Ardo zuivert afvalwater voor de irrigatie van 500 ha landbouwgrond

Flanders' FOOD, Howest, Inagro, Universiteit Gent, VITO en Vlakwa willen voortbouwen op dit succesproject en ambiëren om ketenoverschrijdende projecten voor de agrovoedingssector te realiseren. Deze krachtenbundeling moet de Vlaamse agrovoedingssector verder sterken in zijn innovatieve en competitieve groei.

Burgemeester van Ardooie Karlos Callens is maar wat fier op de start van het project. 20 jaar geleden zat hij al aan tafel met verschillende mensen van de overheid om te praten over water. “Er zat een grote hoeveelheid water in de ondergrond, die ook de ondergrond vast hield. Maar in de tussentijd is dat waterpeil 20 m gezakt. Het water uit de grond zuigen moest gedaan zijn. Maar de landbouwer had echter ook nood aan water om te beregenen.” Vanuit de provincie werd geïnvesteerd in spaarbekkens. “Dat leidde in tijden van droogte echter tot concurrentie tussen landbouwers, maar ook mobiliteitsproblemen door de grote machines”, aldus Callens. “We waren daarom blij met de oplossing waarmee Ardo kwam.”

Een bufferbekken met leidingnetwerk

Het gezuiverde afvalwater van het groenteverwerkend bedrijf Ardo zal vanaf augustus 2018 worden gestockeerd in een bufferbekken van 150.000 m³. Via het naburige pomphuis zal het water in een netwerk van 25 km ondergrondse leidingen worden gepompt. “Het pomplokaal in het pomphuis zal zes pompen bevatten, maar er zou nog plaats kunnen zijn voor nog twee bij”, vertelt voorzitter van Inero Marc Vandeputte. Het netwerk zal over 500 ha landbouwgrond worden verspreid en zal 150 afnamepunten bevatten. Ter hoogte van ieder afnamepunt zal het water onder een druk van minimaal 8 bar staan. Dit impliceert dat landbouwers enkel nog hun beregeningsinstallatie moeten aansluiten op hun respectievelijke hydrant om te kunnen starten met irrigeren.

Aannemers zijn druk in de weer met de aanleg van het bufferbekken en de bouw van het pomphuis. Volgende week starten ook de graafwerken voor het leidingnetwerk. Dit leidingnetwerk zal in twee fasen worden gerealiseerd: 11 km leidingen in 2018 en 14 km leidingen in 2019. “Begin juli zou men starten met het vullen van het bufferbekken. In 2019 zullen percelen in fase 1 reeds gebruik kunnen maken van het gezuiverd afvalwater van Ardo en in 2020 willen we volledig operationeel zijn.“, aldus Vandeputte. Voor de ondergrondse boringen moet men op de openbare terreinen zijn van de landbouwer. “Maar we zullen zorgen voor een goede communicatie naar hen toe”, besluit hij.

Kostenplaatje van 3,5 miljoen euro

Deze infrastructuurwerken worden gerealiseerd binnen het F2AGRI* project. De totale kostprijs ervan bedraagt ongeveer 3,5 miljoen euro. Ardo bekostigt het bufferbekken en INERO CVBA betaalt het pomphuis en het leidingnetwerk. 47 landbouwers verenigden zich in de coöperatie INERO CVBA en werken samen met de verwerkende industrie om hun waterbevoorrading veilig te stellen. Elke landbouwer zal 0,73 tot 0,90 €/m³ moeten betalen voor het water. INERO kan deze prijs wel ieder jaar aanpassen. Bovendien geniet het project Europese, Vlaamse en West-Vlaamse steun via respectievelijk het Interreg Vlaanderen-Nederland programma, het departement Landbouw en Visserij en de provincie West-Vlaanderen.

Waterbevoorrading veilig stellen

Dit project is uniek in Vlaanderen”, vertelt West-Vlaams gedeputeerde voor landbouw en integraal waterbeleid Bart Naeyaert. Dergelijke projecten zullen steeds belangrijker worden om de agrovoedingssector te wapenen tegen waterproblemen. “Er liggen 18 spaarbekkens in heel West-Vlaanderen. Maar wat ook geldt hoorde ik even terug van een landbouwer: ‘Water op wieltjes, winst weg’, wat betekent dat er hoge transportkosten zijn als het spaarbekken te ver ligt.” Ook voor de toekomst ziet de gedeputeerde het positief: “We willen als provincie verder samenwerken met de landbouwers om op hun terrein spaarfuncties te gaan creëren, bufferbekkens te gaan leggen en daar te combineren. Dus de landbouwer betaalt een stuk voor de voorraad aan water dat hij creëert en wij betalen voor de buffercapaciteit die gecreëerd wordt op private gronden.

Drie goedgekeurde projecten

Flanders' FOOD, Howest, Inagro, Universiteit Gent, VITO en Vlakwa beslisten om samen in te zetten op projecten voor de agrovoedingssector. De aanpak is gericht op de ontwikkeling en demonstratie van innovaties inzake software, monitoring, watertechnologie, sensoren, data-analyse, voedingsverwerkingstechnologie, energiemanagement en automatisatie binnen het domein van landbouw en voeding. Door innovatie te stimuleren kan deze belangrijke industrietak blijvend een economische meerwaarde realiseren. Sinds de krachtenbundeling werden reeds drie projecten goedgekeurd rond duurzaam watergebruik.

Afgevaardigd bestuurder van Inagro Mia Demeulemeester lichtte deze drie projecten toe:

Het project ‘irrigatie 2.0’: waar, wanneer, welk water? Met dit project gaan Ilvo, VITO en Inagro op zoek naar antwoorden op de klimaatwijzigingen waarmee de landbouw geconfronteerd wordt, zoals de hele droge zomer van vorig jaar. Toen stelden veel landbouwers vragen rond over beregening: op welk perceel starten en wanneer starten met beregenen? En welk water kan je gebruiken? In het project proberen onderzoekers hierop antwoord te vinden. Er zal een adviseringsmodule ontwikkeld worden waar veel data gecombineerd worden, weer- of satellietgegevens. Het wordt een slimme module waardoor landbouwer kunnen weten wat ze moeten doen qua beregening. Nu ligt de focus nog op de modelteelten: bloemkool, spinazie en aardappelen. Later wil men uitbreiden naar andere teelten. Water van geschikte kwaliteit vinden is echter het grootste probleem. Daarom wordt een website ontwikkeld met een zoekopdracht om binnen een straal van enkele km te zoeken naar publiek beschikbaar water. Daar zullen ook industriële bronnen in worden opgenomen, of afvalwater die door Aquafin beschikbaar wordt gesteld. Bij elke waterbron staat info over hoe aan het water te geraken (contactgegevens), en over de kwaliteit van het water. Dit is een belangrijk element: niet al het water is geschikt voor elke teelt of voor elk stadium van de teelt. Onder andere de zoutdruk is belangrijk: die moet laag zijn. Omdat er nog verschillende onderzoeksvragen zijn, worden bij Inagro irrigatieproeven aangelegd waarbij opbrengst, kwaliteit en bodemverslemping wordt onderzocht.

Wikileeks: preciezer prei telen met precisielandbouw. Hierin zijn de partners Inagro, VITO, Ilvo, KULeuven, PCG en PSKW. Omdat er variatie is in het perceel, wordt de landbouwers geadviseerd plaatsspecifiek te werken. Ook hier wordt gewerkt aan een adviesmodule waarbij veel verschillende gegevensbronnen met data over het perceel en het gewas samengebracht worden, om zo makkelijk betere teeltbeslissingen te kunnen nemen. Dat is duurzamer naar opbrengst, kwaliteit en inzet van productiemiddelen toe. Die inzichten zijn er voor alle teelten, maar nu wordt getest voor het pilootgewas prei, omdat het een intensieve teelt is die regelmatig behandeld moet worden, een voorbeeldgewas is in de nitraatproblematiek, en belangrijk is voor export voor de regio.

Robuuste waterlopen Westhoek. Onder andere VITO en Inagro werken samen voor dit project. Het focust op het stroomgebied van de Kleine Kemmelbeek, in de gemeentes Heuvelland en Ieper. Er is daar sprake van verval van 35 m over een afstand van 5 km, wat zorgt voor erosie. Hierdoor kalven de beekoevers af met veel slib tot gevolg. Dat slib maakt onder ander recreatie en natuur en drinkwaterwinning moeilijk. Baggeren moet steeds frequenter gebeuren, wat zorgt voor veel kosten. De erosie moet dus worden aangepakt van bron tot monding, samen met de betrokken landbouwers en lokale overheden. Er zal gewerkt worden rond realisaties op terrein, sensibilisatie en communicatie. Door te werken aan erosie wordt ook gewerkt aan een betere waterkwaliteit. De totale aanpak voor het stroomgebied van de Kleine Kemmelbeek, zal ook worden gebruikt om andere twee beken mee aan te pakken: de Steenbeek en de Bollaertbeek.

MV

Meest recent

Meest recent