie wordt daarom elke leeftijdsgroep in een apart compartiment gehuisvest (figuur 1). Jongere en oudere dieren onderbrengen in hetzelfde compartiment of stal kan er namelijk voor zorgen dat infecties worden overgedragen en ziekte kunnen veroorzaken bij meer gevoelige dieren.

Figuur 1: Baken de zones met verschillende leeftijdsgroepen duidelijk af.
Figuur 1: Baken de zones met verschillende leeftijdsgroepen duidelijk af. - Varkensloket

Binnen een afdeling wordt all-in/all-out gewerkt. Hierbij wordt een volledige afdeling in één keer opgevuld met leeftijdsgenoten en nadien volledig leeggehaald. Dit laat toe om na elke ronde de afdelingen goed te reinigen en te ontsmetten. Zo vermijd je dat een volgende diergroep in een besmette omgeving terechtkomt.

Stippel een vast parcours uit

Looplijnen volgen een vast parcours tijdens je werkzaamheden in de stallen en bij een rondgang door (voor het bedrijf noodzakelijke) bezoekers. Bij het vastleggen van de looplijnen start je steeds bij de meest gevoelige diergroep en ga je verder naar minder gevoelige dieren. Omdat de biggen de gevoeligste leeftijdsgroep zijn op een varkensbedrijf, moet je van jong naar oud werken. Met andere woorden van de kraamstal, naar de batterij, de zeugenafdeling, de vleesvarkens en ten slotte de quarantainestal en de ziekenboeg (figuur 2 en 3). De kadaveropslag bezoek je steeds als laatste.

Figuur 2: Doorloop, bij het controleren van de dieren, de verschillende afdelingen in een correcte volgorde. Wissel bij het bij elke afdeling van kledij en schoeisel, en reinig en ontsmet de handen.
Figuur 2: Doorloop, bij het controleren van de dieren, de verschillende afdelingen in een correcte volgorde. Wissel bij het bij elke afdeling van kledij en schoeisel, en reinig en ontsmet de handen. - Varkensloket

Figuur 3: Zonder duidelijk uitgestippelde looplijnen is het risico op ziekteoverdracht tussen verschillende diergroepen veel groter (links) dan bij het correct toepassen ervan (rechts).
Figuur 3: Zonder duidelijk uitgestippelde looplijnen is het risico op ziekteoverdracht tussen verschillende diergroepen veel groter (links) dan bij het correct toepassen ervan (rechts). - Schippers

Gescheiden en herkenbaar materiaal, kledij en schoeisel

Naast personen kunnen infecties zich indirect verspreiden via materiaal, schoeisel en kledij. Zorg er daarom voor dat iedere afdeling goed afgebakend is en over eigen materiaal beschikt, bijvoorbeeld in een specifieke kleur. Gebruik bijvoorbeeld rood in de kraamhokken, geel bij de biggen geel, groen bij de drachtige zeugen en blauw bij de vleesvarkens) of label met een kleurcode per afdeling. Het werken met kleuren zorgt ervoor dat materiaal niet per ongeluk in de verkeerde afdeling gebruikt wordt of snel wordt opgemerkt indien het in de verkeerde afdeling staat. Zo wordt intensief indirect contact via bijvoorbeeld met mest bevuilde drijfplanken tussen verschillende diercategorieën voorkomen. Gladde materialen zijn vlotter te reinigen dan ruwe. Als het toch noodzakelijk blijkt om gereedschap van de ene naar de andere afdeling te brengen, moet dit zeker grondig worden gereinigd en ontsmet.

Ook de overalls en schoeisel zijn bij voorkeur afdelingsspecifiek. Bij het verlaten van de ene diercategorie moeten personen dus eerst van overall en schoeisel wisselen en de handen reinigen en ontsmetten alvorens de afdelingen van een andere diercategorie te betreden.

Zieke dieren als laatste

De ziekenboeg en de quarantaineafdeling hebben het hoogste besmettingsrisico. Ze moeten altijd als laatste op de dag worden bezocht. Indien de ziekenboeg en quarantaineafdeling uitzonderlijk toch gedurende de dag moeten worden bezocht, ga dan net zoals bezoekers eerst via de hygiënesluis en neem daar alle hygiënemaatregelen vooraleer je opnieuw de stallen betreedt.

Dieren die achterblijven of ziek ogen, worden zo snel mogelijk afgezonderd en behandeld. Hoe sneller een adequate behandeling opgestart wordt, hoe groter de kans dat het dier herstelt en hoe minimaler de opgelopen achterstand. Zieke dieren worden best gemerkt door middel van een spray zodat ze makkelijker opgevolgd kunnen worden. Dieren die in de ziekenboeg terecht komen, worden apart gehouden tot aan de slacht en keren in principe nooit terug naar hun oorspronkelijke groep met leeftijdsgenoten.

Sarah De Smet (Varkensloket) en Suzy Van Gansbeke (Departement Landbouw en Visserij)

Meer informatie over bioveiligheid vind je op www.varkensloket.be/bioveiligheid

Dit artikel kadert binnen Gezonde varkens – Gezond bedrijf, waarbij het Varkensloket, departement Landbouw en Visserij en het Praktijkcentrum Varkens hun voorlichtingsactiviteiten in het bijzonder focussen op het thema diergezondheid.

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken