Startpagina Agridagen

Hoe duurzaam vlees blijven produceren?

Bioveiligheid, circulariteit, korte keten en Pork.be waren de actuele thema’s die deze keer op het menu stonden tijdens het seminarie varkenshouderij op de Agridagen.

Leestijd : 7 min

De sectorseminaries beginnen een mooie traditie te worden tijdens de Agridagen. Het seminarie varkenshouderij kon op veel bijval rekenen, met zowat een volledig gevulde seminarieruimte. Tijdens deze editie werd volop de kaart getrokken om per thema enkele varkenshouders aan het woord te laten.

Getuigenissen over bioveiligheid

Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) besteedt al jaren aandacht aan het belang van een goede bioveiligheid op een varkensbedrijf. “Het thema wordt eerder saai bevonden”, stelt Tamara Vandersmissen (DGZ). “Iedereen is het beu gehoord. Dat heeft zijn redenen. Werken aan bioveiligheid betekent immers dikwijls een aanpassing doorvoeren in het management… en dat wekt weerstand op. Men doet dat niet graag!” DGZ koos daarom voor videogetuigenissen van varkenshouders.

Varkenshouder Pieter: “Werken aan bioveiligheid hoeft niet ingewikkeld te zijn. Je moet eigenlijk vooral consequent zijn in je handelingen.” Op het bedrijf van Pieter geraak je bijvoorbeeld niet zomaar binnen. De toegangspoort is steeds gesloten. Je hebt een toegangscode nodig. De kadaverbox staat op de scheiding binnen-buiten. Pieter kan de kadavers vanop zijn terrein in de box brengen. De ophaling lukt enkel via de buitenzijde. Pieter gebruikt per stal een andere kleur voor de kleding en al het materiaal. Daarmee wil hij vooral ziekte-insleep vermijden, want zieke dieren… dat kost geld. Pieter geeft als tip mee dat je vooral zaken moet toepassen die gemakkelijk werken, zodat je deze ook kunt volhouden. Hij vertrekt niet van het standpunt ‘wat brengt me dit op’, maar wel ‘wat kan me dit kosten’.

Varkenshouder Marc Ceyssens vermijdt ziekte-insleep onder meer door geen dieren aan te kopen. Hij waakt over de interne bioveiligheid door strikte looplijnen te hanteren met proper schoeisel. “Draag geen mest rond van de ene afdeling naar de andere.” Daarnaast ziet hij heil in een goede planning, zodat je zo weinig mogelijk dieren moet verplaatsen. Een screening van zijn bedrijf ziet hij als een verzekering: het is niet goedkoop, maar het loont. Ook Marc benadrukt dat je je aanpak moet volhouden. “Een goede bioveiligheid geeft werkplezier. Proper zijn doet geen pijn!”

Kleine aanpassingen, grote verbetering

Ook vanuit het panel werd repliek gegeven. Varkenshouder Thomas Moors nam deel aan een project omtrent bioveiligheid van de universiteit Gent. “Begeleiding zorgt voor de nodige zelfreflectie. Wat kunnen we verbeteren, is daarbij een voortdurende vraag. Zo vervangen we de naalden nu sneller bij behandelingen. Werken aan een betere bioveiligheid zit hem dikwijls in het aanpassen van kleine dingen.”

Ook op het grotere bedrijf van de familie Van Schoubroek is men voortdurend bezig met zaken die in het bioveiligheidverhaal passen. Jef: “Het begint al bij het begin. We houden onze verschillende bedrijven volledig gescheiden. We plannen onze taken zodanig dat je op 1 dag nooit op 2 vestigingen komt. Per stal hanteren we – net als Marc – vaste looplijnen, en weliswaar moet ook ons personeel op die manier werken. Sinds we de biggenstal sterk gescheiden houden van de zeugenstal, ging de ziektedruk naar beneden, of komen bepaalde ziektes zelfs niet meer voor.

Ook de Nederlandse varkenshouder Willem Engelmeers bevestigt een betere gezondheid van de dieren dankzij enkele vaste stramienen. “Zo doen we het transport van de biggen van bij de vermeerderaar naar de vleesvarkensbedrijven volledig zelf. Op die manier hebben we de hygiëne in deze fase onder controle.” Op het varkensbedrijf van Willem zijn reinigen en ontsmetten, hygiënisch werken en het wisselen van kledij belangrijke aandachtspunten.

Tamara Vandersmissen besloot dit thema met de eenvoudige stelling: “Stel jezelf de kritische vraag: hoe pakken we deze aandachtspunten op het eigen bedrijf aan?” Volgens Vandersmissen kunnen we goed mee met de buurlanden, maar zijn we er wat minder bewust mee bezig. “Een hoge bioveiligheid helpt nochtans altijd. Het ondersteunt om internationaal te kunnen zeggen dat onze bedrijven met bioveiligheid bezig zijn. Denk bijvoorbeeld aan het herwinnen van ons ziektevrij statuut voor Afrikaanse varkenspest.”

Werken aan bioveiligheid betekent dikwijls een aanpassing doorvoeren in het management… en dat wekt weerstand op. Men doet dat niet graag!”, stelt Tamara Vandersmissen.
Werken aan bioveiligheid betekent dikwijls een aanpassing doorvoeren in het management… en dat wekt weerstand op. Men doet dat niet graag!”, stelt Tamara Vandersmissen. - Foto: AV

Circulariteit in de varkenshouderij

In het tweede topic werd bekeken in welke mate de huidige varkenshouderij vandaag de dag circulair werkt. Het varken werd immers van oudsher gevoederd met tafelafval, niets ging verloren. Daarnaast wordt elk deel van het varken ‘gebruikt’.

Roel Lavrijsen is mede-eigenaar van Lavrijsen Agriculture. Met het bedrijf Omago verbindt hij partners met innovatieve foodideeën en helpt hen bij het verduurzamen en de ontwikkeling van hun producten. Roel toonde aan de hand van een bedrijfsvideo hoe ze op hun eigen bedrijf duurzaam (met een warmtekrachtkoppeling en zonnepanelen) en circulair ( door koppeling van de varkenstak met de akkerbouwtak) te werk gaan. “We werken in onze biggenstal intussen al 1,5 jaar volgens het HyCare-concept. Door vele metingen en controles behalen we gunstige resultaten. Het zet ons aan om ook een andere stal om te schakelen naar dit systeem. We bereiken er met circulaire brijvoeders betere resultaten dan met de gebruikelijke mengvoeders. Deze grondstoffen zorgen voor een smakelijk gezond rantsoen. We zetten dus hoogwaardige nevenstromen om in dierlijke eiwitten. En we dragen bij tot een lagere CO2-footprint. Circulariteit geeft ons daarom a licence to produce.” Voor Lavrijsen is het varken het ultieme kringloopdier. “Hoog tijd dat ook de consument daarvan op de hoogte is, zo krijgt de sector een ruimer draagvlak.”

Willem reageerde vanuit het panel: “Wij werken ook met brijvoer. Om zelf voer te maken, moet je goede kennis van de grondstoffen hebben. Je moet weten wat je voert. Maar het is uniek dat we zoveel producten kunnen verwerken.” Of brij voeren voordeliger is, stellen zowel Willem als Roel in vraag. De kostprijs per kg vlees is immers afhankelijk van de beschikbaarheid van de producten. “Vandaag is er zo’n 15 à 20 cent verschil, maar momenteel hebben we veel aardappelproducten ter beschikking, en zijn die voordelig om toe te passen”, meent Roel.

Van boer tot consument

Als derde topic werd het korteketenverhaal van varkenshouders Frank Van Dijck en Ann Christianen belicht. Ann: “Zeven jaar geleden veranderden we de genetica van de eindberen naar Duroc. Volgens experts mag varkensvlees immers gerust wat meer vet bevatten. Het komt de smaak ten goede. Op korte tijd zagen meerdere slagers heil in ons Duroc-varkensvlees. Gezien onze locatie in Weelde kozen we de naam Duroc de Kempen voor ons label. We wilden bewust geen eigen slagerij opstarten, maar we houden wel alles in eigen handen. De varkens die onder de naam Duroc de Kempen worden geproduceerd, brengen we met eigen transport naar het slachthuis. Het minimaliseert de stress. De karkassen gaan rechtstreeks naar de slagers waarmee we samenwerken. We onderhouden nauwe banden met hen. Zij zijn op hun beurt het luisterend oor voor de consumenten.” Ann vertelt dat ze veranderingen in de samenstelling van het brijvoer doorgeven aan hun afnemers. Zo kennen ze de impact op de vleeskwaliteit.

Ann Christianen stelde trots de aanpak van ‘Duroc de Kempen’ voor.
Ann Christianen stelde trots de aanpak van ‘Duroc de Kempen’ voor. - Foto: AV

“Toen we vragen kregen voor bezoekjes aan onze stallen stonden we voor een dilemma, want ja… ook wij hechten belang aan een hoge bioveiligheid. Anderzijds willen we transparant zijn naar onze afnemers.” Om dit euvel aan te pakken, werd een oude stal omgebouwd tot kijkstal. “Vanaf hier kunnen bezoekers een blik werpen in de stal en in die extra ruimte kunnen we groepen ontvangen of vergaderingen laten doorgaan. Het is heel leuk om aan bezoekers te vertellen hoe reststromen omgezet worden naar lekker vlees.” Ann steekt ook veel tijd in sociale media. “We mogen als sector best wat meer uit ons kot komen”, stelt ze.

Hoe vlees vermarkten?

Ook Johan Dekeyzer, CEO van vleesverwerker Dekeyzer-Ossaer, gelooft sterk in storytelling naar de consument toe. Als vleesverwerkend bedrijf leveren ze echter vooral aan grote klanten. “Onze waarde is een combinatie van kwaliteit met service in het kwadraat. Alles moet vandaag immers ook just in time gebeuren. Kwaliteit is een erg belangrijke factor, maar we moeten vooral luisteren naar onze klanten.” Johan Dekeyzer spreekt daarbij over de 6 G’s: gastronomie, gezondheid, gemak, goede prijs, groen (duurzaam) en garanties. Voor Dekeyzer is de toenemende vraag – of noem het aandacht – voor vegetarische producten een aandachtspunt. “Wij moeten hierin mee evolueren, maar vlees blijft weliswaar belangrijker voor ons bedrijf.” Hij gelooft eerder in hybride producten, in een mix van dierlijke met plantaardige eiwitten. “Hoe dan ook blijft een Belg een ware gastronoom!”

De volgende spreker, Filip Fontaine, CEO van VLAM, pikte hier onmiddellijk op in: “Recente studies geven aan dat slechts 4% van de Vlamingen vegetariër is. 85% kiest 5 maal per week voor Vlaamse kost. Vlamingen willen steeds meer teruggaan naar zuivere eerlijke producten, ze willen herkennen wat ze eten!”

Impact van Pork.be op de keten

Filip Fontaine is ook voorzitter van Pork.be. Deze brancheorganisatie werd in december 2021 opgericht met een duurzame toekomststrategie voor de varkenssector als doel. “Belpork is eigenaar en beheerder van het kwaliteitslabel BePork (vers varkensvlees). 90% van de varkenshouders volgt dit lastenboek. Dit label zorgt letterlijk voor markttoegang naar het buitenland. Het lastenboek is modulair opgebouwd. Het is een forse basis waaraan retailers eigen extra’s kunnen toevoegen. Ondertussen werd hier een dierenwelzijnsmodule aan toegevoegd. Het zorgt ervoor dat wij in dat kader de pen blijven vasthouden.”

Filip Fontaine pareerde de kritiek dat Pork.be de voorbije 3 jaar niets realiseerde.
Filip Fontaine pareerde de kritiek dat Pork.be de voorbije 3 jaar niets realiseerde. - Foto: AV

Ook Tracy 2.0 werd gelanceerd. “Dit tracingsysteem is nodig in het kader van voedselveiligheid, maar de varkenssector heeft vandaag zelfs het meest performante tracingsysteem op de markt.” Volgens Fontaine is de retail hier sterk in geïnteresseerd, wat de optie geeft om het systeem zelfs door hen te laten betalen. “Tracy zorgt er daarnaast ook voor dat de varkenshouders die extra’s toepassen op hun bedrijf gekend zijn. Op die manier gaat de meerwaarde naar wie ze werkelijk verdient!”

Zorgen voor meerwaarde

Filip Fontaine belichtte nog enkele toekomstige hefbomen voor Pork.be. “Op dit moment bestaat er een Europese wetgeving rond de meting van CO2-productie. Het is belangrijk dat de hele keten dit op een zelfde manier aanpakt en meet. Daarnaast is er het facet duurzaamheid. Het is tijd dat we berekenen wat die duurzaamheidseisen werkelijk kosten voor de varkenshouders. Als we dit koppelen aan het lastenboek en het traceringsysteem, dan kunnen we die kosten duidelijk maken aan de retailer.” Fontaine zette ook zijn petje als directeur van VLAM nog op: “We moeten blijven promotie maken voor vlees. We moeten niet méér vlees eten, maar wel promotie maken voor goed kwalitatief vlees dat van bij ons komt.”

Fontaine pareert hiermee de kritiek dat Pork.be niets heeft gerealiseerd: “Het lastenboek en het traceringsysteem zijn hefbomen die we 3 jaar geleden nog niet hadden binnen de varkenssector. We moeten deze nu gebruiken in het belang van de varkenshouders. Deze realisaties bieden immers commerciële mogelijkheden.”

Anne Vandenbosch

Lees ook in Agridagen

Meer artikelen bekijken