Minister Schauvliege stak tijdens de persvoorstelling van het actieplan hardfruit van wal met de bemerking dat we allemaal weten dat de fruitsector het de laatste jaren niet makkelijk heeft.
Dit is dan ook de reden waarom een rondetafelbijeenkomst werd georganiseerd om met de sector te kijken naar de toekomst, en vooral naar hoe we ons beter kunnen wapenen tegen tegenslagen. Dit kunnen weersomstandigheden zijn die niet meevallen zoals vorst en storm, maar ook economische omstandigheden zoals de Ruslandboycot.
Rondetafel
Aan de rondetafel zaten zowel de producenten- als landbouworganisaties, maar ook vertegenwoordigers van exporteurs en telers, onderzoeksinstellingen, VLAM en de diensten van de Vlaamse overheid. Iedereen was het erover eens dat er een actieplan moest komen. Dit werd uiteindelijk uitgewerkt rondom drie ‘werven’, te weten kwaliteit, rendabiliteit en onderzoek.
“We hebben vandaag al goede kwaliteit, maar stilstaan is achteruitgaan. Dus moeten we blijven inzetten op kwaliteit”, gaf minister Schauvliege aan. Dit kan volgens haar door te zoeken naar nieuwe variëteiten of productietechnieken. Ook haalt ze diversificatie aan. Zo doet niet iedereen hetzelfde: er wordt niet ingezet op één product of markt en zo stellen we onszelf minder kwetsbaar op.
Gecharmeerde minister
Het fruitbedrijf van de familie Cocquyt in Deinze-Meigem, waar we te gast waren voor de ondertekening van het actieplan, had dit alvast goed begrepen. Zo richten ze zich op specifieke markten, maar richten ze zich ook lokaal, gaan samenwerkingen aan met andere partners, baten een hoevewinkel uit, leveren fruitpakketten, ... “De overheid op haar beurt biedt ondersteuning bij de aanplant, zet in op onderzoek en ontwikkeling en zoekt naar nieuwe afzetmarkten”, aldus de minister.
Gekeken naar het luik rendabiliteit noemde Joke Schauvliege dat investeren goed is. “Maar het geïnvesteerd kapitaal moet beschermd worden en renderen op lange termijn”. De klassieke methode om de rendabiliteit te verhogen is om de kosten te reduceren, maar aan de andere zijde moeten we de kwaliteit hoog houden. De focus zal er dan ook op liggen hoe beide gecombineerd kunnen worden.
Het derde luik binnen het actieplan is dit van het onderzoek. Hier werken alle schakels uit de keten voor samen. Minister Schauvliege besluit dat ze ervan overtuigd is dat we de tegenslagen uit het verleden kunnen ombuigen naar troeven voor de toekomst. Vindingrijkheid, innovativiteit en creativiteit zijn volgens haar hiervoor nodig. Het charmeert de minister bovenal dat alle schakels uit de keten samenwerken.
Tevreden landbouworganisaties
Sonja De Becker, voorzitter Boerenbond, gaf bij de ondertekening van het actieplan aan dat ze tevreden is met het actieplan en de Vlaamse toekomststrategie voor de hardfruitsector. Voorzitter De Becker wees er op dat bijna een jaar geleden, dag op dag, zij vanuit een eigen sectorvakgroep een actieplan hadden opgesteld. Heel wat van de eigen punten vinden ze terug in de Vlaamse toekomststrategie. Vanuit Boerenbond wordt er op gewezen dat ons fruit zich ook moet onderscheiden en dit niet op basis van de laagste prijs maar op basis van kwaliteit. “Bulkproducten tegen de laagste prijs produceren is hier niet voor ons”, viel te horen.
Voor Sonja De Becker is het superbelangrijk dat de toekomststrategie vanuit een positeif aspect vertrekt: onze troeven worden verder versterkt en uitgespeeld. “We hebben een sterk product in handen, met een mooie gezondheidsclaim en uitstekende kwaliteitsreputatie. Daarom is voor ons het belangrijkste punt uit het actieplan dat er verder wordt ingezet op kwaliteit en kwaliteitsverbetering”.
Ook op het aspect ‘kwaliteit’ pikte Hendrik Vandamme, voorzitter Algemeen Boerensyndicaat in. We zijn de laatste tijd wel creatief omgegaan met de export, maar dit kan niet alles oplossen. Volgens voorzitter Vandamme moeten we sterk inzetten op de ketenkwaliteitsbewaking, want de kwaliteit moet tot bij de consument gegarandeert worden. Hier is volgens hem nog werk aan. De manier waarop ons fruit wordt behandeld, verhandeld en uitgestald moet een belangrijk aandachtspunt zijn. “Want de consument is gevoelig aan kwaliteit. Haakt de consument af, dan laat hij ons fruit liggen”, bemerkte Vandamme nog.
Buiten minister Schauvliege en de voorzitters van voornoemde landbouworganisaties werd het actieplan ook nog ondertekend door: Rita Demaré (Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties & Reo VEiling), Erik Champagne (Belgische Fruitveiling), Leo Baestaens (BelOrta), Stefan Devos (Green Diamond), Jos Janssens (Limburgse tuinbouwveiling), Tony Derwael (New Green), Dirk Van den Plas (Coöperatie Hoogstraten), Frank van Colenberghe (Fresh Trade BElgium) en Inge Moors (Proefcentrum Fruitteelt)
1. Kwaliteit
We zetten ons in binnen- en buitenland in de markt met lekkere en gezonde producten op maat van de consument. Kwaliteit is hierbij de centrale drijfveer. Alle schakels van de keten zetten hun schouders onder een integrale kwaliteitsbenadering, want kwaliteit is een totaalconcept met een taak voor eenieder, van de boomkweker over de teler, de plukker, de producentorganisatie, de kwaliteitskeurder, de transporteur, de handelaar tot de retail en de consument. Onderzoekscentra begeleiden de sector bij de ontwikkeling van nieuwe, rendabele variëteiten.
De telers staan open voor innovatieve technieken, nieuwe variëteiten en diversificatie in hun bedrijfsvoering. Zij krijgen hierbij de nodige professionele begeleiding vanuit de onderzoekscentra. De overheid verlegt het accent bij de ondersteuning van aanplanten naar deze nieuwe variëteiten.
Nicheproducten krijgen meer kansen. De overheid faciliteert de ontsluiting van nieuwe afzetmarkten, de sector investeert. Eén gezamenlijk label, dat staat voor een basiskwaliteit, kan op termijn zorgen voor uniformiteit over de hele sector heen.
2. Rendabiliteit
Rendabiliteit is het uitgangspunt voor duurzaam ondernemerschap. Om het geïnvesteerd kapitaal zo maximaal mogelijk te beschermen, investeren de telers verder in verzekeringen. De producentenorganisaties, de overheid en de onderzoekscentra stimuleren en ondersteunen hen hierin. Ook de producentenorganisaties waken over de rendabiliteit: zij breiden de poolverkoop verder uit in Vlaanderen. Iedereen waakt erover om onze producten sterk in de kijker te zetten bij de start van het nieuwe oogstseizoen. Getracht wordt om het economische rendement van de sector te optimaliseren door de kosten te reduceren, maar niet in te boeten op kwaliteit. Zo zijn Smart Farming, IPM en innovatieve productverwerking thema’s waaraan onderzoekscentra hoge prioriteit geven. De landbouworganisaties hebben bijzondere aandacht voor kennisdeling en het uitwisselen van ervaringen.
3. Onderzoek
Een integrale aanpak op het vlak van onderzoek in de hardfruitsector, is primordiaal om werf 1 en werf 2 te realiseren. Alle Vlaamse fruittelers en alle schakels van de keten zetten samen met de overheid maximaal in op onderzoek rond kwaliteit en rendabiliteit in de ruime zin. Om deze werven te realiseren, zet de sector samen met de overheid zijn schouders onder concrete acties, die in een constructieve samenwerking aangepakt worden. Er wordt halfjaarlijks een overleg georganiseerd om de realisatie van deze toekomststrategie te monitoren.
De ondertekening van het actieplan voor hardfruit vond plaats op het fruitbedrijf van de familie Cocquyt in Deinze-Meigem.
Vader Marc Cocquyt heeft het bedrijf dit jaar overgelaten aan zijn zoon Jonas, die de vierde generatie op het bedrijf is. Deze kon echter op geen slechter moment starten, namelijk op de ochtend eind april toen er nog nachtvorst was.
“Ik zit vol beroepsfierheid en heb zin voor verantwoordelijkheid”, gaf Marc aan. Hij wees terug naar 1988, toen zij als eerste begonnen met de geïntegreerde bestrijding. “Integra had zelfs nog geen controleurs”. Ook waren ze de eerste om zich in orde te stellen met Globalgap, Fruitnet, ...
Vader Marc geeft aan veel inspanningen gedaan te hebben voor de toekomst. Tijdens ons bezoek waren we zo te gast in hun nieuwe loods, waar in de kelder het eigen regenwater werd opgevangen. “Deze investering werd met eigen centen betaald en dan worden we met een regenwatermeter belast door de overheid op het eigen opgevangen regenwater”, bemerkte vader Cocquyt ietwat bedroefd. Vervolgens is er nog de viermaandelijkse staalname om de kwaliteit van het regenwater te controleren.
Naast de regenwateropvang werd er ook een wasplaats voor de machines gebouwd met een olie- en slibafscheider. Hiernaast is er een wasplaats voor de sproeiers met opvang en zuivering van het opgevangen water via een biofilter.
Ondanks zijn beroepsfierheid en dat er geïnvesteerd is in de toekomst, is vader Marc bezorgd. Dat een fruitteler weersafhankelijk is, dat weet hij. Er komen echter te veel andere dingen op hem af waar hij geen vat op heeft. Marc wijst hier naar de Ruslandboycot. “De enige die dit vandaag in zijn portefeuille voelt, is de fruitteler”. Marc bemerkt nog dat een boer in zijn veld, stal of fruitplantage moet zitten, maar dat die vandaag te veel in zijn papieren zit, al is het maar om de wekelijkse controles voor te bereiden.