Startpagina Actueel

Gaat kringlooplandbouw stuk lopen op de wetten van de economie?

Onderzoekers Petra Berkhout en Krijn Poppe van Wageningen UR vrezen dat kringlooplandbouw stuk gaat lopen op de harde wetten van de economie, de toch min of meer autonome krachten in de landbouwsector. De Nederlandse landbouwminister Carola Schouten wil de omslag van de landbouw naar kringlooplandbouw in 2030 gerealiseerd hebben. Volgens Berkhout en Poppe zullen veelal kleinere bedrijven uitvallen, wat noopt tot flankerend beleid.

Leestijd : 3 min

Berkhout en Poppe wijzen er in een artikel op dat de trends tot schaalvergroting, specialisatie en intensivering blijven. Het aantal agrarische bedrijven daalt in Nederland net als in België langzaam maar zeker, gemiddeld met 2 tot 3% per jaar. Het areaal grond daalt veel minder hard, gemiddeld met 0,3% per jaar.

De grondgebonden bedrijven zijn dan ook veel groter geworden, merken Berkhout en Poppe op. In de niet-grondgebonden sectoren – glastuinbouw, intensieve veehouderij – is de afname van het aantal bedrijven en de schaalvergroting nog veel harder gegaan. Deze trend is het gevolg van de toepassing van arbeidsbesparende technieken die de arbeidsproductiviteit en dus de inkomens verhogen.

‘Zo kunnen inkomens in de sector de stijgende maatschappelijke welvaart volgen. Er is dan minder arbeid per ha nodig, en dus willen bedrijven groeien. De arbeidsproductiviteit is ook geholpen met een groter gebruik van productiemiddelen als kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen en energie. Het is op zich dus niet ongewenst dat jaarlijks een deel van de bedrijven geen opvolger heeft en de volgende generatie wat anders gaat doen.’

De auteurs merken op dat uit onderzoek blijkt dat verbreding via natuurbeheer of zorglandbouw maar beperkt soelaas bieden. Een deeltijdbaan buitenshuis levert al gauw meer op. Technische ontwikkeling speelt in dit proces een zeer belangrijke rol, denk aan melkrobots of milieu-investeringen. De schaalvergroting gaat ook vaak in sprongen, in samenhang met de capaciteit van bijvoorbeeld de melkmachine.

Ongewenste effecten

Dankzij de schaalvergroting en intensivering is volgens Berkhout en Poppe na de Tweede Wereldoorlog in snel tempo een grootschalige en intensieve landbouw ontstaan, met ongewenste effecten voor milieu, landschap en samenleving. Terecht worden volgens hen plannen gesmeed om wat aan die effecten te doen. De markt is met bepaalde duurzaamheidsschema’s een deel van het antwoord.

De investeringen in keurmerken, inclusief certificering werken kostenverhogend en schaalvergrotend. Voor grotere bedrijven zijn de lasten per kg immers lager. Het gezinsbedrijf komt zo steeds meer onder druk te staan, al was het maar vanwege de groeiende vermogensbehoefte.

In toenemende mate zit de productie bij grotere bedrijven, met soms meerdere vestigingen, en een specialisatie tussen de boer als manager en uitvoerende arbeidskrachten. Banken of afnemers krijgen steeds meer een vinger in de pap. Volgens de auteurs is de trend met beleid wel te vertragen maar niet te keren. Beleid kan ook de pijn verzachten met bijvoorbeeld een stoppersregeling voor onrendabele bedrijven.

Het is volgens hen een feit dat grotere bedrijven doorgaans meer omzet per eenheid input realiseren en dus meer verdienen. Ze zijn vaak duurzamer en meer ondernemend, wat ook verklaard waarom ze groter zijn geworden dan collega’s.

De markt beschikt

Een tweede harde economische wet waar kringlooplandbouw volgens Berkhout en Poppe tegenaan loopt is het feit dat de (internationale) markt de prijzen bepaalt. De Nederlandse en Vlaamse agrosector zijn sterk georiënteerd op export en veranderingen hierin werken ook door in de toeleverende en verwerkende schakels die samenhangen met de primaire productie.

Willen buitenlandse of zelfs binnenlandse afnemers betalen voor kringloop-plus? De auteurs wijzen op de ervaringen met biologische producten en de massale import van goedkopere grondstoffen door de verwerkende industrie, die niet optimistisch stemmen. Zet men door, ook met de wens meer grondstoffen voor bijvoorbeeld veevoeder lokaal te betrekken, dan zet men in feite in op een krimp van het Nederlandse agrocomplex.

Berkhout en Poppe concluderen dat er nogal wat haken en ogen aan kringlooplandbouw kleven, en dat flankerend beleid noodzakelijk is om de onvermijdelijke verliezers te steunen.

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken