De positie van het VK in de Vlaamse agrohandel
In het laatste agrohandelsrapport van het departement Landbouw en Visserij blijkt het belang van het VK uit meerdere cijfers (betrekking op het jaar 2019). 81% van de export van agrarische producten ging naar de EU. Onze buurlanden spelen hierin de grootste rol. “Vlaanderen is over het algemeen een netto-exporteur in de handel van agrovoedings- en sierteeltproducten met het VK”, stelt Hilde Crevits, Vlaams minister voor Landbouw en Voedsel. Frankrijk is de grootste afzetmarkt (7,6 miljard euro), gevolgd door Nederland (7,3 miljard euro). De derde en vierde belangrijkste afzetmarkten zijn respectievelijk Duitsland (5,6 miljard euro) en het VK, goed voor 3,3 miljard euro. Samen zijn deze buurlanden goed voor 61% van onze afzetmarkt.
Nederland en Frankrijk zijn de belangrijkste importeurs van agrohandelsproducten, goed voor respectievelijk 9 miljard euro en 5,4 miljard euro. Het VK heeft een importwaarde van 1,1 miljard euro aan agrohandelsproducten. Vlaanderen boekt het op een na grootste agrohandelsoverschot van ongeveer 2,2 miljard euro met het VK. Van alle Vlaamse agrarische producten die naar het VK worden uitgevoerd, heeft 35% van de exportwaarde betrekking op akkerbouwproducten, 19% op tuinbouwproducten en 15% op dierlijke producten.
Het VK is de vierde belangrijkste afzetmarkt voor vers varkensvlees, maar ook voor aardappelen en aardappelbereidingen (270 miljoen euro), verse en verwerkte groenten (211 miljoen euro) en zuivel (268 miljoen euro). Voor verwerkt fruit is het VK de tweede grootste afzetmarkt, met een waarde van 256 miljoen euro. Het VK is bovendien de vierde belangrijkste importeur van zuivel voor Vlaanderen, goed voor 199 miljoen euro.
