Startpagina Actueel

Oorlog in Oekraïne stresstest voor voedingsketen

Hoe ziet de toekomst van de Belgische voedingsindustrie eruit? Niet al te rooskleurig, volgens een bevraging die gebeurd is bij 700 leden van Fevia. Na de coronacrisis was er sprake van economisch herstel, maar nu vormt de oorlog in Oekraïne een hele uitdaging. Een tekort aan grondstoffen en stijgende kosten doen onze voedingsindustrie geen goed.

Leestijd : 6 min

F evia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, zet zich in voor een duurzaam voedingssysteem. Dat is niet alleen een werk voor de voedingsindustrie, ook overheden, retailers, landbouwers en consumenten werken hieraan mee. “We zijn de motor voor economische groei”, klinkt het. “Als het voedingssysteem rendabel is, is er ruimte voor investeringen. Dat is goed voor de export en de lokale markt, en creëert ook jobs. Een groot potentieel, maar de rendabiliteit wordt sinds de pandemie beproefd door een schaarste aan grondstoffen, hoge kosten voor energie, verpakkingen, transport en lonen.

Oorlog doet economisch herstel in 2021 teniet

Nadat de pandemie ook de voedingsindustrie zwaar trof in 2020, tonen de economische cijfers van 2021 dat de voedingsindustrie zich vorig jaar herstelde, mede dankzij de steunmaatregelen van de overheid. De voedingsindustrie bevestigde haar rol als economische motor, met een herstel ten opzichte van het coronajaar 2020: een omzet van 61,4 miljard euro (+13,1%), 1,9 miljard investeringen (+9,2%), 30 miljard euro export (+11,7%) en 97.966 jobs (+2,4%).

De oorlog in Oekraïne remt echter de productie af in 2022. In november en december van vorig jaar was er al sprake van tekorten, maar de oorlog werkt als een brandversneller. 4 op de 10 bedrijven hebben de productie al stopgezet of verminderd of willen dat binnen de 1 à 4 weken doen. De oorzaak daarvan is het tekort aan grondstoffen en/of een onvoldoende rendabele productie.

Export in een veranderde geopolitieke context

Het staat vast dat Belgische voeding en dranken internationaal erkend zijn. De export vertegenwoordigt de helft van de omzet. De top 5 van de bestemmingen zijn Nederland, Frankrijk, Duitsland, het VK en Italië. Buiten de EU en het VK is export naar Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne goed voor 5 % van de verre uitvoer. De Russische markt is namelijk een groeimarkt voor bepaalde producten, ter waarde van 182 miljoen euro. Dranken en chocolade worden hierin alsmaar belangrijker. Daarnaast heeft de Brexit voor de Belgische uitvoer geen grote gevolgen gehad. “België had zich goed voorbereid”, klinkt het bij Fevia. Toch zal de invoering van de exportcertificaten zich nog laten voelen.

Rendabiliteit

op een dieptepunt

De voedingsindustrie blijft wel jobs creëren: 1 op de 5 industriële jobs is er één in de voedingssector, ondanks de digitalisering. De voedingsbedrijven doen nog steeds een beroep op tijdelijke werkloosheid om de gevolgen van de crisis op te vangen. Daarnaast is de voedingsindustrie in 2021 wel een topinvesteerder in de verwerkende industrie, gevolgd door de chemie en farma.

De rendabiliteit van Belgische voedingsbedrijven daalde echter wel tot een historisch dieptepunt van 2,8%. De huidige investeringen zullen zo niet meer mogelijk zijn. Terwijl eind 2021 bijna één vijfde van de bedrijven hun financiële situatie beoordelen als slecht, is dat vandaag bijna het dubbele. Meer dan de helft van de bedrijven gaven aan de investeringen neerwaarts te herzien in 2022.

Anthony Botelberge, voorzitter van Fevia, waarschuwt: “Tijdens de pandemie stonden veel voedingsbedrijven al voor hete vuren door schaarste en stijgende kosten. Het leek er begin dit jaar op dat we die brand eindelijk geblust kregen, maar de oorlog in Oekraïne is helaas een enorme brandversneller. Als we die kosten niet kunnen doorrekenen, dan wordt het nauwelijks nog rendabel om verder te produceren.”

Hogere prijzen en schaarste

Door de mondiale verstoring van de toeleveringsketen en door de slechte oogsten werden grondstoffen op anderhalf jaar tijd maar liefst 43% duurder, volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties. De oorlog in Oekraïne stuwt die kosten nog verder omhoog. Zo steeg de prijs van tarwe sinds het uitbreken van de oorlog met meer dan 50%. Door de oorlog in Oekraïne dreigen er tekorten aan verschillende grondstoffen.

De helft van de bedrijven heeft momenteel een verstoring van de bevoorrading, een kwart verwacht zeer binnenkort een tekort aan tarwe, zonnebloemolie en verpakkingen. Zo halen Europese raffinaderijen van plantaardige oliën 35% tot 45% van hun zonnebloemolie uit Oekraïne. Producenten van onder andere bereide aardappelproducten en groenten, kant-en-klare maaltijden, margarines en minarines, sauzen, chocopasta, ontbijtgranen en patisserie, maar ook van medische en babyvoeding zoeken nu in allerijl naar alternatieven, die uiteraard ook een pak duurder zijn.

Daarnaast voelen ook fabrikanten van brood- en bakkerijproducten, pasta- en koekjesfabrikanten – die bloem en meel als ingrediënt gebruiken – de gevolgen van de verminderde tarwe-export uit Rusland en Oekraïne. Ook voor andere ingrediënten, zoals lijnzaadolie, honing en eierproducten, dreigen tekorten voor Belgische producenten. Zelfs voor verpakkingen zoals glazen flessen en bokalen dreigt er schaarste te ontstaan. 7 op de 10 bedrijven hebben of zullen moeten herformuleren.

Doordat de voedingsindustrie bovendien een energie-intensieve sector is, wegen de explosief gestegen energieprijzen ook zwaar door: de helft van de voedingsbedrijven zag zijn elektriciteitsfactuur op een jaar tijd minstens verdubbelen en 37% zag zijn gasfactuur zelfs verdrievoudigen. Fevia roept de overheden op om naast structurele nu ook snel tijdelijke maatregelen te nemen om de energiefactuur van Belgische voedingsbedrijven te temperen en om nu vooral geen extra lasten of verplichtingen te creëren.

Hogere winkelprijzen zijn onvermijdelijk

“We merken helaas nog steeds dat grootwarenhuisketens nauwelijks openstaan om te spreken over nochtans onvermijdelijke prijsstijgingen,” aldus Bart Buysse, CEO van Fevia. En dat terwijl driekwart van de bevraagde voedingsbedrijven hun contracten met supermarkten willen onderhandelen. 33% van de heronderhandelingsverzoeken werd geweigerd, 40% van de verzoeken is (nog) niet beantwoord. Slechts 28% gaf aan een beperkte verhoging gekregen te hebben. De contractheronderhandelingen gaan beter met de foodservice/horeca, zo bleek. “De supermarktketens hebben een disproportionele onderhandelingsmacht”, klinkt het. Het is zelfs zo dat 80% van de voedingsbedrijven te maken krijgt met (dreigingen van) vergeldingsmaatregelen, zoals het verwijderen van producten uit het assortiment. Deze druk zorgde er al voor dat 8 van de 10 ondernemingen gedwongen waren om minder gunstige voorwaarden te aanvaarden.

“Na maanden overleg kwam er uiteindelijk een gezamenlijk signaal vanuit het Belgisch Ketenoverleg. Het is positief dat de organisaties van het ketenoverleg, waaronder ook handelsfederatie Comeos, de actoren in de keten oproepen om de impact van de kostenstijgingen billijk te verdelen, maar we moeten nog zien hoe ze dit in de praktijk gaan toepassen. Dit toont bovendien aan dat er dringend hefbomen in de regelgeving moeten komen om te garanderen dat contracten en prijzen in crisistijd, bij onvoorziene en enorme kostenstijgingen, sneller kunnen worden bijgesteld.”

Nood aan steun en flexibiliteit

Dit komt bovenop de bestaande knelpunten in de sector. Zo is er nog steeds een tekort aan arbeidskrachten, waardoor de potentiële groei voor 3 op de 10 voedingsbedrijven geremd is. Daarnaast blijft het probleem rond loonkosten bestaan. “De inflatie en automatische loonindexering doen de effecten van tax shift teniet”, klinkt het. We moeten ook niet vergeten dat allerhande taksen, zoals voor energie, ook elk jaar duurder worden.

Fevia-voorzitter Anthony Botelberge: “Onze bedrijven gaan er alles aan doen om de voedselbevoorrading te blijven garanderen, zoals ze dat ook gedaan hebben tijdens de pandemie. We zijn een veerkrachtige sector, maar in deze uitzonderlijke omstandigheden hebben onze bedrijven nood aan steun en flexibiliteit.”

Fevia vraagt overheden om tijdelijk af te wijken van de strikte toepassing van de etiketteringswetgeving. Zo kunnen voedingsbedrijven snel alternatieve grondstoffen en ingrediënten gebruiken om tekorten op te vangen, uiteraard met respect voor de voedselveiligheid.

“Ook van de afnemers van onze bedrijven vragen we het nodige begrip, door de kostenstijgingen mee in aanmerking te nemen en door nu geen logistieke boetes op te leggen wanneer leveringen niet tijdig mogelijk zijn of wanneer ze vertraging oplopen door tekorten in de bevoorrading van onze bedrijven. Deze crisis is een stresstest voor de gehele voedingsketen. Dat erkennen ook alle ketenpartners. In deze uiterst moeilijke omstandigheden komen we er alleen samen doorheen!” besluit Buysse.

Marlies Vleugels

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken