Startpagina Economie

Melkaanvoer blijft lager dan in voorgaande jaren

Tijdens de maand mei werd dit jaar uitzonderlijk weinig melk aangevoerd in Europa. Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, gaf hierover duiding.

Leestijd : 4 min

De markten kreunen onder economische zorgen. Recent werden deze zorgen nog versterkt door opflakkerende lockdownvrees in China en ook door de onderhoudswerken die onlangs zijn gestart aan de belangrijkste Russische-Europese gasleiding Nord Stream 1 in Europa. “Heel wat Europese landen vrezen dat de Russen dit onderhoud zullen misbruiken om de gasaanvoer voor lange tijd stil te leggen. De nu al fragiele Duitse economie, de belangrijkste economische motor van Europa, zou door deze lange stop van de gasaanvoer in de winter een krimp riskeren van 10%. Dit weegt op de euro samen met het nieuws dat Duitsland voor het eerst sinds 1991, kort na de val van de Berlijnse muur, terug een negatieve handelsbalans zal optekenen”, omschrijft Raf Beyers de situatie.

De Amerikanen zijn zo goed als energie-onafhankelijk. Dit maakt dat de ingrediënten aanwezig zijn voor pariteit tussen euro en dollar. De olieprijs noteerde een maand geleden nog nabij 120 dollar per vat, vandaag zit men dichter bij 100 dollar. De Global Dairy Trade (GDT) zuivelveiling noteerde op 5 juli 4,1% lager tegenover de vorige notering op 21 juni.

Melkaanvoer in mei toont rode cijfers

De Europese landen van wie de melkaanvoer mei tot nu toe gekend is, noteren – uitgezonderd Tsjechië – allemaal met rode cijfers. Beyers: “De maand met traditioneel de hoogste aanvoer in de meeste lidstaten lijkt zo ook af te stevenen op een daling tegenover vorig jaar. We zien wel dat in de belangrijke melkstaten Nederland (-0,8%) en Duitsland (-1,8%) de daling wat lijkt te milderen. Voor de meeste melkveehouders in Europa hebben de melkprijzen vanaf mei grotere opstappen gemaakt. Dat kan er volgens sommige volgers voor zorgen dat men zal pogen om de aanvoerpiek zo lang mogelijk vast te houden en dit kan dus mogelijk zichtbaar worden in de zomermaanden.”

De weersomstandigheden in de zomermaanden, zoals hittegolven, kunnen natuurlijk wel wegen op de melkaanvoer. In Wit-Rusland (-2,2 %) en vooral Australië (-8,8%) melkt men ook duidelijk minder dan vorig jaar. De milde melkaanvoercijfers blijven dus aanwezig in de markt. De grote onbekende, de zogenaamde black box, is echter de vraag. “Recente prijsdalingen op de GDT en ook wat zichtbare prijsdruk bij de basiszuivelgrondstoffen maken toch wel wat bekend rond de vraag. Deze wordt als mild beschreven. Het is niet vreemd dat de vraag wat terugvalt tijdens de vakantieperiode. Algemeen kan men stellen dat de huidige lichte prijsdruk bewijst dat een stijgend zuivelaanbod momenteel het best vermeden wordt. De melkprijzen gaan heel stevig de zomer in en naar verwachting blijft dit zo in het najaar.

Lage boterstock in de VS

Terwijl boter bij de vorige GDT-veiling nog de winnaar was, ging het deze keer als verliezer de handelsdag uit. Boter daalde in Nieuw-Zeeland met 9,1% en het AMF (Anhydrous Milk Fat) ging -3,1 % lager. Met deze grote daling voor boter is het prijsverschil tussen boter en vochtvrij melkvet (AMF ) wel terug genormaliseerd. AMF is terug een beetje duurder dan boter.

Met bijna pariteit tussen euro en dollar zien we boter op de GDT 5.648 dollar/ton noteren. In Europa praten we in week 27 nog over een boterindex van 7.345 euro/ton. Het opvallende verschil tussen de Nederlandse, Duitse en de Franse boterprijs blijft wel ruim voordelig voor de Fransen, met circa +700 euro/ton. De handelsprijzen die worden genoemd, halen momenteel niet de Europese boter-index. Van officiële boterstocks in Europa is geen sprake.

In de Verenigde Staten (VS) zien we de laagste boterstock over mei in de voorbije 3 jaar. In 2017 en ook in 2019 was de boterstock in mei nog iets lager dan nu. Als we de gemiddelde boterstock van de eerste 5 maanden van het jaar zien in de VS, dan is die 25% lager dan vorig jaar. Daarom tekent boter in de VS ook voor een recordprijs.

Lage Europese zuivelexport

De Europese zuivelexport doet het in 2022 niet echt goed. We zien 8% minder boterexport, maar vooral 22% minder export van mageremelkpoeder ( Skimmed Milk Powder , SMP), 18 % minder export van vollemelkpoeder ( Whole Milk Powder , WMP) en zelfs 4% minder kaasexport. “De hoogste internationale prijzen en daarbij Chinese zuivelimport die iets onder druk staat, maakt exporteren voor Europa moeilijker”, verklaart Raf Beyers. “De goedkope euro kan de komende tijd misschien wel helpen om onze hoge Europese prijzen op de internationale markt wat te compenseren. Met deze Europese exportcijfers is het belangrijk dat Europese consumenten gretig zuivel blijven gebruiken. De hyperinflatie en de met vertraging stijgende supermarktprijzen voor zuivel kunnen de situatie spannender maken. We zien dan ook dat de Europese SMP-index de laatste weken wat onder druk staat naar vorige week een index van 4.007 euro/ton (?).

Het meest opvallend en zorgelijk is het weipoeder, dat heel scherp blijft dalen. Zit kaaswei als grondstof in luxeproducten of in niet echt noodzakelijk producten? Weipoeder is sinds begin april al 30% van zijn prijs kwijt en is de eerste zuivelgrondstof die terug op het niveau zit van einde september, toen bij de zuivelgrondstoffen de spectaculaire prijsstijging van start ging. Op de GDT deed SMP het niet goed, met een prijsdaling van 5,5% en een prijs van 4.063 USD/ton. Deze loopt dus goed gelijk met de Europese prijs. WMP op de GDT ging 3,3% lager en blijft dus dalen richting de prijzen van november vorig jaar”, aldus Raf Beyers.

Anne Vandenbosch

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken