Startpagina Melkvee

Met 8 melkrobots hebben we eindelijk terug wat meer vrije tijd

Naar aanleiding van Wereldmelkdag op 1 juni gingen we op bezoek bij de familie Vleugels uit Meerhout. Sinds februari staan er op hun bedrijf 8 gloednieuwe melkrobots te pronken. Tien jaar lang combineerden ze robotmelken met een melkstal. Nu gaan alle 500 koeien 3 keer per dag naar de robot.

Leestijd : 6 min

Jens Vleugels (35) en Kimberly Boven (30) zijn de eerste melkveehouders in België die werken met 8 Lely-melkrobots. Hun eerste 5 Astronaut A4-melkrobots installeerden ze in 2012, terwijl ze ook nog zo’n 150 koeien melkten in de melkstal. Dit jaar kocht het koppel 8 gloednieuwe Astronaut A5-melkrobots, en dat is een wereld van verschil, volgens het koppel.

Heel hard werken

“De overgang naar robotmelken in 2012 ging niet zo vlot. Niet enkel de koeien, maar ook wij moesten nog leren hoe die robots werkten”, zegt Jens. “Dat heeft allemaal lang geduurd, en eigenlijk ging het nooit echt heel goed, maar onze nieuwste robots draaien als een trein.

Als we terugkijken op de eerste jaren met onze melkrobots in combinatie met de melkstal, kunnen we niet geloven hoe hard we toen gewerkt hebben. We hadden één kind en Kimberly was zwanger van ons tweede kind, maar toch stond zij elke ochtend en avond in de stal koeien te melken. Ik voederde de dieren en werkte met de robots. Ik had geen moment rust.

Het alarm van de A4-robots die we toen hadden, ging redelijk vaak af, waardoor ik ook 2-3 nachten per week uit bed moest. We hebben enkele jaren geleden op het punt gestaan om over te schakelen naar een carrousel. Kimberly vond melken heel leuk, dus dat leek een goede oplossing om de stress te verminderen. We vroegen dan ook een vergunning aan, maar die liet op zich wachten.

Toen we in 2019 eindelijk de vergunning kregen, waren de melkprijzen te onzeker om te investeren. Toevallig werden er rond die periode nieuwe Astronaut A5-melkrobots op verschillende bedrijven geïnstalleerd, en we hoorden daar veel goede verhalen over. Meer en meer gingen we nadenken over het vervangen van onze 5 robots door de nieuwe modellen, en na een tijdje hebben we ook beslist om dat te doen”, vertel Jens.

Betere melkkwaliteit

“Het was eerst dus niet de bedoeling om 8 robots aan te kopen, maar we merkten dat onze melkstal dringend aan vervanging toe was. Ik heb Kimberly toen – met enige moeite – kunnen overtuigen om volledig naar robots over te schakelen.”

“Ik was daar in het begin helemaal geen voorstander van”, gaat Kimberly verder. “We hadden redelijk wat problemen met de eerste 5 robots, dus ik hield mijn hart vast voor wat er ging gebeuren met 8 robots. Toch namen we die sprong in het diepe, en we zijn zo blij dat we dat gedaan hebben. Deze robots zijn een wereld van verschil tegenover de vorige. Ze detecteren de spenen veel sneller, ze hangen het melkstel er vlot aan, en Jens moet een stuk minder vaak uit zijn bed.

Onze melkkwaliteit is er daarbovenop ook op vooruitgegaan. Met de vorige robots konden we niet de kwaliteit leveren die we voor ogen hadden, en nu lukt dat wel. Vooral ons celgetal is sterk aan het verbeteren. Onze koeien geven nu gemiddeld 33,5 l en worden elke dag gemiddeld 3,1 keer gemolken. Daar zijn we heel tevreden over.”

Hulp van 2 werknemers

“We zouden het werk op ons bedrijf niet rondkrijgen zonder de hulp van onze 2 vaste werknemers. Zo’n 5 jaar geleden namen we 2 Roemenen aan, schoonbroers van elkaar, die hier nu voltijds werken”, zegt Jens. “Zij hielpen elke ochtend en avond bij het melken, maar dat was met de 8 robots natuurlijk niet meer nodig. Om hier voltijds aan de slag te blijven, hebben ze andere taken van ons overgenomen. Dat zorgde ervoor dat wij plots meer tijd kregen. We hebben na 10 jaar heel hard werken eindelijk het gevoel dat we soms kunnen ontspannen.

De communicatie met onze werknemers was in het begin soms een uitdaging, maar nu gaat dat eigenlijk wel vlot, op onze eigen manier”, lacht Jens. “We hebben op onze boerderij een eigen taaltje verzonnen. Ik stond in het begin niet echt stil bij goede communicatie, waardoor we nu 4 talen door elkaar spreken. Voor het ene ding gebruik ik een Engels woord, voor het andere een Frans, Roemeens of Nederlands woord. Tegen een stier zeggen we tauro, maar tegen een vaars zeggen we gewoon vaars. Eén robot staat zelfs ingesteld op de Roemeense taal. Andere mensen zullen niet met hen kunnen praten, maar dat lukt mij ondertussen redelijk vlot. Voor Kimberly is dat een ander verhaal. Zij spreekt minder vaak met hen, en heeft dus ook onze taal niet geleerd.”

“Klopt, lacht Kimberly. “Ik kan bijvoorbeeld niet met hen bellen, maar voor Jens is dat geen probleem meer. Het was wel heel spannend om die eerste werknemer in dienst te nemen. Je moet het melken uit handen durven geven, terwijl je ervan uitgaat dat niemand het beter kan dan jijzelf. We leerden ons erbij neerleggen dat dit voor hen een job is zoals een ander, terwijl het voor ons ons levenswerk is. Als je je daar niet bij kan neerleggen, zal je altijd stress blijven hebben als je mensen in dienst neemt.”

“We denken er zelfs aan om binnenkort eens een weekendje weg te gaan”, gaat Jens verder. “Dat is geleden van 2015. Nu we alles kunnen opvolgen via onze smartphone geeft dat toch wel een gemoedsrust. Ondertussen kennen onze werknemers het bedrijf ook goed, waardoor we het misschien wel eens aan hen durven overlaten.”

Snel gegroeid

“We zijn op dit bedrijf op 15 jaar tijd van 70 naar 500 melkkoeien gegroeid”, vertelt Jens. “Mijn ouders hadden een bedrijf van 70 koeien. Toen ik in 2011 afstudeerde en mee in het bedrijf stapte, werden dat er 130. Mijn broer heeft ook een tijdje mee in het bedrijf gezeten, en zo is dit bedrijf blijven groeien tot 500 koeien”, zegt Jens. “We verbouwen 130 ha maïs en 70 ha gras. Het grootste deel ruwvoer voorzien we zelf, en een klein deel kopen we bij aan.”

Kimberly: “Toen Jens zijn vader en broer uit het bedrijf stapten, stapte ik er mee in. Mijn ouders hadden zelf geen landbouwbedrijf, en van opleiding ben ik eigenlijk verpleegster, maar ik was altijd wel geïnteresseerd in het boerenleven. Mijn nonkel had een melkveebedrijf en daar ging ik graag helpen met melken. Toen ik Jens leerde kennen en hij melkveehouder bleek te zijn, had ik daar dus geen enkel probleem mee.”

Red Cow Community

Op het bedrijf van Jens en Kimberly staat een mooie, grote, rode koe te pronken. Die kregen ze vanuit Lely, omdat ze nu tot de Red Cow Community behoren, net zoals andere bedrijven met 8 of meer melkrobots.

“Toen de mensen van Lely de melkrobots kwamen leveren, zeiden ze dat ze ook nog een grote, rode koe bij hadden”, vertelt Kimberly. “Ik geloofde hen eerst niet, maar toen ze de koe tevoorschijn haalden, moesten we er wel een mooi plekje voor zoeken. Ik heb dan wat opzoekwerk gedaan en toen zag ik dat in andere landen die koe op een mooi verhoog tussen wat planten stond. Dat hebben wij nu ook gedaan. De koe wordt als het donker is ook mooi verlicht. We zijn daar trots op.

Ook onze kindjes Stig, Fran en Anse waren ook heel blij met die grote koe. We weten nog niet of zij later ook boer zullen worden, maar ze zeggen alvast van wel. Wij zijn trots op onszelf dat we op deze leeftijd al zoiets moois hebben kunnen opbouwen. Je moet het doen als je jong bent, zeggen ze, en dat hebben we gedaan. Ik weet niet of we die overschakeling naar robotmelken nu nog zouden aankunnen. De dag van vandaag is het ook minder gemakkelijk om grote beslissingen te nemen als landbouwer. Ik denk wel dat de verkoop van robots alleen maar gaat toenemen, want ik krijg heel veel telefoontjes van mensen die mijn mening willen horen of die een keer willen komen kijken. Soms zeg ik wel eens dat ik verkoper van melkrobots zou moeten worden.

We zouden ons bedrijf nog verder kunnen uitbreiden, maar dat gaan we niet doen. We verdienen onze kost en kunnen onze arbeiders telkens tijdig betalen. Het is tijd om het wat rustiger aan te doen”, besluit Kimberly.

Jens en Kimberly behoren nu totde Red Cow Community, net zoals andere bedrijven met 8 of meer melkrobots.
Jens en Kimberly behoren nu totde Red Cow Community, net zoals andere bedrijven met 8 of meer melkrobots. - Foto: SN

Sanne Nuyts

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken