Startpagina Veeteelt

‘Fastlane’ komt er aan

Het is niet de eerste keer dat de commissie Leefmilieu in het Vlaams Parlement zich vragen stelt over de werking van het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV). Minister Demir verwacht veel heil van een ‘fastlane’ die binnenkort van start gaat.

Leestijd : 4 min

Cd&v-volksvertegenwoordiger Tinne Rombouts is de ‘trage’ werking van het comité al langer een doorn in het oog. Op de bijeenkomst van 5 maart trok ze minister Zuhal Demir (N-VA) nog maar eens aan de mouw met de vraag welke inspanningen er gedaan zijn om sneller tot oplossingen te komen voor de uitdagingen waar we voor staan met de programmatische aanpak stikstof (PAS) die de regering goedkeurde.

Nu het stikstofdecreet van kracht ging, zijn bedrijven bezig om te kijken op welke manier zij tot oplossingen kunnen komen. Er zijn volgens de vraagstelster voor een aantal sectoren nog geen mogelijkheden.

Traag en onzeker

Het commissielid ging 4 maanden terug. Toen waren er 8 dossiers in behandeling en 4 afgehandeld bij WeComV. Momenteel zijn er 10 lopende dossiers en is er voor 6 dossiers advies verleend, weliswaar bijna allemaal negatief.

In een vorige reactie stelde minister Demir dat fabrikanten van innovatieve technieken hun dossiers niet indienden of niet volledig indienden waardoor ze de lijst met emissierereducerende technieken niet snel kon aanvullen.

Rombouts herhaalde dat niet alleen de behandeling van de dossiers traag verloopt maar dat er anderzijds ook een totale onzekerheid is over de behandeling ervan. Daardoor is het volgens haar bijna onmogelijk om een correct dossier te kunnen indienen. “Onzekerheid, onder andere over de wijze van meetprotocollen, maakt dat aanvragers eigenlijk niet weten hoe ze aan de slag moeten, hoe ze een dossier moeten opbouwen, hoe dat beoordeeld zal worden”, zegt Rombouts. Zij herinnert zich een antwoord van de minister op een schriftelijke vraag waarin die stelde dat er veel onderzoek nodig is voor goede modelmatige benaderingen van de complexe processen van stikfstofemissies voor de diverse takken uit de veeteeltsector.

Van de Vlaamse minister voor Leefmilieu wil Tinne Rombouts weten hoe het momenteel zit met de werking van het WeComV. Ze houdt rekening met de reeds afgeleverde adviezen en vreest dat het onmogelijk is om tot een positieve besluitvorming te komen met het WeComV.

Extra wetenschappers

Minister Demir verduidelijkte dat momenteel 8 WeComV-leden zich over de aanvragen buigen. Er zijn 3 extra wetenschappers ingeschakeld die over 3 maanden aan de slag zullen zijn. Dan zullen ook de dossiers versneld worden bekeken. Ze zegt dat in de communicatie al naar meetprotocollen is verwezen als leidraad bij het opstellen van meetplannen. Aanvragers kunnen bestaande internationale protocollen als richtlijnen hanteren om de reductie van hun emissiereducerende maatregel zo goed mogelijk te meten.

Aan de vraag van de landbouwsector naar een fastlane-procedure wordt volgens minister Demir tegemoetgekomen. In het voorstel van decreet voor ammoniakemissiereducerende maatregelen zijn richtlijnen in verband met deze versnelde procedure opgenomen. De voornaamste voorwaarde is dat de aanvrager al beschikt over een officiële erkenning door een nationale instantie uit een omringend land. Wanneer aanvragers dat voorstellen, licht de minister toe, samen met een goed opgebouwd dossier, zullen het Administratief Team en het WeComV het dossier volgens een fastlane-procedure behandelen. Dat houdt in dat het met grote prioriteit zal worden behandeld.

Het WeComV heeft geschikte en internationale aanvaardbare meetprotocollen op zijn website geplaatst. Een aanvrager kan zich baseren op deze protocollen om een meetplan op te stellen om de maatregel naar behoren te onderzoeken.

Naadloos afstemmen

Minister Demir wees er op dat binnen het Administratief Team en het WeComV afspraken werden gemaakt om het doorgeven van adviesvragen en adviezen naadloos op elkaar af te stemmen. Een jaar na de opstart van beide adviesinstanties werd de werking geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd om de dossiers vlot te laten doorstromen, zonder in te boeten op kwaliteit. Volgens Demir is het cruciaal dat de technieken hierbij effectief zijn. Daarom is het van groot belang dat WeComV en AT hun werk goed kunnen uitvoeren zodat men snel over kwaliteitsvolle technieken kan beschikken.

Het WeComV en zijn wetenschappers werken volledig onafhankelijk. Op basis van de ervaring in andere landen vindt minister Demir het aangewezen dat het WeComV in zijn adviezen oog heeft voor de adequate werking van de aangevraagde technieken. Ze zegt dat als er twijfel is omdat uit een aanvraagdossier blijkt dat de techniek niet goed werkt of het reductiepotentieel niet goed gemeten werd, het WeComV niet anders kan dan een negatief advies formuleren. Voor de Vlaamse landbouwer, voor de Vlaamse burger en voor het milieu zijn niet-werkende emissiereducerende maatregelen te vermijden.

Vanuit het Administratief Team, dat de aanvraagdossiers ontvangt, is steeds gecommuniceerd dat aanvragers contact kunnen opnemen om de aanvraag te bespreken. Op die manier kan vanaf de start een goed dossier met goede onderbouwing met een hoge kans op positief antwoord voorgelegd worden. In het afgelopen jaar vonden al verschillende constructieve gesprekken plaats tussen aanvragers en het Administratief Team.

Fons Jacobs

Lees ook in Veeteelt

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken