Startpagina Paarden

Wormbestrijding op weg naar een nieuw tijdperk?

Er is momenteel veel te doen omtrent het ontwormen van onze paarden. Landbouwleven wilde voor verheldering zorgen en woonde een webinar bij met als thema: Wormbestrijding, de do’s & don’t s… Sprekers waren Thomas Geurden als dierenarts/parasitoloog, opgeleid aan UGent, en Inge Wijnberg, assistent professor Interne geneeskunde bij de Faculteit Diergeneeskunde Utrecht.

Leestijd : 4 min

De techniek voor het ontwormen van onze paarden – van veulen tot oud paard – kabbelde de voorbije 30 jaar verder als een rustig beekje. De paardenhouder had zich immers verzoend met de schema’s die overal op het internet opdoken (en die er nog steeds te vinden zijn trouwens). Bovendien werden deze schema’s afgeleverd door de bedrijven die de ontwormmiddelen produceerden. Het onderzoek naar resistentie en darmflora, alsook ecologische principes, droegen er echter toe bij dat het thema een bijna ‘woke-kantje’ kreeg. Stelselmatig periodiek paarden ontwormen zoals vroeger wordt vandaag immers afgeraden.

Schematisch ontwormen stierf een stille dood

Kende iedereen niet de tijd waarin het een bekende regel was om paarden elke 2 maanden te ontwormen? Dat duurde tot het begon te wringen, aangezien niet elk paard zijn leven doorbracht op de weide. Dierenartsen hadden het toen al over resistentie en over het afwisselen van ontwormmiddelen. Paarden die ’s winters niet op de weide gingen, dienden anders te worden ontwormd. Dat gold ook voor paarden die het jaar rond geen weidegang kregen. Men vestigde ook de aandacht op de aanwezigheid van lintwormen. Dit vroeg om een andere molecule. In sommige paardenklinieken werd voorzichtig gewezen op het effect van te veel ontwormen op de fragiele darmflora (microbioom) van onze paarden. De volgende omwenteling in het leven van paard en paardenhouder was het feit dat men ontwormmiddelen alleen kon verkrijgen bij de dierenarts en op voorschrift. Al deze maatregelen zorgden ervoor dat de resistentie tegen wormen niet in een stroomversnelling kwam.

Evolueren naar een nieuwe aanpak

Ontwormen gebeurde altijd al overzichtelijk, al dan niet in overleg met de dierenarts. Nu adviseert men ontworming na mestonderzoek, met het tegengaan van resistentie als belangrijkste reden. “De kans dat we een nieuwe werkzame stof ontdekken die net zo goed werkt als ivermectine en moxidectine is ondertussen nihil. We moeten het risico van resistentie dus absoluut serieus nemen”, aldus Thomas Geurden. Inge Weinberg ziet in de dagelijkse praktijk de gevolgen van uit de hand gelopen wormbesmettingen. “We moeten verder kijken dan de uitscheiding van wormeieren via de mest en kijken naar het paard zelf en zijn management op de korrel nemen”. We moeten dus overduidelijk evolueren naar een andere aanpak wat het wormverhaal betreft.

Resistentie

Het komt erop neer dat er tot op vandaag nog slechts 2 molecules ter beschikking zijn die een betrouwbare resistentie status hebben: ivermectine en moxidectine. Beide werken uitstekend tegen kleine en grote bloedwormen. Alleen bij spoelwormen is ivermectine resistentie aan het opbouwen. Pyrantel en fenbendazole daarentegen zijn wel resistent. Paarden worden besmet door het grazen en bij resistentie overleven de wormen de behandeling.

Voortaan gold de regel dat alle paarden tegelijkertijd dienden ontwormd te worden. Nu is het de norm om ze niet allemaal tegelijk te ontwormen. Een mestonderzoek is immers variabel van paard tot paard en hangt af van de ei-uitscheiding. Een selectieve wormbehandeling zou enkel gelden voor volwassen paarden

Strategisch versus selectief

Dierenarts/parasitoloog Geurden benadrukt het feit dat de behandeling van een veulen strategisch moet blijven, om spoelwormen zo weinig mogelijk kansen te geven. Ook voor drachtige merries is dit van belang. Bij jaarlingen kan men al iets flexibeler ontwormen, maar dit was altijd al zo. Bij volwassen paarden daarentegen adviseert hij een strategische ontworming – zoals we altijd al deden – maar uitsluitend in april/mei bij de start van het weideseizoen en bij het opstallen in november/december. Tussenin adviseert Geurden een mestonderzoek, bijvoorbeeld in juli. Het al dan niet ontwormen zal daarvan afhangen. Je dierenarts zal je dan ook adviseren welk middel te gebruiken op dit welbepaalde moment van het jaar.

Bijkomende maatregelen

“Weidemanagement speelt een belangrijke, zo niet dé belangrijkste rol”, aldus Geurden. Niet te veel paarden op een stuk weide was er één van. Het opdelen van percelen die makkelijker te onderhouden zijn, is dus beter dan een grote weide waar veel paarden lopen. De mest eens per week manueel verwijderen wordt een stuk eenvoudiger. Het begrip dat mest verspreiden op de weide larven uitroeit, is niet langer van tel. Bij het verspreiden van mest worden de larven immers mee verspreid. Schapen laten grazen na de paarden is zo oud als de straat, maar blijft de tand des tijds doorstaan. Nieuwe dieren in quarantaine na ontworming is al even belangrijk, zodat ze wormvrij de weide opgaan.

Ouder paard, minder wormen?

Na het webinar konden vragen gesteld worden. Landbouwleven pikte er één uit, namelijk of het klopt dat een oud paard van 25-30 jaar niet langer ontwormd dient te worden. Het antwoord van beide dierenartsen van unaniem “nee”. De reden hiervoor is dat de immuniteit van het paard vermindert met de leeftijd. Aldus worden oudere paarden net vatbaarder voor worminfecties. Een ouder paard dient dus beschermd te worden tegen wormen. Idealiter met een strategische ontworming in het begin en op het einde van het weideseizoen (zie hogerop in dit artikel) en een mestonderzoek tussenin.

Mestonderzoek

Hierbij wordt de mest onderzocht op de aanwezigheid van wormeitjes (soort en hoeveelheid). Dit wordt uitgedrukt in EPG (aantal wormeitjes per gram mest). Bij een EPG lager dan 200 is ontwormen meestal niet nodig. De dierenarts zal hieromtrent adviseren. Zoals de dierenartsen in dit webinar adviseerden, is een mestonderzoek nuttig bij volwassen paarden in de zomermaanden, tussen 2 ontwormingen in. Het is belangrijk om daartoe verse mest te gebruiken, zoals een mestbal bovenop een hoop, die niet in contact geweest is met de bodem. Direct naar de dierenarts ermee is de boodschap, en zo niet: bewaren in de koelkast.

Patricia Borgenon

Lees ook in Paarden

Meer artikelen bekijken