Brouns reageert nog op Pano-reportage in commissie Landbouw
Landbouwminister Jo Brouns (cd&v) heeft in de Commissie Landbouw van het Vlaams Parlement herhaald dat hij zich ‘geschokt’ voelt na het bekijken van de Pano-reportage van 21 september jl. “Het eenzijdig beeld dat daarbij is opgehangen strookt niet met het beeld van de land- en tuinbouw die ik ken”, zegt de minister.

Op de bijeenkomst van de Landbouwcommissie in het Vlaams Parlement op 5 oktober voelde men nog de naschokken van bewuste televisie-uitzending. Brouns ontmoette na het programma veel landbouwers die het lastig hebben met de manier waarop daar over hen gesproken werd. Ook mensen die hebben deelgenomen aan de uitzending, voelen zich in het ootje genomen.
Polariseren en culpabiliseren
Er zijn volgens de minister woorden uitgesproken die nooit bijdragen om tot dat nieuw harmonieus evenwicht te komen op de zakdoek die Vlaanderen groot is. Zeker niet op een ogenblik dat we voor moeilijke uitdagingen staan. “Polariseren en culpabiliseren helpt echt niet”, is het beeld dat Jo Brouns heeft overgehouden aan de Pano-reportage.
Ammoniakemissie daalt
Volgens de Vlaamse minister van Landbouw is er geen sprake van een algemene uitbreiding in onze veehouderij. Zowel de varkenssector als de rundveesector – de combinatie van melkvee en vleesvee – zijn zowel in aantal dieren als in emissies gedaald. De pluimveesector wordt wel gekenmerkt door een stijging in aantal dieren. Maar die stijging in dierenaantallen gaat gepaard met een daling van ammoniakemissies van maar liefst 40% de voorbije 20 jaar.
“Het klopt”, zegt Brouns, “dat er op bedrijfsniveau in de regel wel sprake is van een schaalvergroting doorheen de voorbije jaren, decennia en generaties. Maar de ammoniakemissie vanuit de landbouw is ondertussen, de laatste 20 jaar, met meer dan 30 % gedaald. Die individuele schaalvergroting heeft niet gezorgd voor een stijging van de emissie; wel in tegendeel laat ze de landbouwers toe om emissiereducerende technieken toe te passen. De bijkomende vaste kost kan gespreid worden over een grotere output om zo het inkomen op hetzelfde peil te houden.”
Minister Brouns ging even terug naar vorige legislatuur toen in de landbouwcommissie een hoorzitting met academici werd georganiseerd waar de drijvers achter schaalvergroting werden toegelicht. Samengevat zijn dat de dalende marges per eenheid die leiden tot meer eenheden om het gezinsinkomen op hetzelfde niveau te houden; technologische ontwikkelingen verlaagden de arbeidsbehoefte per eenheid; bijkomende verwachtingen uit de samenleving nopen tot investeringen, bijvoorbeeld op vlak van dierenwelzijn of milieu; door de liberalisering van het handelsbeleid moet de Vlaamse landbouwer in het winkelrek in competitie gaan met landbouwers die comparatieve kostenvoordelen hebben. “Deze redenen zijn niet specifiek eigen aan de landbouw. We zien hetzelfde in de totale economie: consolidatie, concentratie, overnames en fusies, groei-investeringen. Ook de dienstensectoren ontkomen niet aan de wetmatigheden van de vrije markt.”
Eigen keuzes
De Vlaamse landbouwer is een ondernemer die zijn eigen beredeneerde en berekende keuzes maakt, betoogt Brouns. Hij vindt het van weinig respect getuigen dat er wordt gesteld dat zij gewoon blindelings anderen zouden volgen voor de toekomst van hun bedrijf.
Landbouwers winnen heel wat advies in als ze met bepaalde keuzes worden geconfronteerd. Heel wat ondernemers doen dat ook bij hun belangenorganisaties. Zij krijgen allerhande advies, maar het is finaal de ondernemer die de keuze maakt. Ze houden maximaal rekening met de mogelijkheden en sterktes van hun bedrijf en van zichzelf als bedrijfsleider. Elk bedrijf en iedere bedrijfsleider heeft ook uitdagingen en beperkingen. De afweging van deze verschillende componenten resulteert telkens in een andere bedrijfskeuze, waardoor we in Vlaanderen een brede waaier aan soorten bedrijven zien: groot of klein, lokale of regionale afzet.
Jo Brouns: “Voor elke vorm van landbouw is er plaats in Vlaanderen.”
Bewustwording versterken
Landbouwminister Brouns hield de leden van de commissie voor dat hij zijn beleid inzet op het versterken van de bewustwording van de consument en op het ontwikkelen van een breder palet van rendabele verdienmodellen bij de boeren.
“Daarmee wil ik onze landbouwers verder ondersteunen”, zegt hij. “Dat doen we door andere bedrijfsmodellen die inzetten op meerwaarde, zoals korte keten of bio, bijkomende te ondersteunen.”
De minister wil ook samenwerking tussen landbouwers, via coöperaties en producentenorganisaties, verder stimuleren. Hij wil hen helpen om de voordelen van schaalvergroting te kunnen combineren met de nabijheid van onze familiale landbouwbedrijven. Hij is van plan om het overleg tussen de verschillende schakels in de voedselketen verder te ondersteunen waarvoor hij erkenning geeft aan zogenoemde brancheorganisaties. Zij kunnen dan binnen de keten bijkomende afspraken maken rond kwaliteit, aanbodbeheersing en prijsvorming. Brouns zegt dat hij daarbij altijd duidelijk heeft gemaakt dat de volledige keten een verantwoordelijkheid draagt, ook financieel, in de transitie waar onze landbouwers voor staan.
Brouns omschrijft de Vlaamse land- en tuinbouw als een van de meest performante in de wereld: “Er zijn weinig plaatsen in de wereld waar het hele proces kritischer bewaakt wordt dan hier.” Hij ziet dat alle beleidskaders één doel hebben: de verdere verduurzaming.