Herd Book Holstein opnieuw vertegenwoordigd in Libramont
Het Holsteinstamboek, historisch verbonden aan de Association Wallonne de l’ Elevage (Awé), was vorig jaar dé grote afwezige op de beurs van Libramont. Dit jaar maakt de vereniging een bescheiden terugkeer in de ring, met een 50-tal ingeschreven dieren. Voorzitter Eddy Pussemier blikt terug op de evolutie die het stamboek doormaakte.
Het oorspronkelijke doel van het Holsteinstamboek was om de selectie van het ras in goede banen te leiden. Vandaag de dag loopt dit proces zo vlot dat genomische technieken in feite het selectieproces sturen.
De veehouder weegt dus minder en minder op de selectie, in tegenstelling tot de cijfers, die alleen maar belangrijker worden. Het lijkt er dus op dat de technologie zegeviert, zolang die genomische keuzes ook lonen op het veld.
“In het begin geloofden we er niet zo in, maar genomische selectie begint echt door te breken. Er is een zodanige wedloop richting genomische selectie aan de gang dat het soms moeilijk te volgen is”, legt de heer Pussemier uit.
“Een meevaller voor ons is dat Awé, dankzij zijn KI-stations, beschikt over Holsteinstieren afkomstig van de beste Waalse veehouderijen. Een aantal melkveehouders heeft geïnvesteerd in bijzonder interessante bloedlijnen. Awé kan dus aan de beste prijs rietjes verdelen aan veehouders die insemineren, en die niet noodzakelijk het nieuwste van het nieuwste willen.”
Kennersblik blijft belangrijk
Maar voor de heer Pussemier blijft een kennersblik belangrijk voor het fenotype. “We blijven meedoen aan prijskampen, want je moet genomische data kunnen linken met een goed fenotype. We merken dat de mooie koeien (volgens prijskampen of met een goede beoordelingsscore) niet zelden degenen zijn die een lang leven zijn beschoren, en dus op lange termijn een betere productie bereiken. Een koe die over meerdere generaties heen geselecteerd is op melkgift, maar slecht op haar poten staat, zal zich niet goed houden. Het evenwicht bewaren tussen genomische gegevens en fenotype is voor mij dus een belangrijk doel.”
“We hebben koeien die uitmunten op het vlak van beoordelings-scores en productiecijfers. Nochtans vraagt daarmee vooruitgang boeken in de fokkerij jaren en jaren vertraging in de selectie. Het is frustrerend!”
Ondanks het gebruik van stieren die specifiek het fenotypisch niveau moeten verbeteren is het resultaat vaak beneden verwachting. “Ik denk dat er nog steeds een plaatsje blijft voor de kennersblik van de veehouder om mooie dieren voort te brengen. Om dat waar te maken is het nodig om stieren van de tweede generatie te gebruiken. Van oudere stieren zie je immers de nakomelingen al. Daar zijn het de ogen van kenners, en niet de cijfers die ons gaan leiden!”
Gaan voor een betere praktijk
“Wat me teleurstelt in genomische selectie? Ze richt zich boven alles op het verhogen van de melkgift, terwijl we de middelen hebben om ook op alle andere domeinen vooruit te gaan. Vandaag de dag hebben de dieren een ongelooflijk genetisch potentieel, maar ze kunnen het niet tot uiting brengen. En waarom niet? Nota bene omdat het voederniveau achterblijft!”
“Ik vrees dat de genomische selectie de overhand neemt en dat de veehouder niets meer te zeggen zal hebben. De wedloop naar de beste bloedlijnen is en blijft een kwestie van geld.”
“Genomische selectie laat toe om de natuurlijke evolutie te versnellen, maar ze houdt daarbij niet automatisch rekening met het beoogde fenotypische resultaat. Moest die evolutie even zichtbaar zijn als men ons wil doen geloven, met de genomische generaties die we nu hebben, dan zouden we melkerijen moeten hebben die het dubbele van onze huidige productie halen!”
“Als het selectieproces goed geregeld is, dan neem je alles waar het om draait erin mee. Voeder, management… We moeten eerst en vooral die aspecten onder de knie hebben voor we verder gaan op het genomische pad. We moeten geen betere koe nastreven, maar een betere praktijk!”
Andere prioriteiten
Meer professionele prijskampen
Holstein op Libramont