Startpagina Veeteelt

Biggenmonitor en strijd tegen PRRS

Op dit moment zijn er bijna 200 varkensbedrijven die deelnemen aan de Biggenmonitor. Meer dan de helft van deze bedrijven deden al twee of zelfs meerdere monitors met telkens zes maanden tussen. Zo kunnen ze de situatie van PRRS en eventueel ook circovirus op hun bedrijf opvolgen. Maar welke ervaringen hebben deze bedrijven in hun strijd tegen PRRS?

Leestijd : 3 min

Hebben ze successen geboekt en welke maatregelen bleken voor hun bedrijf effectief? Binnen het programma van de biggenmonitor willen we ook verder zoeken naar succesvolle maatregelen die toepasbaar zijn op moderne varkensbedrijven. Daarom is DGZ gestart met het bezoeken van bedrijven met een lage PRRS-druk en het verzamelen van de ervaringen van de varkenshouders en dierenartsen.

Ieder op zijn manier

Dat er geen toverformules bestaan, blijkt duidelijk. Want bedrijven met een lage PRRS druk zijn niet per definitie ‘de voorbeeldbedrijven uit de boekjes’. Het zijn praktijkbedrijven waar er vaak ook nog verbeteringen mogelijk zijn, maar ieder op zijn manier dragen ze bijzondere zorg voor specifieke elementen in hun bedrijfsvoering.

Quarantaine

Zo besteedde een bedrijf van 650 zeugen, 2.800 biggen en 4.000 vleesvarkens vooral aandacht aan de quarantaine van de eigen aanfok. In de zomer van 2015, enkele maanden na de eerste screening, bouwden ze een quarantainestal. De opfokgelten zitten nog steeds in de vleesvarkensstal, meer bepaald in een aparte opfokafdeling. Nu blijven daar ze echter van 20 kg tot 100 kg. Daarna verhuizen ze naar een quarantainestal waar ze zeven weken verblijven vooraleer ze in de zeugenstapel geïntroduceerd worden. In de opfokstal wordt reeds gestart met adaptatie door de geltjes in contact te brengen met verse mest en juten zakken uit de kraamstal. Hier krijgen ze ook al hun eerste PRRS-vaccinatie met een levend vaccin. De tweede vaccinatie - met een dood PRRS-vaccin - wordt in de quarantainestal toegediend.

Alternerend spenen

Ondanks het feit dat dit bedrijf draait op een vier wekensysteem, worden de biggen pas gespeend op de leeftijd van 23 dagen (door middel van alternerend spenen) en wegen ze op speenleeftijd ongeveer 6,5 kg. In de kraamstal is er ook aandacht voor het minder verleggen van de biggen tussen zeugen. De biggen blijven steeds 24 uur bij de eigen moeder. De vier zwaarste biggen worden even opgesloten, zodat alle biggen uit de toom voldoende biest kunnen opnemen. Daarna worden de overtallige biggen bij een pleegzeug gelegd. Ook de voeropname van de biggen - reeds vanaf de derde à vierde dag na de geboorte - is voor dit bedrijf een belangrijk aandachtspunt.

Optimale bezetting

Met behulp van deze en nog andere maatregelen, zoals extra aandacht voor reiniging en ontsmetting van kraamstal en batterij en optimale bezetting bij biggen, vleesvarkens en zeugen slaagde dit bedrijf erin om de PRRS-druk onder controle te krijgen. Waar bij een eerste staalname het virus nog kon worden teruggevonden bij de biggen van acht en twaalf weken oud, werden in de volgende screenings steeds minder PRRS-positieve biggen gezien.

Contactgegevens

Met al uw vragen kunt u terecht bij de DGZ helpdesk op tel. 078 05 05 23 of e-mail helpdesk@dgz.be.

Tamara Vandersmissen, varkensdierenarts –

Dierengezondheidszorg Vlaanderen

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken