Startpagina Schapen

Besluiten en aandachtspunten van het demoproject ‘De wolf, wees op Uw hoede’

De komst van de Westhoek-wolf heeft het wolventhema terug brandend actueel gemaakt. In dit artikel willen we besluiten trekken uit het aflopende demoproject, maar ook de impact van de wolf op de toekomst van onze veehouderij en veehouders in Vlaanderen proberen in te schatten.

Leestijd : 8 min

Het laatste anderhalf jaar liep het demonstratieproject ‘De wolf, wees op Uw hoede’, met als partners de vzw Vlaamse Schapenhouderij (VSH) en RCC Belgium (Bert Driessen). Tijdens deze afgelopen periode konden we, als projectpartners, heel wat informatie opdoen omtrent de wolf en zijn gedragingen, maar we konden ook de evoluties in onze buurlanden Frankrijk en Duitsland, waar al ettelijke decennia terug wolven actief zijn, evalueren. We hebben trouwens in eerdere artikels de situatie in deze buurlanden al belicht.

Het is belangrijk om naar de ervaringen in het buitenland te kijken om van daaruit een toekomstvisie voor Vlaanderen te ontwikkelen, mede omdat de wolf, op basis van de Europese aansturing, nog steeds een absolute bescherming geniet.

Wat leren we in het buitenland ?

Om een toekomstbeeld voor Vlaanderen te vormen, kijken we het best naar Duitsland en Frankrijk. Die landen worden al tientallen jaren met wolven geconfronteerd. Belangrijke vaststellingen daarbij zijn :

Zonder afschot groeien de wolvenpopulaties er met 20 à 25% per jaar.

In eerste orde wordt elektrisch afsluiten als verdedigingsmiddel aangeraden. De wolf leert echter snel bij, en als hij honger heeft, zal hij zich door een elektrische afsluiting finaal niet laten tegenhouden.

Bij hoge wolvendruk volstaat een elektrische afsluiting alleen dus niet meer. Elektriciteit moet gecombineerd worden met kuddebeschermhonden. Deze zijn alleen in professioneel verband, qua kosten voor aankoop en onderhoud, te verant-woorden. Op professioneel vlak zijn kuddebeschermhonden echter een must.

Dit betekent concreet ook dat kleinschalige veehouderij op het platteland bij hoge wolvendruk, zelfs met voldoende elektrische bescherming, bedreigd zal blijven en op termijn gedoemd is tot verdwijnen.

Zowel in Duitsland (op deelstaat-niveau) als in Frankrijk is een afschotregeling uitgewerkt om de wolvendruk/-schade onder controle te houden.

De vestiging van een roedel is functie van de omgeving en van de aanwezigheid van voldoende wild. In die zin is ook de jachtsector betrokken partij.

Rondzwervende wolven, op zoek naar een partner, kunnen grote afstanden afleggen en een grote regio bestrijken. Eenmaal een partner gevonden, vestigen ze zich als roedel in een gebied dat tot 200 km2 groot kan zijn. Zijn er meerdere roedels in een bepaalde zone, dan verkleint hun respectief jachtgebied en vergroot de druk.

De aanpak in Frankrijk en Duitsland is grootschalig, maar duidelijk succesvoller in Duitsland dan in Frankrijk. Volgens het evaluatierapport (einde 2022) kaderend in de ‘ Bern-convention ‘ met als titel Assessment of the conservation status of the Wolf (Canis lupus) in Europe, zijn er in beide landen 650 à 1.000 wolven actief. Dat resulteert voor Frankrijk in 11000 à 12 000 gedode landbouwhuisdieren per jaar, in Duitsland is dit aantal beperkt tot 3.000.

In Frankrijk kost de instandhouding (vergoeding schade, begeleiding, inzet ambtenaren, enzomeer) van iedere wolf jaarlijks 85.000 euro, zo leerden we uit de presentatie van Matthieu Chastel.

Vlaanderen quo vadis?

De eerste wolf kwam hier terug in 2018. Ondertussen leven er in Vlaanderen ruim 10 wolven. Tot hiertoe is er één roedel gevestigd en zijn er wat zwervende wolven.

De buitenlandse ervaringen leren dat zonder controlemaatregelen de wolvendruk in Vlaanderen de komende jaren zal stijgen en dat de risicozones zullen uitbreiden. Tegelijk kunnen we ook meer zwervers verwachten. Dit betekent dat van overheidswege de maatregelen voor bescherming van de dieren en voor het informeren van de veehouders ook in de toekomst bestendigd zullen moeten worden.

Op beleidsvlak richt men zich in Vlaanderen nogal op de Nederlandse ervaringen en op Duitsland. Nederland en Vlaanderen leven nog in de ‘amateuristische’ benaderingsfase, zowel politiek als ambtelijk. Wolven krijgen in Vlaanderen nog troetelnaampjes, hoewel het moordenaars zijn. De informatieverstrekking wordt gedomineerd door ‘Welkom Wolf’ , een soort zelfverklaard reclamebureau, waar men eerder positief gekleurde info kan verwachten. De officiële communicatie is qua teneur vergoelijkend pro wolf en omfloerst en de schuld bij schade wordt nogal snel naar de veehouder doorgeschoven.

De uitgewerkte regelgeving onder andere qua probleemwolven is o zo wazig en voorzichtig. De kosten voor ondersteuning van de veehouderij worden met graagte ten laste gelegd van de landbouwsector, die helemaal geen vragende partij is om de wolf in Vlaanderen te verwelkomen.

Denkoefening

Laten we voor Vlaanderen even een denkoefening maken over de evolutie van het wolvenaantal. Los van potentiële vestigingsmogelijkheden, of populatieregelende factoren zoals afschot, betekent een populatiegroei van 20% per jaar dat de populatie elke 4 jaar verdubbelt en elke 10 jaar met een factor 6 stijgt. Concreet betekent dit voor Vlaanderen: in 2023: 8 wolven, in 2030: 31 wolven, in 2040: 191 wolven en in 2050: 1.181 wolven.

Het spreekt voor zich dat in een dichtbevolkte zone zoals Vlaanderen, gecombineerd met een hoge aanwezigheid van landbouwhuisdieren, een dergelijke onbelemmerde evolutie, die analoog is met wat de jongste decennia in Frankrijk en Duitsland gebeurd is, onhoudbaar is.

In die zin is het hoog tijd dat politieke en ambtelijke verantwoordelijken in Vlaanderen hun ‘hoerafase’ verlaten en met een meer professionele en verantwoordelijke blik naar de toekomst kijken. Wij moeten niet dezelfde fouten maken als onze buren.

Punten die concreet moeten worden doordacht en aangepakt

We moeten erover nadenken hoeveel roedels we in Vlaanderen aanvaarden/dulden. We moeten ons ook afvragen wat de zogenaamde verhoogde biodiversiteit ons jaarlijks mag kosten.

Er moeten concrete afschotmaatregelen uitgewerkt worden die niet gebaseerd zijn op wazige en wollige regels (cfr. huidige wolvenprotocol) maar op concrete regels. Een wolf die landbouwhuisdieren binnen een wolfwerende omheining aanvalt, moet eruit. Verplaatsen is hierbij geen optie, gezien het feit dat wolven grote afstanden kunnen afleggen en binnen de kortste keren weer hun vertrouwde omgeving kunnen opzoeken.

Wat betreft financiering zal straks heel Vlaanderen risicozone worden en moeten er vanuit ‘Natuur’ voldoende middelen voorzien worden om alle landbouwhuisdieren beter te beschermen en om veehouders te begeleiden. Als men de biodiversiteit wil promoten, dan moet men ook de gevolgen dragen/ten laste nemen en de kosten niet afschuiven op de landbouwrekening. We leven in ‘één Europa’, maar waarom krijgen veehouders in Duitsland een hogere vergoeding om hun vee in een wolfrijke omgeving te houden dan Vlaamse veehouders? Ook de onderhoudskosten voor elektrische afscherming moeten voor de professionelen vergoed worden.

Belangrijke aandachtspunten toekomst

Voor de komende jaren is het belangrijk om meer empathie te tonen voor de veehouders wiens kudde slachtoffer van een wolvenaanval is geweest. Een afgevallen tak, een passerende groep everzwijnen of reeën, vandalisme, een stroomonderbreking (indien het stroomnet de elektrische omheining voedt), enzomeer kunnen buiten de wil van de veehouder tijdelijk de effectiviteit van de omheining reduceren of tot nul herleiden, met een wolvenaanval tot gevolg.

Het is ook belangrijk dat er in de komende jaren voldoende middelen voorzien worden om in de groeiende risicozones beschermende maatregelen te laten nemen, zowel voor de hobbyhouders als voor de professionele veehouders Momenteel krijgen hobbyhouders een onderhoudsvergoeding voor het onderhoud van de omheining, professionele veehouders niet. Intussen staat vast dat onderhoud noodzakelijk is en dat betekent dat een professionele veehouder in een wolvengebied hogere kosten heeft dan een veehouder in een niet-wolvengebied.

Het is ook nog belangrijk dat er verder mogelijkheden geboden worden om veehouders te informeren en te begeleiden. Niet enkel voor houders van kleine herkauwers, maar ook voor houders van paarden en runderen. De aanwezigheid van wolven heeft bijvoorbeeld ook een impact op de melkproductie (weidemelk) en op de jongvee-opfok. Er moet ook een vergoeding voorzien worden ter compensatie van dagelijks toezicht en periodiek onderhoud van de afsluitingen en middelen voor aanschaf en onderhoud van kuddebeschermhonden voor professionelen. Er is daarbij nood aan kwalitatief toezicht op het kweken van kuddebeschermhonden en op een betrouwbaar, onderbouwd certificeringssysteem, zowel voor inzet als kuddebeschermhond of/en als fokhond.

Er is nood aan een gepaste opleiding voor kuddebeschermhonden.
Er is nood aan een gepaste opleiding voor kuddebeschermhonden. - Foto: AC

Wolven en biodiversiteit: een negatief verhaal

Een klassieke uitspraak om de terugkeer/de aanwezigheid van de wolf in onze omgeving te verdedigen is dat dit de biodiversiteit verhoogt, omdat de wolf als toppredator regulerend gaat optreden ten aanzien van andere populaties. Los van het feit dat een absolute bescherming van een toppredator erin resulteert dat hij vrijuit zijn gangen kan gaan en dat dit met rationele mensenogen bekeken een onvoorstelbare stommiteit is, leren we uit praktijkervaringen van de laatste jaren dat, voor wat de ontwikkeling van plantenbiodiversiteit betreft, de aanwezigheid van de wolf negatief uitvalt.

In Vlaanderen worden heel wat terreinen waar natuurontwikkeling beoogd wordt, begraasd, in hoofdzaak met schapen. Vroeger konden deze dieren een gans gebied bestrijken.

De aanwezigheid van wolven noodzaakt nu om ook overdag de dieren achter een beschermend elektrisch raster te plaatsen, waardoor ganse stukken van het ‘natuur’gebied niet meer begraasd worden , en waardoor daar de natuurontwikkeling achteruitboert. Dat is dus een negatieve biodiversiteitsontwikkeling.

Voor de veehouder/terreinbeheerder leidt het inperken van de graasoppervlakte ertoe dat hij problemen krijgt met worminfecties bij zijn kudde, omdat het ontwormen van de dieren in de regel bij natuurbegrazing niet toegelaten is. Van onze kant houden we zeker een pleidooi om in het kader van dierenwelzijn ontwormen ook bij natuurbegrazing, onder voorwaarden, toe te laten.

In natuurgebieden worden meestal zeldzame schapenrassen ingezet, waarvan Europa het voortbestaan ondersteunt. De aanwezigheid van de wolf leidt echter tot het doden van een deel van deze zeldzame dieren, dus ook op dit vlak is er een verlies aan genetisch potentieel en biodiversiteit.

Wolf en dierenwelzijn

In het Vlaams beleid wordt sterk (soms te sterk) ingezet op dierenwelzijn. Daartegenover staat de dagdagelijkse realiteit dat de wolf elke nacht dieren doodt of dieren zwaar verwondt. Dat doet hij niet alleen voor eigen voeding, maar ten dele ook als een spel.

Schaap dat een wolvenaanval overleefd heeft.
Schaap dat een wolvenaanval overleefd heeft. - Foto: AC

Het stilzwijgend tolereren van dit dierenleed roept veel ethische vragen op. Het zou goed zijn dat filosofen zich eens grondig zouden inlaten met de evaluatie van dit dubieuze en schizofrene beleid. Hoe weegt het tolereren /of verdedigen van de aanwezigheid van de wolf op tegen al het leed dat hij veroorzaakt ?

Wolf en veehouder

De veehouder wordt geacht om zijn dieren te beschermen. Door de aanwezigheid van de wolf kost dit heel wat moeite en werk, maar heeft dit ook heel wat bijkomende bedrijfskosten tot gevolg. Dit is een economische realiteit, die op dit moment door de overheid maar beperkt vergoed wordt. De veehouder houdt echter ook van zijn dieren/zijn levenswerk. Elke morgen met een bang gevoel uit bed stappen om de weilanden of stalomgeving te gaan inspecteren of ‘de wolf’ toch niet is langsgeweest tijdens de nacht en hoe groot dan wel de schade is, is een bron van continue stress, onzekerheid en angst. Hoe weegt het tolereren of verdedigen van de aanwezigheid van de wolf op tegen al het menselijk leed dat hij direct en indirect veroorzaakt ? We spreken dan nog niet van de mensen die hun kinderen in bepaalde regio’s niet meer alleen buiten durven laten spelen, of van mensen die geen rustige boswandeling meer durven maken.

De wolf zal ongetwijfeld ook het beeld van het platteland aantasten. Kleine schapen-/geitenhouderijen en dergelijke gaan verdwijnen. Grotere kuddes zullen niet vrijuit meer grazen/rondtrekken. Confrontaties tussen kuddebeschermhonden en wandelaars of toeristen zijn niet uitgesloten. Ook rundvee – vooral melkvee – zal nog meer dan vroeger ook overdag op stal blijven.

Besluit

Er zijn een massa fundamentele vragen (ethische, economische, ecologische en sociale) waar zowel door de politiek, als de ambtenarij, als de vele groene vrienden deskundig omheen gefietst wordt. Elk verstandig mens stelt zich de vraag: waar zijn we in dit land en in Europa mee bezig ? Moeten we echt wachten tot er een menselijk ongeval gebeurt, vooraleer bij velen ‘het licht ‘ zal gaan schijnen en vooraleer er regulerend mag/kan opgetreden worden ? À propos , de wolf is in de 18e, 19e eeuw uitgeroeid omdat hij, ook veel menselijke slachtoffers heeft gemaakt. Nu heeft hij (voorlopig) geen honger meer, tot straks al onze schapen opgegeten of verkocht zijn.

André Calus

Lees ook in Schapen

Hoe hulp bieden tijdens en na de geboorte van de lammeren?

Schapen Februari-maart is de klassieke aflamperiode voor onze schapenrassen. In een vorig artikel hadden we het over de voorbereiding op het geboorteseizoen. Het geboortemoment zelf en de week na de geboorte zijn cruciaal voor de overlevingskansen van de lammeren. Daarom willen we hier ieder jaar toch een moment dieper op ingaan. Het rendement van een schapenbedrijf is trouwens sterk bepaald door het aantal overlevende en verkoopbare lammeren per ooi.
Meer artikelen bekijken