Gemeente Beernem past toewijzingsbeleid landbouwgronden aan
De discussie over landbouwgrond in bezit van overheden, op gang gebracht door onderzoek van ILVO en de daarop aansluitende expo Gentse Gronden, leidt nu ook tot bijsturingen op het terrein. De West-Vlaamse gemeente Beernem, eigenaar van 330 ha landbouwgrond, past zijn toewijzingsbeleid aan.
De beschikbaarheid van landbouwgrond staat centraal in het landbouwdebat. De manier waarop openbare besturen omgaan met hun landbouwgrond wordt sterk in vraag gesteld. De gemeente Beernem stelt al jaren gronden ter beschikking aan lokale landbouwers en de gemeente wil daarin een modelvoorbeeld voor Vlaanderen zijn. Een nieuw toewijzigingsreglement voor de gronden versterkt dit nog extra.
Beverhoutsveld
Het Beverhoutsveld is een uniek onbebouwd gebied van 550 ha In Beernem en kenmerkt zich als drevenlandschap. Beernem is daar eigenaar van 400 ha. Zonder dreven telt het gebied 330 ha. Al jaren worden deze toegewezen aan plaatselijke landbouwers. Een zowat 80 landbouwers zijn er actief en hebben er elk 1 tot 7 ha grond van de gemeente ter beschikking.
Toewijzing verstrengd
In de gemeenteraad van mei 2024 werd het toewijzigingsreglement bijgestuurd. “We stelden vast dat gronden bij toewijzing niet altijd in handen zouden komen van landbouwers. Daarom hebben we onze voorwaarden strenger gesteld, waarbij enkel actieve landbouwers volgens de definitie van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid in aanmerking komen voor toewijzing. Belangrijk is ook dat landbouwers hun gronden zelf actief moeten gebruiken. Zo wordt cultuurpacht beperkt tot 1 maal om de 4 jaar. Landbouwers die 65 zijn en geen opvolger hebben moeten hun gronden laten liggen”, vertelt schepen van Landbouw Claudio Saelens (cd&v).
Breed draagvlak
De aanpassing van het reglement gebeurde in consensus met de kernraad landbouw van Beernem en kent er een groot draagvlak. Een ruime meerderheid keurde het reglement goed. “Enkel N-VA Beernem stemde tegen, wat uiteindelijk niet verwonderlijk is”, volgens schepen Saelens. “Op Vlaams niveau is al duidelijk dat deze partij landbouw niet genegen is. Op lokaal niveau is dit blijkbaar niet anders”.
Koolstoflandbouw en waterbeleid
In het gebied zijn ook andere actoren actief zoals: jagersvereniging, het regionaal landschap, de Oostkustpolder en een agrobeheergroep. “Op minderwaardigere gronden wordt er aan natuurontwikkeling gedaan in samenspraak met lokale landbouwers. We werken ook samen rond koolstoflandbouw met lokale landbouwers. Voorts willen we inzetten op het bufferen en extra infiltreren van hemelwater bij droogte door het plaatsen van stuwen in het gebied. Dit is een model voor Vlaanderen hoe lokale besturen met hun eigendommen kunnen omgaan en landbouwers kunnen ondersteunen, rekening houdende met andere actoren”, besluit Claudio Saelens.
