Startpagina Akkerbouw

Dries en Patrick Hoste experimenteren met quinoa in het Quilo-project

Elke teler heeft wel zijn eigen teelttechnieken om de quinoateelt te doen slagen op hun bedrijf en bijbehorende bodem. Zo ook zoon Dries en vader Patrick Hoste, die een familiaal akkerbouwbedrijf uitbaten in Aalter. Ze beschrijven hun activiteiten als hobbyboer. “Maar we zijn wel een duo dat volledig in quinoa gelooft, na onze ervaringen”, klinkt het.

Leestijd : 4 min

Ze beslisten om dit jaar 75 a aan quinoa te zetten. “We houden wel van dit pionierswerk, maar beseffen ook dat het moet renderen om ermee verder te willen gaan.” Een succesvolle opkomst van de quinoaplanten vereist in de eerste plaats kwaliteitsvol zaaizaad. Via de gemeenschappelijke aankoop van zaaizaad door het ILVO schafte het landbouwersduo dit aan. Ze zaaiden in april het ras Vikinga, het enige Deense ras naast Titicaca. “Andere rassen in het huidige aanbod komen vooral uit Nederland”, geeft ILVO-onderzoeker Greet Tavernier mee.

Telers gezocht! Wil je iets nieuw proberen en wekt quinoa je interesse? Dan is het Quilo-project eventueel iets voor jou! Binnen het Quilo-project wordt namelijk gezocht naar geïnteresseerde landbouwers. Door toe te treden krijg je informatie uit eerste hand van onderzoekers, maar kan je via bijeenkomsten en een WhatsApp groep ook andere landbouwers (biologisch en conventioneel) ontmoeten, en demo’s en workshops volgen. Op die manier kan de teelt verder uitgerold worden in Vlaanderen. Last but not least: kies je voor quinoa, dan kunnen de pre-ecomaatregelen je zelfs een duwtje in de rug geven.

Doordacht zaaien en bemesten

Door een tip van een andere landbouwer in het project maakten ze voor de zaai wel een vals zaaibed, dat ze goed aandrukten. “Een goede keuze, want we kenden een nat voorjaar. Hierdoor zou wel wat onkruid kunnen schieten”, vertelt Patrick. Een vals zaaibed geeft volgens Tavernier niet altijd positieve resultaten: “In 2020 was het voorjaar droog en toen was dat niet interessant. Het werkte uitdroging in de hand.” Ze kozen voor een zaaidichtheid van 10 kg per ha, en een rijafstand van 34 cm. De zaadjes planten ze op een diepte van 1 à 2 cm, wat noodzakelijk is door de grootte van het zaad. Die zijn namelijk 1,8 à 1,9 mm groot. “De quinoateelt is best een delicate teelt. De bodemstructuur moet goed zijn, en de teelttechniek moet doordacht gebeuren. In de teeltrotatie verving quinoa een teelt maïs, en verder in de rotatie zetten we tarwe en aardappelen.”

Eens de teelt gezaaid werd, kan de plant ongestoord groeien. “We gaven voor het ploegen 25 ton stalmest per ha, en bij het zaaien nog eens 25 eenheden stikstof in kunstmest. Achteraf gezien, om nog een betere start te krijgen, hadden we beter 50 à 60 eenheden stikstof toegepast”, aldus Patrick.

Geen gewasbescherming

Aangezien het om een kleine teelt gaat, zijn er geen gewasbeschermingsmiddelen erkend. Om het onkruid te wieden hebben we 3 keer geschoffeld. “Schoffelen was dit jaar niet evident, omdat het vaak te nat was”, klinkt het. “Ik ben wel blij dat we kozen om in rijen te zaaien. Dit is nodig als je wilt schoffelen, de rijafstand en de schoffelmachine moeten op elkaar afgestemd zijn. We probeerden ook quinoa te zaaien zoals we gele mosterd zaaien, maar dat werd een ramp bij de opkomst. Dit bevestigt dat onze eerdere beproefde zaaitechniek met rijen (diepte en voorbereiding van het zaaibed) goed zat.”

In juli kampte de teelt bovendien met een meeldauwaantasting. Een deel van de opbrengst ging daardoor verloren. “Om dit in de toekomst te vermijden, willen we de volgende keer zeker niet dichter zaaien. Dan is er voldoende luchtstroom tussen de planten, waardoor deze sneller opdrogen.” Tavernier geeft aan dat bij de rassenkeuze ook wel reke ning wordt gehouden met ziektetoleran tie.

Zeven en drogen

Na de oogst in augustus moet de opbrengst verwerkt worden. In Aalter kon die oogst gebeuren met een klassieke maaidorser. Het reinigen kan manueel gebeuren met een gewone zeef, maar Patrick en Dries hadden een schudzeef ter beschikking. “Gelukkig, anders werd het wel heel intensief werk”, aldus Dries. Bij het zeven worden de onkruidzaden, vuil en de kapjes verwijderd. “Het enige probleem is melde: dat zaad is even groot als quinoa, maar omdat de meldezaadjes zwart en toch iets kleiner zijn, kan er toch op gesorteerd worden ”, klinkt het. In de quinoaketen is daarom zeker nood aan kwaliteitsvolle triagecentra.

Na het opschonen moet de quinoa worden gedroogd. Bij Dries en Patrick gebeurt dat in kisten met luchtcirculatie. De bodem van de kisten bestaat uit een palet met worteldoek, zodat de lucht van onder naar boven kan. “De kleur van de zaden wordt lichter met de tijd”, legt hij uit.

Tegenvallende oogst

In een normaal jaar is 2 ton zuiver product per ha zeker mogelijk volgens het duo. “Dat was dit jaar niet mogelijk door de omstandigheden: het was te nat en we kregen last van meeldauw. Moest het nu een warmer jaar zijn, dan was de opbrengst sowieso beter”, vertelt Patrick. Ze oogstten 1.500 kg per ha en na reiniging bleef daar nog 1.200 kg per ha over. In de verkoop zijn de prijzen ook naar behoren voor hem. Voor een kg kan een landbouwer 2 à 3 euro krijgen. “We zijn echter nog op zoek naar afzet. We zijn alvast enthousiast omdat we veel positieve reacties krijgen, zowel van consumenten op restaurant als van collega-boeren. Ik geloof dat het goed komt met deze teelt.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken