Startpagina Beurs van Libramont

Herd Book Holstein opnieuw vertegenwoordigd in Libramont

Het Holsteinstamboek, historisch verbonden aan de Association Wallonne de l’ Elevage (Awé), was vorig jaar dé grote afwezige op de beurs van Libramont. Dit jaar maakt de vereniging een bescheiden terugkeer in de ring, met een 50-tal ingeschreven dieren. Voorzitter Eddy Pussemier blikt terug op de evolutie die het stamboek doormaakte.

Leestijd : 6 min

Het oorspronkelijke doel van het Holsteinstamboek was om de selectie van het ras in goede banen te leiden. Vandaag de dag loopt dit proces zo vlot dat genomische technieken in feite het selectieproces sturen.

De veehouder weegt dus minder en minder op de selectie, in tegenstelling tot de cijfers, die alleen maar belangrijker worden. Het lijkt er dus op dat de technologie zegeviert, zolang die genomische keuzes ook lonen op het veld.

“In het begin geloofden we er niet zo in, maar genomische selectie begint echt door te breken. Er is een zodanige wedloop richting genomische selectie aan de gang dat het soms moeilijk te volgen is”, legt de heer Pussemier uit.

“Een meevaller voor ons is dat Awé, dankzij zijn KI-stations, beschikt over Holsteinstieren afkomstig van de beste Waalse veehouderijen. Een aantal melkveehouders heeft geïnvesteerd in bijzonder interessante bloedlijnen. Awé kan dus aan de beste prijs rietjes verdelen aan veehouders die insemineren, en die niet noodzakelijk het nieuwste van het nieuwste willen.”

Kennersblik blijft belangrijk

Maar voor de heer Pussemier blijft een kennersblik belangrijk voor het fenotype. “We blijven meedoen aan prijskampen, want je moet genomische data kunnen linken met een goed fenotype. We merken dat de mooie koeien (volgens prijskampen of met een goede beoordelingsscore) niet zelden degenen zijn die een lang leven zijn beschoren, en dus op lange termijn een betere productie bereiken. Een koe die over meerdere generaties heen geselecteerd is op melkgift, maar slecht op haar poten staat, zal zich niet goed houden. Het evenwicht bewaren tussen genomische gegevens en fenotype is voor mij dus een belangrijk doel.”

“We hebben koeien die uitmunten op het vlak van beoordelings-scores en productiecijfers. Nochtans vraagt daarmee vooruitgang boeken in de fokkerij jaren en jaren vertraging in de selectie. Het is frustrerend!”

Ondanks het gebruik van stieren die specifiek het fenotypisch niveau moeten verbeteren is het resultaat vaak beneden verwachting. “Ik denk dat er nog steeds een plaatsje blijft voor de kennersblik van de veehouder om mooie dieren voort te brengen. Om dat waar te maken is het nodig om stieren van de tweede generatie te gebruiken. Van oudere stieren zie je immers de nakomelingen al. Daar zijn het de ogen van kenners, en niet de cijfers die ons gaan leiden!”

Gaan voor een betere praktijk

“Wat me teleurstelt in genomische selectie? Ze richt zich boven alles op het verhogen van de melkgift, terwijl we de middelen hebben om ook op alle andere domeinen vooruit te gaan. Vandaag de dag hebben de dieren een ongelooflijk genetisch potentieel, maar ze kunnen het niet tot uiting brengen. En waarom niet? Nota bene omdat het voederniveau achterblijft!”

“Ik vrees dat de genomische selectie de overhand neemt en dat de veehouder niets meer te zeggen zal hebben. De wedloop naar de beste bloedlijnen is en blijft een kwestie van geld.”

“Genomische selectie laat toe om de natuurlijke evolutie te versnellen, maar ze houdt daarbij niet automatisch rekening met het beoogde fenotypische resultaat. Moest die evolutie even zichtbaar zijn als men ons wil doen geloven, met de genomische generaties die we nu hebben, dan zouden we melkerijen moeten hebben die het dubbele van onze huidige productie halen!”

“Als het selectieproces goed geregeld is, dan neem je alles waar het om draait erin mee. Voeder, management… We moeten eerst en vooral die aspecten onder de knie hebben voor we verder gaan op het genomische pad. We moeten geen betere koe nastreven, maar een betere praktijk!”

Andere prioriteiten

Waar de prijskampen lange tijd de evolutie van het ras hebben gestuurd, zien we dat de prioriteiten veranderd zijn. De melkveehouders hebben er in feite geen nood meer aan: niet om hun selectie te sturen, en niet voor hun zelfontplooiing. De prioriteiten liggen nu anders. Het komt vaker en vaker voor dat de partner buitenshuis gaat werken, wat ervoor zorgt dat mensen minder tijd hebben voor prijskampen. “Dat is een trend die ons tot nadenken dwingt. Welke prijskampen moeten we blijven steunen? Zijn er die we kunnen laten vallen?”

Hij vervolgt: “Zeker, bepaalde prijskampen zijn in ongenade gevallen, maar dat is een gevolg van de melkprijs! Die is al veel te lang veel te laag en dat werkt in op de goesting van de veehouders.”

“Ik ben ervan overtuigd dat wanneer de melkprijs opnieuw gevoelig stijgt, de dynamiek voor de prijskampen mee zal aanzwengelen met de zakelijke sfeer. Prijskampen zijn niet alleen plaatsen voor uitwisseling… Het zijn ook echte hot spots om zaken te doen.”

Meer professionele prijskampen

“De prijskampen worden steeds professioneler. Een onvoorbereide koe tonen is ondenkbaar nu. Om een kans te maken op een goede beoordeling moet het dier op haar paasbest verschijnen. Zo’n voorbereiding vraagt tijd natuurlijk, iets dat maar weinig veehouders kunnen missen. Hulp van een toiletteur kost geld … En dan zijn we weer bij de problematiek van de melkprijs beland.”

“Maar even goed verbreedt dat de kloof tussen de veehouders niet. Het technisch personeel van Awé vindt buitengewone dieren terug bij veehouders die zich liever ver van dit soort evenementen houden. Zij hebben er geen nood aan om hun dieren bekroond te zien. Minder en minder veehouders met een bovengemiddelde evolutie bij hun dieren willen die ook effectief gaan tonen.”

“Al zijn de wedstrijden niet onmisbaar, toch verenigen ze melkveehouders, in het bijzonder diegenen die zot kunnen lopen van een dier. En, zoals mensen doen wanneer ze erop uit trekken om te shoppen, kopen ze nog vaak met hun ogen en niet op basis van cijfers die hen onder de neus worden geduwd.”

“Terwijl de veestapel steeds groter wordt, zijn sommigen tevreden met minder kwalitatieve dieren, zolang ze maar produceren. Daar lekt de passie weg uit het beroep bij sommige veehouders. Ik ben altijd teleurgesteld wanneer ik iemand hoor zeggen: Het is misschien niet de mooiste koe, maar ze geeft goed …”

Holstein op Libramont

Sinds twee-drie jaar lijken de melkveehouders de prijskampen op de beurs van Libramont te mijden. Voor het tweede jaar op rij grenst de opkomst aan het vereiste minimum om de confrontatie toch nog te laten doorgaan. Ongeveer een dozijn veehouders zal zo’n 30 melkkoeien en een twintigtal vaarzen voorleiden in de ring op vrijdag.

“Dat is een teken dat er een probleem is. Wanneer je kijkt naar het succes dat de meer professionele prijskampen dit jaar kenden, zoals de ‘Nuit de la Holstein’ in maart, dan kun je je de vraag stellen of die eerder familiale prijskampen, minder aangepast aan de eisen van het ras, nog relevant zijn.” Andere redenen voor de beperkte opkomst: de oogst die eraan komt, wat velen stoort, en het kalverseizoen. Er zijn inderdaad minder koeien in topvorm dan in de herfst …

Maar die omstandigheden zijn een meevaller voor de veehouders die de wedstrijd hopen te winnen. “Winnen op Libramont blijft een grote meerwaarde. Elke winnaar heeft minstens dezelfde verdienste als een betere koe die verstopt blijft in een stal.” De beste deelnemers zullen gepresenteerd worden op de beursstand van Awé en naar alle waarschijnlijkheid verzorgd worden door de leden van Wal’Holstein Club.

Voor de jongeren organiseert Wal’Holstein Club opnieuw een showmanshipwedstrijd. Jongeren nemen het tegen elkaar op met presenteren terwijl de jury de manier waarop ze zich gedragen met hun vaars beoordeelt.

Ook de zoon van de heer Pussemier, Jonas, is actief in het wereldje. Hij is voorzitter van de Wal’Holstein Club. “Met Wal’Holstein proberen we voor alle prijskampen ook een showmanshipwedstrijd te organiseren. Die tijdens ‘Ath by night’ en de ‘Nuit de la Holstein’ brachten heel wat sfeer teweeg. Zo willen we jongeren de mogelijkheid bieden om zich in het kader van de prijskampen in een fijne sfeer bij ons aan te sluiten”, besloot hij.

Naar P-Y L.

Lees ook in Beurs van Libramont

Campagne EuroFoodArt (deel 2): in het vlees proef je de Ardennen

Libramont Libramont is een typisch Waalse beurs. De redactie van Landbouwleven kreeg de kans om enkele Waalse streekproducten te leren kennen tijdens een culinaire rondrit, in het kader van de campagne EuroFoodArt “Europese topkwaliteit is kunst”. Lees in deel 2 over de typische Ardeense specialiteiten: Jambon d’Ardenne en Saucisson d’Ardenne.
Meer artikelen bekijken