Startpagina Actueel

Vlaanderen en Europa steunen projecten in de schapenhouderij

De vorige 2 maanden bespraken we een reeks projecten die momenteel in Frankrijk lopen voor onderzoek op diverse aspecten van de schapenhouderij. Het is dus hoog tijd om ook aandacht te schenken aan enkele projecten die momenteel bij ons lopen en financieel gesteund worden door Vlaanderen en Europa.

Leestijd : 6 min

Project Preventieve gezondheidszorg

Het doel van dit project met als volledige titel : ‘Van A(bortus) tot Z(woegerziekte) : Preventieve gezondheidszorg voor Kleine Herkauwers’ is om houders van kleine herkauwers (geiten, herten en schapen) betreffende diergezondheidsproblematieken te sensibiliseren. Tegelijk worden manieren van bedrijfsvoering gedemonstreerd die, door middel van een geïntegreerde aanpak, gezondheidsproblemen kunnen voorkomen of tijdig detecteren om zo uitbraken van dierziekten en de bijhorende negatieve gevolgen voor de dieren, de bedrijven en de handel te vermijden. De partners binnen dit project zijn de vzw Vlaamse Schapenhouderij (VSH), Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) en KULeuven. Binnen het project krijgen 4 belangrijke problematieken binnen de schapengezondheid extra aandacht met betrekking tot sensibilisatie en demonstratie van preventieve managementmaatregelen: blauwtong, klauwgezondheid, zwoegerziekte en listeriose.

Project Microslachthuizen

Vele kleine regionale slachthuizen zijn in de afgelopen jaren gesloten, waardoor het transport vanaf de boerderij tot aan een slachthuis groter is geworden en langer duurt. De trans-portafstand en de transportduur zijn belangrijke factoren in het stressgehalte van de dieren in de laatste levensuren. Bovendien is de schaalvergroting en de diergebonden specialisatie van de resterende slachthuizen een hinderpaal voor veehouders die hoevevlees aan de man brengen. Zo is er in de regio Antwerpen -Vlaams Brabant - Limburg geen kleinschalig slachthuis aanwezig. In de afgelopen lockdownperiode werd dit gemis nog versterkt. In de afgelopen jaren heeft Bioforum de haalbaarheid van een mobiel slachthuis onderzocht. Voor het slachten van pluimvee is dit haalbaar, maar voor grotere landbouwhuisdieren is de rendabiliteit van een mobiele slachteenheid een struikelblok. Daarnaast zijn er milieukundige vergunningsbeperkingen. Bij runderen zijn er 5 tot 6 slachtingen per dag nodig opdat ze rendabel zouden zijn. Dit aantal lijkt minimaal, maar welke veehouder laat op 1 slachtdag zoveel dieren slachten? Een oplossing zou zijn om dieren van meerdere dierhouders naar 1 (mobiele) slachtlocatie te voeren, maar hierbij zou het voordeel van het wegvallen van het transport niet langer aanwezig zijn. Daarom wordt een operationele groep opgericht om de haalbaarheid van het (her)openen van kleine regionale slachthuizen te bestuderen, waarbij verschillende grotere diersoorten (schapen, geiten, herten, varkens, runderen en paarden) kunnen worden geslacht. De ultieme betrachting is om samenwerkingsverband(en) op te richten om lokale, kleinschalige slachthuizen uit te baten, eventueel een coöperatie. Dit moet de trans-portafstand naar slachthuizen reduceren, het dierenwelzijn optimaliseren en korteketenafzet stimuleren

Geplande acties

Dit EIP-project, gericht op het stimuleren van innovatie in de landbouw, is op 1 juli opgestart. De partners zijn de vzw Vlaamse Schapenhouderij, RCC-Belgium en Bioforum. Eerst moet op basis van ervaringen in binnen- en buitenland gekeken worden wat haalbaar is. Wat zijn de technische vereisten, wat met de regelgeving op het vlak van voedselveiligheid, milieu ? Hoe is het gesteld met de bedrijfseconomische haalbaarheid? En als de lichten op groen staan, dan moet er een locatie gezocht worden, een ondernemingsvorm, geschikt personeel en moet men de financiering rond krijgen. Dat is voorwaar een hele klus, maar de problematiek voor de kleine herkauwers is zo groot dat er een oplossing moet gevonden worden. Het is daarbij moeilijk te vatten dat een kleinschalig slachthuis aan dezelfde normen moet voldoen als een slachthuis dat honderdduizenden dieren per jaar slacht. Enig realisme is geboden, ook voor de verantwoordelijke overheden.

Project Hoed u voor de wolf

Zojuist is de aangepaste regeling voor niet-productieve investeringen in de landbouw goedgekeurd en gepubliceerd. Een van de nieuwe elementen is een financiële ondersteuning voor het wolfproof maken van afsluitingen binnen het ‘wolvengebied’. Tegelijk is ook een ondersteunend demonstratieproject goedgekeurd met als titel : ’De wolf, wees op uw hoede’. Dit project, waarover verder meer, startte op 1 juli en loopt tot einde 2022.

De Europese grijze wolf werd op het einde van de 19de eeuw uitgeroeid in België. Ook in de buurlanden verdween hij als gevolg van systematische bestrijding. De laatste decennia steeg het bewustzijn over de achteruitgang van onze biodiversiteit. Op Europees niveau leidde dat in 1992 tot de Habitatrichtlijn (92/43/EEC). Die richtlijn geeft de wolf de status van beschermde soort in Europa. De wolf komt in onze regio’s aan de top van de voedselpiramide en kan nuttig zijn in bestrijding van andere soorten, die soms (over)last berokkenen. Denk daarbij bv. aan everzwijnen. Spijtig genoeg doodt de wolf ook geregeld onze landbouwhuisdieren. Onze dieren zijn niet geselecteerd om continu alert te zijn voor aanvallers en zijn dan ook een gemakkelijke prooi.

Diverse wolven hebben sinds enige jaren ook de weg gevonden naar Vlaanderen. Er heeft zich ondertussen een roedel gevormd, die voor het tweede jaar op rij aan gezinsuitbreiding heeft gedaan in Limburg. De komst van de wolf wordt op ‘hoera’ onthaald door de ‘natuur’-gezinden, maar de geregelde aanvallen op landbouwhuisdieren baren de veehouderijsector grote zorgen. De wolf is er echter en we moeten er mee (leren) leven. Schade aan de veestapel wordt momenteel vergoed als bewezen is dat ze door een wolf veroorzaakt is, maar Minister Zuhal Demir heeft al aangekondigd dat wie zijn weiden niet degelijk afsluit straks geen vergoeding meer zal ontvangen als er dieren gedood worden.

De problematiek is niet zo eenvoudig. Er wordt algemeen verkondigd dat de wolf mensenschuw is en dat een ‘wolfproof afsluiting’ schade kan voorkomen, maar de vaststellingen in Limburg en Antwerpen, in wolvengebied, spreken deze visie (mensenschuw zijn en wolfproof afsluiten) tegen. Er zijn al herhaaldelijk beelden verspreid waaruit blijkt dat de aanwezige wolven niet echt bang zijn voor de mens. Waarom zouden ze trouwens. Beleidsmatig wordt de mens zijn middelen ontnomen om voor afschrikking te zorgen.

Voor wie de evoluties van nabij volgt, is er ook een zekere escalatie waar te nemen in het optreden van de wolf of de wolvenroedel. Waar aanvankelijk hier en daar een schaap het slachtoffer werd, zien we nu soms al grotere aantallen dieren die gedood of verwond worden: een koe wordt gedood en verscheurd, schapen worden doodgebeten hoewel hun wei ‘wolfproof’ afgesloten is en als klap op de vuurpijl is er recent op klaarlichte dag een aanval op een geherderde kudde gebeurd met een paar dode schapen tot gevolg. Hier wordt duidelijk bewezen dat de wolf snel bijleert en zijn gedrag bijstuurt. Via verklaringen in de media wordt nogal snel alle schuld voor schade op de rug van de veehouder geschoven, maar zoals reeds gezegd past de wolf zich snel aan. Dat is ook uit buitenlandse ervaringen duidelijk gebleken.

Geplande acties

Het punt is dat de wolf een blijver is en dat van de veehouder verwacht wordt om zijn dieren te beschermen. Vandaar dat de huidige regeling voor de professionele schapenhouder en houder van kleine herkauwers een stap vooruit is, hoewel er nog steeds geen vergoeding voorzien is voor het eigen werk en voor toezicht en onderhoud van elektrische afsluitingen , wat zeker in groeizame periodes ook een flinke klus is en blijft.

Dankzij het nieuwe demoproject (afgekort) ‘wolf’ willen wij met de partners (VSH en RCC Belgium) tijdens het komende anderhalf jaar de schapenhouders/veehouders, vooral in wolvengebied, begeleiden om hun dieren effectief te beschermen. De schapenhouders zijn niet onwillig, zoals minister Zuhal Demir al herhaaldelijk verklaarde, maar ze moeten goed geïnformeerd worden over wat er hen te doen staat en hiervoor ook de nodige financiële ondersteuning krijgen. Daartoe zijn er twee besluiten van de Vlaamse regering. De professionelen kunnen aan de slag, maar voor de kleinschalige kwekers is het blijkbaar nog even wachten op hun nieuwe ondersteuningsregeling. Dus graag daden, na de vele woorden!

André Calus

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken