Startpagina Bedrijfsnieuws

Waarde creëren voor ‘verloren’ stukjes landbouwgrond

Een bedrijfsnaam als Forest Fwd doet bij sommige landbouwers wenkbrauwen fronsen. Met ANB en Natuurpunt zijn er al 2 spelers die met veel kapitaal landbouwgrond omzetten in bos. Forest Fwd is evenwel een ander verhaal, met ondernemers die willen meedenken met de landbouwer.

Leestijd : 5 min

Dajo Hermans was lang de bezieler van Bereal, een public relationskantoor dat vooral vastgoedbedrijven als klant had en heeft. Omdat hij ondernemers niet alleen over hun maatschappelijke visie wilde horen vertellen, maar ook wilde helpen om hun duurzame verhalen in de praktijk om te zetten, startte hij Forest Fwd op. “Mijn filosofie toen ik stopte bij Bereal en startte met Forest Fwd was ‘walk the talk’: geen praatjes meer, maar doen.”

Zijn nieuwe bedrijf Forest Fwd richtte hij op met Frank Missoul en al vroeg gingen ze ook praten met Dirk Coucke, de CEO van agrarisch adviesbureau DLV. “We zijn gestart met het realiseren van bedrijfsbossen. Dat paste toen in de uitdagingen die we zagen in het bedrijfsleven. We zochten bebosbare natuurgebieden en agrarisch niet waardevolle stukjes grond waarop bedrijven hun eigen stukje bos konden aanplanten met heel wat participatiemomenten voor de werknemers. Deze momenten waren er niet alleen bij het aanplanten, maar ook bij het onderhoud, via groepswandelingen of zelfs met openluchtvergaderingen, teambuilding of sollicitatiegesprekken in het bedrijfsbos… “

Geen bos op waardevolle landbouwgrond

“Maar bekijk ons dus zeker niet als de grote opkoper van landbouwgrond om bedrijfsbossen te realiseren. Bij zo’n bedrijfsbos zijn de symboolwaarde en de ruimtelijke nabijheid tussen grond en financierder belangrijker dan de oppervlakte. Zowel voor Forest Fwd als voor DLV is het bovendien zeer belangrijk dat er geen waardevolle landbouwgrond omgezet wordt in bos. Vaak volstaat een halve hectare al voor een bedrijfsbos, soms zelfs minder. Veel landbouwers hebben wel ergens een stukje land waar het rendement systematisch tegenvalt, dat moeilijk bereikbaar of bewerkbaar is, op een helling ligt, tegen een autostrade, met niet de juiste kleur op het gewestplan, … Voor die ‘verloren’ stukjes grond proberen we nog waarde te creëren voor landbouwers. Wij kopen niets voor onszelf en brengen enkel de partijen samen die interesse hebben. Wij zetten vooral niemand het spreekwoordelijke pistool tegen het hoofd om zijn grond te verkopen.

Uit die contacten met de landbouw zijn we geëvolueerd in onze doelstellingen. We zijn ervan afgestapt dat enkel bos zou tellen als nieuwe natuur. Voor een biodiverse natuur heb je een divers landschap nodig.”

Natuur is niet altijd bos

“Op vraag van heel wat bedrijven realiseren we sinds kort naast bedrijfsbossen ook nog stadsnatuur. Dat is geen typisch klassiek bos, maar toegankelijk groen in stedelijk gebied. Die nieuwe kijk op de dingen willen we doortrekken in ons aanbod aan bedrijven.

Dat je dus bijvoorbeeld met een open grasvlakte ook natuur realiseert, vergt soms wat meer overtuigingskracht van ons en inzicht van het bedrijf dat daarin investeert. Maar als we één iets duidelijk zien, dan is het dat het begrip in die richting groeit. We voelen ook dat in de maatschappij en in het bedrijfsleven de sympathie voor de landbouw toeneemt. De tegenstelling tussen natuur en landbouw die vaak in de media opduikt, die merken wij minder op het terrein, zeker als je naar elkaars standpunten luistert en ze wil begrijpen. Dat inzicht opent voor ons nieuwe mogelijkheden”, vertellen Dajo Hermans en Frank Missoul.

Zoeken naar nieuwe modellen

“We zijn er nog niet helemaal uit welk nieuw model we daarbij kunnen aanbieden als aanvulling op het bedrijfsbos, maar we tasten af of er misschien aan beide zijden (zowel bij de investerende bedrijven als bij de landbouw) interesse zou kunnen zijn voor bijvoorbeeld extern gefinancierde plantages van industriële hennep of van andere nieuwe gewassen. Of misschien is er interesse voor rotatiebegrazing in grote, open natuurlandschappen. In beschermde natuurgebieden zie je soms Galloway-runderen lopen die daar permanent grazen, maar met rotatiebegrazing kan je verschillende soorten (runderen, varkens, geiten of schapen, kippen) afwisselend op hetzelfde perceel laten grazen. Dan heb je bij elke shift van diersoort een soort van belevingsmoment voor de investeerder en zijn personeel, en je kan dat misschien koppelen aan bijvoorbeeld een aanbod van charcuterie uit de korte keten. Daar liggen allicht kansen voor jonge landbouwers die willen starten met buitenloopdieren, maar die zelf niet het kapitaal hebben om voldoende land te kopen om zo’n rotatie op te zetten.”

CSA voor bedrijven

Een ander denkspoor is een variant op community supported agriculture (CSA). “In het klassieke CSA-model zoekt de landbouwer consumenten die samen met hem investeren in wat er gezaaid en geplant wordt en die dan hun deel van de opbrengst krijgen, bijvoorbeeld als groentepakket. In plaats dat een CSA-boer(in) zelf op zoek gaat naar consumenten-investeerders en die één per één overtuigt, kan een bedrijf een perceel in één keer financieren en op vaste momenten zijn werknemers groenten komen laten plukken.” Zo kunnen dergelijke projecten een snelle start nemen en misschien beperkte schaalvoordelen realiseren.

Koolstoflandbouw

Een andere nieuwigheid is dat grote bedrijven of instellingen een eigen moestuin aanleggen of een eigen dakserre plaatsen. “Vaak hebben die zelf niet de kennis en ervaring om daarvoor een teeltplan op te stellen of hebben ze hulp nodig bij bepaalde taken. Ook daar zou ons bedrijf mogelijk een rol als ve rbinder kunnen spelen. Nog een kans die zich aanbiedt, is koolstoflandbouw. Bedrijven die hun CO2-uitstoot niet zelf op korte termijn naar nul kunnen terugbrengen willen CO2-neutraal worden door landbouwers te financieren die bovenop hun klassieke activiteiten extra inspanningen doen om CO2 op te slaan in de bodem. Met een beetje creatief denken, kan veel mogelijk worden.

Er zijn vast nog meer raakpunten tussen de landbouw en bedrijven die duurzame initiatieven willen steunen op een heel tastbare en interactieve of participatieve manier, zeker in de korteketenlandbouw. Wij zien onszelf als verbindende schakel tussen die 2 werelden. We spreken de taal van de grote bedrijven, maar we spreken net zo goed de taal van de landbouwer, van alle soorten landbouwers bovendien”, aldus Hermans en Missoul.

Eigenaar blijven

“Het moet voor ons niet altijd over grond gaan, al komt het daar vaak wel op neer. Door onze goede contacten met grote bedrijven en onze ervaring met landbouwers worden we al eens gevraagd om mee te zoeken naar niet voor landbouw geschikte terreinen voor boscompensatie wanneer bedrijven bos moeten kappen om bijvoorbeeld hun activiteiten te kunnen uitbreiden. Omdat we weten dat verkoop van landbouwgrond nogal gevoelig ligt, hebben we daarvoor een andere manier gezocht. Daarbij blijven landbouwers eigenaar van het perceel dat bebost wordt en kunnen ze eraan verdienen.

Er moet natuurlijk wel een garantie zijn dat dat aangeplante compensatiebos voor lange tijd bos blijft, maar omdat de landbouwer eigenaar blijft, kan die dat stukje bos meenemen in allerlei overeenkomsten en regelingen en zo zelf zijn bedrijfsvoering verduurzamen. Op dit moment zoeken we voor deze formule eigenaars van terreinen in een grote straal rond onder meer de Gentse haven. Wie hiervoor een goede tip heeft, mag ons zeker contacteren.”

Filip Van der Linden

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken