Startpagina Aardappelen

25 jaar PCA: Uw keuze vormt de toekomst van de aardappelsector

25 jaar, zo lang bestaat het Proefcentrum voor de Aardappelteelt, kortweg PCA, al. Het ondersteunt de teelt door onafhankelijk praktijkonderzoek en voorlichting te organiseren voor telers en andere actoren in de aardappelsector. Samen met Inagro, waarmee ze nauw samenwerken, wordt gehoopt op nog vele jaren PCA-werking.

Leestijd : 4 min

Na een rijkgevulde studiedag blikte Bruno Gobin, directeur van het PCA, vooruit naar de toekomst van de aardappelsector: “Vooruit kijken is wat onze onderzoekers en techniekers dagelijks moeten doen. Ook in de toekomst willen we samen met de sector en collega-onderzoekers de aardappelteelt in Vlaanderen ondersteunen en vooruit helpen.” En hoe kan je beter naar de toekomst kijken, dan even stil te staan bij het verleden?

Mei 1992: oprichting PCA

25 jaar geleden was Jozef Cornelis, de drijvende kracht achter de oprichting van het PCA, samen met Alain Van Dorpe van Boerenbond overtuigd van de noodzaak van een proefcentrum voor de aardappelteelt. Hun enthousiasme sloeg dan ook aan bij de voormalig gedeputeerde Oost-Vlaanderen, Etienne De Cuyper. Met de steun van Walter Vandepitte, ondervoorzitter van Boerenbond en lid van het bestuurscomité van het toenmalige Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT), kwam de oprichting van het PCA in een stroomversnelling nadat ook gedeputeerden Hendrik Ollivier en Gerard Naeyaert van de provincie West-Vlaanderen zich achter het initiatief schaarde. In mei 1992 werd uiteindelijk het PCA opgericht, onder leiding van Annie De Grootte en André Calus.

Interprovinciale structuur tot 2012

Het PCA kon tot 2011 niet aan één plaats toegewezen worden, wat uniek was voor de Vlaamse proefcentra. Eén team werkte in Kruishoutem (Oost-Vlaanderen), met Marc Goeminne als coördinator. Voor het team in Beitem (West-Vlaanderen) was dat Gilbert Ampe. Dit eindigde toen West Vlaanderen in 2011 besliste dat verschillende West-Vlaamse vzw’s rond het POVLT samengevoegd werden tot één extern verzelfstandigd agentschap, dat nu beter bekend is onder de naam Inagro.

De medewerkers uit Beitem beslisten in 2012 pas om over te gaan naar de afdeling akkerbouw van Inagro. Tot op heden echter verliep de communicatie tussen de twee organisaties zonder problemen, en is een nauwe samenwerking tot stand gekomen. De voormalige specialisaties bleven ook grotendeels behouden. Het PCA in Kruishoutem bleef verantwoordelijk voor de werking rond waarschuwingen tegen aardappelplaag, prijsnotering en communicatie (nieuwsbrief, website). Voor groeicurves, laboanalyses en thema’s rond pootgoedteelt moet je dan weer in Beitem zijn. In 2016 waren negen medewerkers actief in Kruishoutem en vijf medewerkers in Beitem.

Links: Jozef Cornelis, voorzitter van het dagelijks bestuur.
In het midden: Gilbert Ampe, toenmalig coördinator in Beitem.
Rechts: Marc Goeminne, coördinator van PCA in Kruishoutem.
Links: Jozef Cornelis, voorzitter van het dagelijks bestuur. In het midden: Gilbert Ampe, toenmalig coördinator in Beitem. Rechts: Marc Goeminne, coördinator van PCA in Kruishoutem.

Landbouwcentrum aardappelen

Het PCA bestond nog maar 4 jaar en het Landbouwcentrum Aardappelen was al geboren. In 1996 zag het Federaal Ministerie Middenstand en Landbouw al heil in een voorlichtingsprogramma in aardappelen en ijverde daarom voor de oprichting ervan. Vanaf 1998 gebeurt de voorlichting door vzw Landbouwcentrum Aardappelen, met als Waalse tegenhanger Centre Pilote Pomme de Terre (CPP). Een jaar later, in 1999, maakten de partners afspraken omtrent de proefaanleg, werkmethoden en beoordelingen en werden de kwaliteitsstandaarden in de aardappelsector ingevoerd.

LCA in werking PCA

In 2004 kende de Vlaamse regering een jaarlijkse werkingssubsidie toe aan 17 Vlaamse praktijkcentra. Hoewel LCA ook de subsidie ontving, werd datzelfde jaar toch het LCA opgeheven, en moest het PCA zorgen voor de voortzetting van diens activiteiten en werking. Nu nog bestaat de missie uit onderzoek verrichten en voorlichting geven samen met de LCA-partners: het departement Landbouw en Visserij, Inagro, de Bodemkundige Dienst van België, Vrij Technisch Instituut Poperinge, Land- en Tuinbouwcentrum Waasland (het Technisch Instituut Sint Isidorus) te Sint-Niklaas en het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (PIBO) te Tongeren.

Het PCA coördineert het LCA en dus de gehele Vlaamse aardappelproefveldwerking. Het is via LCA dat rassen- en ander gebruikswaarde-onderzoek, groeicurvebepaling, opname van de stocks, nagaan van kook- en bakkwaliteiten en de voorlichting rond bewaring binnen de werking van PCA werden opgenomen. Nog steeds is de inhoud en werkwijze afgestemd met die van de CPP. Een deel van de financiering van LCA is afkomstig van de Vlaamse Overheid.

1.104 leden

“In 1994 besliste PCA om te starten met de lidmaatschapsformule. In 1999 telde het PCA ongeveer 1.000 leden. Hoewel het aantal landbouwers sindsdien jaarlijks met 3 % daalde, bleef het aantal echter constant. In 2016 kopte PCA af op 1.104 leden, waaronder 990 betalende leden en 114 ruilabonnementen”, vertelt Bruno Gobin trots.

Voorzien van informatie

PCA is er voor de aardappelteler en geeft informatie waar nodig. Jaarlijks worden 800 adviezen gegeven over allerhande onderwerpen zoals raskeuze, bemesting, bewaring ... Over die 25 jaar tijd hielp PCA telers om en bij de 20.000 keer. Daarnaast konden de leden zich informeren met behulp van de 31 nieuwsbrieven die in 2016 gepubliceerd werden. Verder ontwikkelde PCA een webapplicatie, die door zo’n 300 telers wordt gebruikt. Ook werden verschillende voorlichtingsactiviteiten georganiseerd. In 2016 trokken de jaarvergadering, studieavonden, de ‘uren in de schuur’, proefveldbezoeken en demo’s zo’n 1.500 deelnemers.

Waarschuwing tegen aardappelplaag

De waarschuwingen tegen aardappelplaag maakten al snel na de oprichting deel uit van de PCA-werking en is nu nog steeds van belang. Het doel is om te berichten over de plaagdruk in ieders regio. In de beginjaren was dit nog erg arbeidsintensief, maar doorheen de tijd gebeurde het meer geïnformatiseerd en geautomatiseerd. Er wordt nog steeds continu geïnvesteerd in die waarschuwingen. Alle leden krijgen de berichten onmiddellijk.

Het waarschuwingssyteem laat de teler toe om elk seizoen de plaag met een correcte dosis te bestrijden op het juiste moment zodat de middelen maximaal werken en er voldoende afwisseling is (resistentiemanagement). De aanpak is dus milieubewust en wordt gekaderd in het principe van een geïntegreerde gewasbescherming.

MV

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken