Bijna helft zoogkoehouders uit West-Vlaanderen
Bijna de helft van de zoogkoehouders die een voorschot uitbetaald kregen, komt uit de kustprovincie. Uit cijfers van het departement Landbouw & Visserij blijkt verder dat gemiddeld 36 zoogkoeien per zoogkoehouder worden geteld.
Tegen ten laatste 2027 wordt de gekoppelde inkomenssteun voor veehouders, zoals de zoogkoeienpremie, uitgefaseerd. Er wordt voor de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij een alternatief gezocht dat het wegvallen van de inkomenssteun moet opvangen en de klimaatdoelstellingen moet helpen realiseren.
Op vraag van Joris Nachtergaele, Vlaams parlementslid voor N-VA, gaf Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) een overzicht van de zoogkoeienhouderij. Eind verleden jaar werd voor 2.906 zoogkoehouders een berekening gedaan en kregen 2.468 zoogkoehouders al een voorschot uitbetaald. Het gaat om voorlopige cijfers.
Over de provincies en het aantal zoogkoeien per zoogkoehouders heen ziet de verdeling er als volgt uit: Antwerpen (192 zoogkoehouders, gemiddeld 30 zoogkoeien), Vlaams-Brabant (261, 35), West-Vlaanderen (1.107, 36), Oost-Vlaanderen (729, 35) en Limburg (176, 32).
