Startpagina Akkerbouw

Vooral grasklaver als alternatief eiwitgewas

Binnen de Vlaamse eiwittransitie (2021-2030) bestaat de intentie om het areaal voor plantaardige eiwitten zowel voor dierlijke als menselijke consumptie te vergroten. Uit cijfers van het departement Landbouw en Visserij, die Vlaams parlementslid Emmily Talpe (Open Vld) opvroeg, was in 2020 het areaal aan alternatieve eiwitgewassen bijna 28.000 ha groot.

Leestijd : 3 min

Eurostat, de Europese Dienst voor Statistiek, becijferde dat ons land het in vergelijking met andere EU-lidstaten minder goed doet op het vlak van het aantal alternatieve eiwitgewassentelers.

Verschillende actieplannen

“Gelet op het intensieve karakter van vooral de Vlaamse landbouw, evenals op de kleine, sterk verstedelijkte en dichtbevolkte oppervlakte in Vlaanderen, is dat niet zo abnormaal”, stelt Emmily Talpe in een parlementaire vraag aan Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V).

Door onze intensieve veehouderij zijn we wel grote afnemers van soja. Net daarom wordt in Vlaanderen al een kleine 15 jaar door middel van actieplannen werk gemaakt van het zoeken naar alternatieve eiwitten en het gebruik van maatschappelijk verant-woorde soja.

Door het gewijzigde dieet van de consument groeit ook de vraag naar humane consumptie van soja.

Cijfers 2011-2020

Het departement Landbouw & Visserij maakte een cijferanalyse van de evolutie tussen 2011 en 2020 van de teelt van alternatieve eiwitgewassen in Vlaanderen. Die vind je ook terug in de verschillende tabellen.

Er moet uiteraard een onderscheid worden gemaakt tussen alternatieve eiwitgewassen voor veevoeder en voor humane voeding.

In 2011: totaal 10.404 ha (humane voeding 3.437 ha, voeder 6.967 ha), in 2016: totaal 17.428 ha (humane voeding 4.763 ha, voeder 12.665 ha) en 2020: totaal 27.758 ha (humane voeding 4.904 ha, voeder 22.854 ha).

Veruit de grootste stijging komt uit de teelt voor voeder: een verdriedubbeling op 3 jaar, voor de humane voeding is er een stijging, maar nog geen verdubbeling.

De top 3-teelten in 2020 zijn inzake humane voeding stamslabonen (2.370 ha), tuin- en veldbonen (1.912 ha) en stambonen (496 ha); voor voeder zijn dit grasklaver (19.074 ha), graskruidenmengsel (1.341 ha) en meerjarige luzerne (1.057 ha).

Grasklaver is veruit de meest populaire teelt van de alternatieve eiwitbronnen.
Grasklaver is veruit de meest populaire teelt van de alternatieve eiwitbronnen. - Foto: LBL

Wetenschappelijk onderzoek

Verschillende onderzoekscentra, zoals het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en Inagro, zetten in op de teelt van alternatieve eiwitgewassen. Inagro startte een screeningsplatform. Verschillende gegeerde peulvruchten worden er uitgezaaid om het productiepotentieel te bepalen.

Het gaat in eerste instantie voornamelijk over verschillende soorten van erwten en bonen.

Deze screening vormt mogelijk de eerste aanzet voor uitgebreider onderzoek om deze teelten aan de hand van teeltbehandelingen tot bij de Vlaamse landbouwer, de voedingsindustrie en uiteindelijk bij de bewuste consument te brengen.

En wat met de sojateelt?

“Teelttechnische ervaringen rond de teelt van kikkererwten, bonen en soja worden geteeld met landbouwers via adviesactiviteiten, demodagen en de website”, antwoordt minister Crevits.

In de Vlaamse eiwitstrategie zal onder meer veel aandacht gaan naar de teelt van soja. In 2018 bedroeg het areaal soja in Vlaanderen 47 ha, in 2020 was dat 90 ha. De totale opbrengst was in 2018 112,8 ton, in 2020 171 ton.

Uit het recentste rapport van het officiële Cultuur- en Gebruikswaardeonderzoek van soja blijkt dat de nieuwe ILVO-Protealis-rassen duidelijk vroegrijp zijn en een mooie opbrengst realiseren.

Daarnaast wordt via de werkgroep ‘eiwitrijke teelten’ binnen Agrolink Vlaamse onderzoekskennis samen- gebracht en wordt contact gelegd met het Europees netwerk The European Region for Innovation in Agriculture, Food and Forestry (Eriaff).

Hoe steunt Vlaanderen?

Binnen het Vlaamse Plattelandsontwikkelingsprogramma PDPO III zijn er onder andere de agromilieu-, en klimaatmaatregelen voor de ondersteuning van de teelt van vlinderbloemigen, zoals rode klaver, grasklaver, luzerne, voedererwten...

Recent is er een pre-ecoregeling uitgewerkt, die voor 2022 voor 1 jaar wordt aangeboden en met Vlaamse middelen wordt gefinancierd, voor de ondersteuning van milieu-, klimaat- en biodiversiteitsvriendelijke teelten, zoals 1-jarige eiwitteelten in het kader van de lokale eiwitvoorziening. “Dit zijn vooral vlinderbloemigen, maar ook mengteelten van vlinderbloemigen met granen komen in aanmerking”, aldus minister Crevits.

“Deze interventie wordt naar voren geschoven als ecoregeling in het Vlaams strategisch plan voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2023-2027.

Ten slotte heb ik recent in het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht onder andere de projectop-roep ‘realisatie eiwitstrategie’ gelanceerd die de realisatie van de 6 doelstellingen van de Vlaamse eiwitstrategie moet versnellen.”

Concrete bedragen

Het einddoel is een duurzamere, diverse en toekomstgerichte eiwitvoorziening in Vlaanderen. Dit moet de productie en consumptie van lokale, gezonde en duurzame eiwitten verder bevorderen.

Voor de pre-ecoregeling kan voor eenjarige gewassen maximum 600 euro/ ha worden uitbetaald. Voor de bestaande agromilieu- en klimaatmaatregelen voor de teelt van vlinderbloemigen kan de landbouwer tussen 450 en 600 euro/ha subsidie bekomen.

Er is een budget van 4 miljoen euro Vlaamse middelen voorzien voor de projectoproep voor de realisatie van de eiwitstrategie. De financiële middelen voor de nieuwe programmaperiode zijn nog niet vastgelegd.

Lees ook in Akkerbouw

Moeilijke onkruiden in maïs bestrijden

Maïs In de maïsteelt worden we steeds vaker geconfronteerd met enkele onkruiden de alsmaar moeilijker te bestrijden zijn. De inzet van specifieke producten of middelencombinaties is dan nodig.
Meer artikelen bekijken