Startpagina Veeteelt

Dieren lijken weinig last te hebben van overschakeling zomer/wintertijd

De nacht van zaterdag op zondag schakelen we weer over van zomertijd naar wintertijd. Voor de mens een uurtje meer slaap dus. Sommigen wennen er gemakkelijker aan dan anderen. Dieren ondervinden weinig hinder. Enkel bij een strak regime, zoals bij op vaste tijdstippen voederen of melken, zullen ze dat uurverzet wel opmerken.

Leestijd : 2 min

Deze nacht schakelen we weer voor 5 maanden over naar de wintertijd, de gewone tijd. We verzetten al sinds mei 1940 het uur 2 maar per jaar, nadat de Duitsers ons dat verplichtten na WOI. Zo volgde België als bezette land het ‘Duitse uur’.

Het verzetten naar het winteruur betekent dat we meer kunnen profiteren van het zonlicht. ’s Ochtends is het vroeger licht, en ’s avonds eerder donker. Sommige mensen hebben het moeilijk met die overgang, en dan vooral kinderen, ouderen en avondmensen.

Fysioloog aan UAntwerpen Jo Leroy doet onderzoek naar dag- en nachtritmes en de fysiologische impact op het functioneren van dieren: “Als mens hebben we er last van dat alles een uur verschuift. Zo hebben we bij het verschuiven naar het zomeruur een uur minder slaap en is het moeilijker om bijvoorbeeld op ons werk aan te komen. Dieren hangen af van het ritme van hun eigenaar, maar voor de rest hebben ze geen uurwerk en gaat hun ritme gewoon door.”

Maar hoe reageren landbouwdieren? Ondervinden zij hinder van een regime dat door de mens is ingevoerd?

Varkens

Hoogleraar Varkensgezondheidszorg aan de UGent Dominiek Maes meldt dat er volgens zijn weten geen wetenschappelijke studies aantonen dat dieren hinder ondervinden van de overgang van het uur. “Het enige wat zou kunnen spelen is dat bij de overgang naar het winteruur de maaltijd een uurtje later ‘geserveerd’ wordt, en bij de overgang naar zomeruur een uurtje vroeger. Dit gebeurt in geval van voedering op vaste tijdstippen, zoals bij zeugen meestal het geval is. Biggen en vleesvarkens krijgen meestal voeder ad lib, dus voor hen zal dat niet veel uitmaken.”

Vee

Hoofd van de vakgroep Veegezondheid aan de UGent Geert Opsomer beaamt ook dat er weinig wetenschappelijk onderzoek is naar het veranderen van het uur. “Maar tot op heden heb ik eigenlijk nog geen veehouder echt horen klagen over deze overgang”, klinkt het.

Hij bemerkt wel dat de verhouding licht/donker wel een effect heeft op een aantal fysiologische kenmerken bij koeien. “Net als bij de varkens, zal ook bij de runderen het verschil vooral liggen in het uurtje later dat de dieren zullen verzorgd en gevoederd worden. Bij de melkkoeien komt uiteraard het melken, dat meestal wel redelijk getimed verloopt, daar boven op.” Opsomer geeft wel aan dat de veehouder er wel voor kan zorgen dat de overgang geleidelijk gebeurt.

Marlies Vleugels

Lees ook in Veeteelt

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken