Omzet diervoederindustrie nam met 3,2% toe in ons land
De omzet van de Belgische diervoederindustrie is volgens BFA in 2020 met 3,2% gestegen in vergelijking met 2019. Iets meer dan de helft van de geproduceerde mengvoeders zijn voor varkens. Op de lijst van de 10 meest producerende landen in de EU staan we al jaren op de 8ste plaats, achter Polen en voor Ierland. In de sector werken 7.753 medewerkers.
Covid-19, dierziektes, stijgende grondstoffenprijzen: ook de Belgische diervoedersector kende een moeizaam en bewogen 2020. “Hoewel de rentabiliteit op veel bedrijven onder druk staat, hebben we er ons met vereende krachten doorgeslagen”, zegt BFA-voorzitter Dirk Van Thielen.
Meer productie
Dat blijkt ook uit de cijfers uit het jaarverslag 2020, die BFA-directeur Katrien D’hooghe oplijstte. BFA telde verleden jaar 138 leden. In 2020 produceerden de Belgische BFA-leden (goed voor 98 % van de totale productie in ons land) 7.048.298 ton diervoeders, of een stijging met 5,7 % ten opzichte van 2019. België staat, sinds jaren, op de 8ste plaats in de lijst van de meest producerende landen binnen de EU-28. Die lijst wordt aangevoerd door Duitsland.
De omzet steeg met 3,2 % tot 4,7 miljard euro. De Belgische diervoedersector vertegenwoordigt bij benadering 10 % van de omzet van de totale voedingssector. Het aantal medewerkers in de sector bleef de voorbije jaren relatief constant en bedroeg in 2020 3.753 medewerkers.
De 10 grootste fabrikanten vertegenwoordigen 60 % van de BFA-productie. Maar 71 % van de leden heeft een productie kleiner dan 50.000 ton. Samen produceren zij 14 % van de Belgische diervoeders.
Iets meer dan de helft van de geproduceerde mengvoeders betreft in ons land die voor varkensvoeders (52 %), gevolgd door pluimveevoeder (18 %) en rundveevoeder (23 %). Diverse voeders (7 %) zijn voor paarden, konijnen, geiten, schapen, vissen, petfood en duiven).
In 2020 waren er 76 Belgische fabrikanten van varkensvoeder met een totale productie van bijna 4 miljoen ton. 57 % van het varkensvoeder betreft vleesvarkensvoeder. Verleden jaar waren er 54 Belgische fabrikanten van pluimveevoeder met een totale productie van 1,3 miljoen ton. 62 % van het pluimveevoeder betreft braadkippenvoeder. Verleden jaar waren er 87 Belgische fabrikanten van rundveevoeder met een totale productie van 1,5 miljoen ton. 48 % van het rundveevoeder betreft melkvee, 31 % voor vleesvee.
Wat de productie door niet-Belgische BFA-leden betreft, werden er in 2020 335.174 ton mengvoeders en 3.420 ton voormengsels bij ons afgezet, voornamelijk vanuit Nederland. In 2020 werd er 269.088 ton voormengsels geproduceerd door 17 Belgische fabrikanten (2 produceren exclusief voormengsels). De productie van voormengsels steeg de voorbije 10 jaar voortdurend.
Naar 50 % nevenstromen
Nog dit: in 2019 bedroeg het totale grondstoffenverbruik van de BFA-leden 7,95 miljoen ton. Maar liefst 43,9 % zijn nevenstromen uit de voedings- en biobrandindustrie. De veevoederindustrie levert dus een substantiële bijdrage aan de circulaire economie en stelt zich tot doel tegen 2030 dat aandeel tot 50 % te verhogen, wat ambitieus is.
