Startpagina Actueel

Slow Cabins verdient een plaats in de beleving op het platteland, maar is zeker geen hoevetoerisme

Anders, trager en beter: Slow Cabins is een nieuw concept van rust-, vakantie- en ontspanningsbeleving en beleeft een opmars in Europa. Een Slow Cabin is een huisje, vaak voor 2 tot 5 personen, op meerdere, vaak nog onontdekte locaties in het groen. Is dit ook een kans voor de verbreding van landbouwactiviteiten in Vlaanderen?

Leestijd : 4 min

Slow Cabins wil een positieve impact creëren op mens en natuur. Die cabines zijn mobiel, off-the-grid en hebben door hun innovatief ecodesign een minimale impact op de omgeving. Ze liggen verscholen in niet-kwetsbare natuur en nodigen uit tot maximale rust en ontspanning, weg van alle drukte.

Wat is het concept?

“Slow Cabins ontwerpt, plaatst en verhuurt mobiele zelfvoorzienende houten huisjes (30 à 35 m²) op mooie afgelegen agrarische percelen in het groen vlakbij grootsteden in België”, legt Siemon Vermetten van Slow Cabins uit. “De cabins worden voor kortverblijven (2 nachten) aan gestressseerde stedelingen en millenials verhuurd om tot rust te komen en om het landschapsleven te herontdekken.”

Slow Cabins wil hiermee de toeristische verbreding van landbouwactiviteiten invullen. “Wanneer je deel uitmaakt van ons netwerk, werk je mee aan nieuwe natuurbelevingen en verhoog je de betrokkenheid van stedelingen bij de landbouw”, duidt Siemon Vermetten.

Emmily Talpe, Vlaams parlementslid voor Open VLD, vroeg aan Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) in de commissie Landbouw of dit concept ook de verbreding van de Vlaamse landbouw kan versterken.

Commercieel bedrijf

“Slow Cabins is een commercieel concept dat zeker een plaats kan hebben binnen de toeristische beleving op het platteland”, antwoordt Vlaams landbouwminister Hilde Crevits. “Het kan ook bijdragen tot de verbreding van de activiteiten van de landbouwers en zo ook een bijkomend verdienmodel betekenen voor hen. Ik zie dit als een vorm van plattelandstoerisme en niet zozeer als hoevetoerisme. De bedoeling van hoevetoerisme is het ontvangen van toeristen op het landbouwbedrijf om hen kennis te laten maken met het boerenleven.”

Hoevetoerisme gebeurt het best op het erf, waar de bedrijfsgebouwen staan. Op deze manier kan dan toegekeken worden of –in de mate van het mogelijke – zelfs actief deelgenomen worden aan landbouwactiviteiten zoals bijvoorbeeld het melken van de koeien. “Het is dus maar de vraag of de toeristen de weg naar het eigenlijke landbouwbedrijf wel zullen vinden als zo’n cabine op een afgelegen perceel staat. Je kan de toeristen wel uitnodigen om een bezoekje te brengen, maar een deel van het doelpubliek zal voornamelijk de rust en het landschap opzoeken en minder gericht zijn op het kennismaken met de activiteiten op het landbouwbedrijf.”

Een algemene inschatting van het potentieel van hoevetoerisme is niet gemaakt. “Welk potentieel een landbouwbedrijf heeft in het kader van hoevetoerisme hangt af van veel factoren zoals bijvoorbeeld de ligging van het bedrijf, maar zeker ook van de talenten en interesse van de bedrijfsleiders. Ik wil land- en tuinbouwers wel ondersteunen bij het maken van bedrijfskeuzes. Eén van de initiatieven die ik hierin al genomen heb is de ontwikkeling van de verdienwijzer in het kader van een onderzoeksproject bij het Instituut voor Landbouw en Visserij en voedingsonderzoek (ILVO)”, aldus Vlaams landbouwminister Hilde Crevits.

Geen subsidie voorzien

Specifieke investeringen in het kader van landbouweducatie op het landbouwbedrijf worden substantieel gesubsidieerd door het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). “Ik denk hierbij aan infopanelen, maar ook aan degustatieruimtes en aanpassingen om een bezoek veilig en aangenaam te laten verlopen. Het is dan een opportuniteit voor land- en tuinbouwers om in overleg te gaan met de firma’s die dergelijke cabines in de buurt van het landbouwbedrijf uitbaten om de link te leggen met een educatief bezoek aan het landbouwbedrijf of een bezoekje aan de hoevewinkel.”

Voor de pioniers van nieuwe concepten is er de VLIF-oproep innovatie die regelmatig voorzien wordt. Het zal dan wel om een ruimer project moeten gaan, louter een subsidie voor de huur van Slow Cabins komt alvast niet in aanmerking.

Algemene communicatie

“Wat betreft de rechtstreekse betalingen die aan de landbouwpercelen gelinkt zijn en de mogelijke interactie met dit initiatief kan ik stellen dat tijdelijke niet-landbouwgerelateerde activiteiten toegelaten zijn als ze niet langer dan 3 maanden van het kalenderjaar duren. Indien de vermelde 3 maanden worden overschreden zal het deel dat gebruikt wordt voor de niet-landbouwgerelateerde activiteit niet subsidiabel zijn.”

Volgens minister Crevits is het niet de taak van de overheid om publiciteit te voeren voor een commercieel bedrijf. Algemene communicatie over landbouwverbreding en educatie gebeurt wel door het departement Landbouw.

“De Slow Cabins zijn een initiatief waar toerisme, landbouw en economie samenkomen. Dit is een interessant kruispunt vanwaar vanuit verschillende invalshoeken kansen zijn, zeker ook voor de korte keten. Het ondersteunen van land- en tuinbouwbedrijven zelf in het kader van verkoop in korte keten verband gebeurt reeds via VLIF-steun, via naschoolse vorming en via het Steunpunt korte keten. Dit zal in de toekomst nog versterkt worden.”

Toeristen die kiezen voor een beleving in een Slow Cabin, zullen dikwijls meer interesse hebben in de producten van de producent of ruimer ook streekproducten uit die regio. voor de consument vergroot immers de lokale beleving als hij huiswaarts keert met een mand vol lekkere lokale producten.

Interessante versterking

“De koppeling van dit initiatief met promotieactiviteiten voor lokale producten neem ik graag ter harte omdat het een interessante versterking kan zijn van de communicatie die vandaag reeds voorzien wordt. Het departement Landbouw en Visserij, VLAM, de provincies, de steden en gemeenten zetten hier samen met de lokale producenten al geruime tijd hun schouders onder”, besluit minister Crevits.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Daling Belgische diervoederproductie vlakt af ondanks onzekere tijden

Economie Ondanks een gebrek aan een duidelijk toekomstperspectief in de landbouwsector en moeilijke marktomstandigheden, bleef de daling van de Belgische diervoederproductie in 2023 beperkt tot -3%. Dat meldt de Belgian Feed Association (BFA). De Belgische diervoedersector noteerde ook een beperkte daling van de omzetcijfers tot 6,5 miljard euro. De sector blijft voluit inzetten op verdere verduurzaming.
Meer artikelen bekijken