Startpagina Uw stem

Lezersbrief: Een analyse van nitraat in het oppervlaktewater

Een lezer vraagt zich af of het opleggen van beperkingen aan één sector op grond van nitraatwaarden in het oppervlaktewater wel te rechtvaardigen is.

Leestijd : 5 min

Met enkele jonge landbouwers, enkele polderbestuurders en enkele burgers volgen wij sinds een tiental jaar de waterkwaliteit in onze regio. We zijn niet gebonden aan politiek of aan bestaande belangengroeperingen.

Wij streven steeds naar verbetering en doen dit door zo goed mogelijk de werking van de waterzuiveringen en alle factoren, data en kennisgegevens die van invloed kunnen zijn op nitraat in ons oppervlaktewater te leren kennen. Ik beschrijf in dit stuk onze resultaten.

Nabij MAP-meetpunten

In onze regio zijn diverse kleinschalige waterzuiveringsinstallaties (KWZI) gebouwd. Wij hebben die nauwgezet opgevolgd. Wij hebben in ons gebied diverse MAP (mestactieplan) meetpunten, waaronder meetpunt 21600 aan de Molenkreek en meetpunt 21000 aan de Roeselarekreek, beide te Sint-Laureins.

In 2013 is een waterzuivering gebouwd in ons gebied waarbij het afvalwater een andere loop heeft gekregen. Voordat de waterzuivering RWZI nr. 312 te Sint-Margriete gebouwd werd, liep het afvalwater af naar MAP-meetpunt 21000, een punt dat regelmatig overschrijdingen kende. Sinds de afloop niet meer via MAP-meetpunt 21000 loopt, kent het geen overschrijdingen meer. Het MAP-meetpunt 21600 aan de Molenkreek kende echter geen overschrijdingen voor 2013, maar vertoont overschrijdingen sinds de afloop van de KWZI via MAP-meetpunt 21600 werd geleid.

Nitraatanalyse met VMM

In 2021 en 2022 hebben wij samen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) aan een project meegewerkt om de waterkwaliteit in de afloop van de waterzuivering nr. 312 te monitoren. Het project gaf als resultaat dat de uitstroom of wel het effluent van de KWZI zeer hoge waarden nitraat bevatte. VMM heeft rapporten en meetgrafieken daarvan aan ons overhandigd. De VMM-projectmeetwaarden bevinden zich tussen de 150 en 200 mg nitraat per l. De meetwaarden op Geoloket bevinden zich rond de 100 mg/l nitraat, een verschil dat wat nader onderzoek verlangt.

VMM Sint Margriete analyseresultaten

We raadpleegden diverse deskundigen. Een opmerking werd gemaakt dat sinds MAP 4 wel aanmerkelijke verstrengingen ten aanzien van hoeveelheden toe te passen bemesting zijn doorgevoerd, maar dat dat geen invloed heeft gegeven in de nitraatwaarden van onze oppervlaktewateren in Vlaanderen. Een aanbeveling was om te kijken welke nitraatbronnen er zijn die naar het oppervlaktewater vloeien.

Nitraatbronnen in beeld

Door gegevens op te zoeken, door gesprekken met deskundigen, door bijwonen van lezingen, door contacten met universiteiten brachten we nitraatbronnen in beeld voor geheel Vlaanderen.

Hiervoor consulteerden we diverse instanties en bronnen: Geoloket VMM; Aquafin, ministerie van Landbouw, VLM, Universiteit Gent, Leuven en Antwerpen, Inbo, Natuurpunt, Statbel, Eurostat, Vilt, Inagro etc. Ook Nederlandse bronnen zoals RIVM, CBS, Universiteit Delft en Wageningen, Waterschappen en Unie van Waterschappen, werden bekeken om geen zaken over het hoofd te zien en om vergelijkingen te kunnen maken.

Voorname bronnen van nitraat zijn: (1) depositie uit de lucht, (2) lozing stedelijk afvalwater, (3) lozing niet-aangesloten woningen, (4) lozingen door industrie, (5) afvloeiing van nitraat uit niet-landbouwgebieden, naar oppervlaktewater van huis- en hobbydieren, voornamelijk van honden, katten, konijnen, paarden, pony’s, schapen en geiten, (6) afvloeiing van nitraat uit niet-landbouwgebieden, naar oppervlaktewater van wilde dieren, voornamelijk van ratten, ganzen, eenden en duiven, (7) uitspoeling van nitraat uit landbouwbodems.

Bij deze bronnen kunnen we volgende opmerkingen maken.

Bij (1): De depositie van stikstof uit de lucht is in diverse literatuur en onderzoeken te vinden en er bestaan kaarten van. Dit varieert voor Vlaanderen tussen de 20 en 35 kg N/ha. Besef dat 55% van Vlaanderen geen landbouwgrond is en dat deze stikstof afspoelt naar oppervlaktewater. Voor begroeide percelen, tuinen, plantsoenen, bossen... waar geen afvoer van producten plaatsvindt, spoelt uiteindelijk de nitraat af naar oppervlaktewater, aangezien de natuur in evenwicht blijft met aan- en afvoer.

Bij (2): De hoeveelheden van waterlozing door waterzuiveringen, evenals concentraties nitraat die geloosd worden, zijn te vinden bij Aquafin, Brussels gewest, RWZI- en KWZI-data, universiteiten, Geoloket VMM, Statbel.

Bij (3): Er zijn in Vlaanderen nog altijd 400.000 woningen niet aangesloten op rioleringen (bron VMM). De individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater (IBA) zijn ook een grote zorg, getuigt een waterbehandelingsdeskundige, die constateert dat de nitraatlozing een groot probleem blijft. In onze berekening worden de IBA’s nog niet meegenomen, omdat we er (nog) geen data over bezitten.

Bij (4): Lozingen door industrie zijn in vergunningen vervat en zijn moeilijk te vinden. Uit diverse lozingsvergunningen zijn ons enkele lozingsconcentraties van 45, 66 en 88 mg nitraat/l bekend. Dit is zeer hoog ten opzichte van de landbouw, die op 18 mg nitraat/l wordt afgerekend. Een schatting van het totaal voor Vlaanderen wordt wel in enkele referenties genoemd.

Bij (5-6): Wat betreft de huis- en hobbydieren, zijn de aantallen per diersoort per jaar allemaal te vinden in diverse bronnen en vakbladen, deze rapporteren dezelfde aantallen. De uitscheiding per diersoort per jaar is goed te vinden in diverse bronnen zoals ministerie van Landbouw, vakbladen, milieuverenigingen enz. Dat geldt ook voor de aantallen wilde dieren en voor de uitscheiding ervan.

Bij (7): De totale hoeveelheid bemesting in de landbouw is perfect bekend, zowel dierlijke mest als kunstmest. De uitspoeling is eveneens bekend. De bodemsoort speelt hierin wel een rol, zand laat meer door dan klei. Men mag slechts bemesten gedurende het groeiseizoen en de regelgeving houdt rekening met de grondsoorten en typen teelten. We vinden in de zoektocht naar gegevens dat de grondstalen, die de landbouw verplicht moet nemen, geen aanrijking van nitraat vertonen over het laatste decennium. We hebben kennis van enkele bodems waar zich veen bevindt en waar enige nitraat uitspoelt, wat onterecht aan de landbouw wordt toegerekend.

Grondwater

Wat ook te vinden is in de gegevens en ons is medegedeeld in overleg, is dat grondwater aanrijkt met nitraat. Freatisch water zit tot 20 à 30 m diep. Het doet enkel vragen rijzen. We zien dat veel waterlopen in Vlaanderen in de zomer geen of vrijwel geen water afvoeren en dat de bodems aanrijken met de bronnen genoemd onder de punten 1-4. Is dit de oorzaak van de aanrijking op diepte? Is dit er de oorzaak van dat meetpunten in de periodes dat water afgevoerd wordt hogere nitraatwaarden vertonen, doordat het aangerijkte water en grondwater dan wel afstroomt? Nadere studie hieromtrent lijkt gewenst.

Landbouw niet viseren

De berekeningen van de nitraatbronnen 1 tot en met 4 bedragen een factor 10 meer dan de uitspoeling uit landbouwgronden in Vlaanderen. Dit roept vragen op. Indien de landbouw minder moet bemesten, zal dit dan nog bijdragen aan minder nitraat in onze oppervlaktewateren? Dit lijkt onwaarschijnlijk. Is beperkingen opleggen aan één sector op grond van nitraatwaarden in oppervlaktewater te rechtvaardigen? Dit lijkt juridisch onhoudbaar.

Wij zijn bereid tot overleg en zijn bereid om onze berekeningen door te nemen met ieder die bekend is met de materie.

Naam bekend bij de redactie

Lees ook in Uw stem

Meer artikelen bekijken